,7d eNm°?' De ..!i,0d W"d 161d" Noolwé,
98
men bedenke", dat dergelijke stadsuitbreidingen „iet het werk waren
en jaar en dat tusschen het beramen en uitvoeren van de plannen
enmi593 e6 'Tk I" Z°° behooren de uitbreidingen van 1585
de stad dé b k d" e" W" de "'tl're"Jl,"J van l6«> waardoor
met die t ^2
verkr«g aldésT "d<! '659 de
verkreeg aldus de vorm van een rechthoek, die tot ver in de 19e
eeuw de omtrek van de stad zou blijven.2)
In Haarlem liet het stadsbestuur in 1644 plannen voor een uit
Bray s"9 rT l N°°rdz,,de maken" In ld61 verschenen Salomon de
RAV s „Bedenckmgen over het uytleggen en vergrooten der stadt
Haerlem m druk Het duurde echter tot 1674, vóórdat met de uit
oermg van dit plan een begin werd gemaakt. Toen was het goede
get,, vrijwel verloopen. Nog in de 19e eeuw was de bebouwing zóó
P arzaam dat zonder al te veel brekerij spoorlijn en station in het
nieuwe s adsgedeelte konden worden aangelegd4) |n het Noorder-
rend' 'en Alk °lland ke"den Enkhuizen, Hoorn, Medemblik, Purme-
dan elders oTdeU, de in9en' de StHstand eerd-
Delft r et andere „groote steden van Holland, Dordrecht
W I u3 "^den !n de 17de eeuw niet uitgebreid.
el dee'den s Gravenhage en Rotterdam in de algemeene opbloei
s Oravenhage smds 1593 permanente vergaderplaats van de Staten
Generaal en de Staten van Holland en ook toen reeds geliefd als
woonplaats voor de meer welvarenden, bleef een dorp en de hel
aaldehjk gemaakte plannen om de plaats door muren, grachten en
wer en e omringen, kwamen nimmer tot uitvoering.5) Aldus was
stad ondeé de^eU^r^fcoTavenhage VlflderaaTb^l H°llanc[sche
99
van uitbreidingsplannen voor een bepaald gebied geen sprake. Het
best kan men de geleidelijke vergrooting aflezen uit de verschillende
plattegronden.
Ook Rotterdam kreeg in dit tijdvak een belangrijke uitbreiding
en werd reeds toen de Hollandsche rivierstad bij uitnemendheid. Ten
Zuiden van de Middeleeuwsche stad de bekende driehoek, begrensd
door Goudsche Singel, Coolsingel en Blaak werden aan de Maas
zijde ruime nieuwe havens gegraven met voldoende tusschenruimte
voor scheepswerven, pakhuizen en woonhuizen. De bebouwde opper
vlakte werd aldus verdubbeld. Ook Schiedam kreeg in dezen tijd een
uitbreiding „het Nieuwe werk" aan de rivierzijde.
In Zeeland bleef Middelburg de metropool, hoewel ook Vlissingen
van nieuwe havens voorzien en met nieuwe vestingwerken omgeven
werd. In 1549 werd Middelburg ten Zuiden van de huidige Rouaansche
kaai uitgelegd. In de jaren 1578 1591 ontstond een nieuw stads
gedeelte ten Oosten van het tegenwoordige Dok. Voor de laatste
uitbreiding werd in 1595 het bestek gemaakt en in 1598 was het
geheele terrein tusschen de huidige binnengrachten en singel bij de
stad gevoegd, waardoor deze de vorm verkreeg, die zij tot in onze
dagen ongeveer behield.1)
In de Noordelijke gewesten werd het grondgebied van Groningen
in de jaren 1607—1624 door een kloeke uitbreiding aan de Noord
en Oostzijde meer dan verdubbeld. De aldus vergroote stad werd
door een ring van 17 bastions („dwingers") beschermd.2) Verder was
het alleen Harlingen, dat omstreeks 1600 belangrijk werd uitgelegd.3)
Merkwaardig is het zeker wel, dat overigens buiten de water
linie bijna geen enkele stad in de „gouden eeuw" als gevolg van
bevolkingsvermeerdering behoefde te worden uitgebreid. Voor Utrecht
ontwierp de burgemeester H. Moreelse een trotsche stadsuitbreiding.
De stad zou door een ovaalvormige ring van 24 bolwerken moeten
worden omgeven en binnen het ruime gebied, dat aldus rondom het
oude Utrecht zou ontstaan, waren in een rechtlijnig schema grachten
en straten ontworpen. Nog heden wordt in het Centraal Museum de
koperplaat bewaard, waarop ,/T Concept van de plat Grondighe
Afbeeldingh der Oude en Niwe Stad Utrecht 1664" is gegraveerd
met een andere koperplaat, bevattende een „Nieuwe plattegrond
Ook Leiden ging, na een inzinking in de 16e eeuw een nieuwen
De topographie vanTmste^da'l"1^^ataloausdt^f' beschreven doorH. BrugMANS.
1925, deel I, blz. 26-37 Catalogus der h'stonsche tentoonstelling te Amsterdam
van Le.den omstreeks 1675 met de ve?grootingen van 16H ^644^n ,659~fn
n uitsche vertaling afgedrukt door ElSLER (13), S. 259-289
a/s biilagen8opmbïz. UoTwllr !fe vo//eSge Le/sTaWe t j\'teratu,urli>st gedrukt
4) ElSLER (13), S 232 ingehaalde werken vermeld zijn.
den Haag en twee afbeeld^nge^van'uanteel1en'ngen voor de versterkingen van
die Haghe 1932, blz 28-38 Ook n 5Mg Uj c 9'n der 16e eeuw' Jaarboek
der Nederlandsche bouwkunst dell rl VERMEULEN' Geschiedenis
657 en 658. "wKunst, deel II, platen s-Gravenhage 1931), blz. 307, afbb
W. S. UNGER. De monumenten van Middelburg (Maastricht 1941), blz. 3 5.
2) C. H. PETERS (43), blz. 59 en de historische plattegrond, plaat II, achter in dit boek.
3) S. FOCKEMA ANDREAE over de plattegronden van Harlingen op blz. 281
van de Catalogus mapparum geographicarum ad historiam pertinentium. Varsoviae 1933.