124
Groote Godt hun (de Friezen) tot woonplaets op den aerdbodem
had bedeelt en verleent. Volgens Bodel Nijenhuis en Eekhoff zijn
inderdaad „rondom deze kaart de elf plattegronden der steden (zeer
net met kleuren afgezet) als rand aangebragt; en wel Leeuwarden,
Franeker en Dockum aan de westzijde; Bolsward, Sneek en Har-
iingen aan de oostzijde, en daarbeneden in ééne lijn, Stavoren, Ijlst,
Workum, Hindeloopen en Slooten, alle met de gezigten op die steden
en derzelver wapens boven ieder. Daar de kleuren van deze steden
even als van de kaart zelve met derzelver ornamenten, en zestien
guirlanden met bloemen en vruchten daarboven, merkelijk verschoten
zijn, kan men slechts gissen, welk een fraai voorkomen deze kaart
zal gehad hebben, toen ze nieuw was." Ik vermoed, dat de platte
gronden en prospecten op deze kaart, die momenteel niet bereikbaar
is, dezelfde zijn misschien zelfs van dezelfde koperplaten gedrukt
als die in Schotanus' boekwerk.
Deze kaart van Friesland is blijkbaar een voorbeeld van de
z.g. „landtafelen of „tafereelen waar, behalve een schilderachtige
weergave van een landstreek een groot aantal versieringen op de
kaart zijn aangebracht. Ook van verscheidene steden werden in de
tweede helft van de zeventiende eeuw afbeeldingen vervaardigd,
die ik als type „barok-plattegronden zou willen noemen. Als voor
beelden noem ik allereerst twee plaatwerken van Leiden, waarvan
Overvoorde gedetailleerde beschrijvingen geeft. De eerste is een
plattegrond met een uitgebreide legenda en met figuren in de linker
en namen van schout, schepenen en veertigen met stroomgod en
figuren in de rechter benedenhoek, een kopergravure van C. Hagen
op 4 bladen, samen hoog 95 en breed 121 c.M. Hierbij behooren
dan nog een bovenstuk met het wapen van Leiden en wapens van
regenten en een onderstuk - hoog 35 c.M. en breed 180 c.M. -
met een prospect van de stad, en zijstukken met 9 afbeeldingen
van belangrijke gebouwen. De andere kaart is een soortgelijk stuk,
eveneens een gravure van C. Hagen van wat kleinere afmetingen!
Dergelijke „barok-plattegronden" bestaan ook van andere steden,
zooals van Haarlem, gegraveerd door Romein de Hooghe, eveneens
met randen van wapens, afbeeldingen van gebouwen en een profiel
van Haarlem onder de kaart, verder van Delft en Rotterdam. Een
schitterend stuk is wel deze z.g. kaart van De Vou, terecht genoemd
125
„een Rotterdamsch monument van cartographie en prentkunst."
Het middenstuk is wederom de plattegrond van de stad in de
Maas barokke figuren! de onderrand vertoont een prospect van
de stad gezien vanuit de Maas, dus met dezelfde oriëntatie als de
plattegrond. Langs de andere randen vindt men rijen wapens van
Rotterdamsche regenten en een twaalftal afbeeldingen van gebouwen
in de stad. Ook deze plattegrond is een kunststuk van den graveur
Romein de Hooghe. Het aandeel van De Vou schijnt o. a. in het
„afzetten dit is kleuren van de kaarten bestaan te hebben. In
1690 werden niet minder dan 600 exemplaren van deze kaart gedrukt.
Aan ieder lid van de Vroedschap zou „een exemplaar affgezet,
opgemaekt en in een lijst geset, werden vereert." De geheele kaart
meet 225 X 175 c.m.Er bestaan ook exemplaren in atlasvorm,2)
op soortgelijke wijze als ook de groote kaarten van de Hollandsche
Hoogheemraadschappen uit het begin van de 17de eeuw zoowel als
wandkaart als in atlasvorm waren gedrukt.3)
Hoe fraai deze „barokplattegronden" ook zijn van Leiden,
Haarlem en Rotterdam zijn het ongetwijfeld de meest monumentale
afbeeldingen in de groote overdaad van de versiering kondigt het
verval zich aan. Een verdere ontwikkeling langs deze lijn is niet meer
mogelijk, daar de hoofdzaak, de afbeelding van de stad in de vorm
van plattegrond en prospect niet meer hoofdzaak is, maar het
bijwerk, de wapens en andere versieringen, hiervoor in de plaats is
getreden. Ook de plattegrond zélf, hoe fraai ook gegraveerd en hoe
groot ook van afmetingen, geeft gewoonlijk niet veel meer dan de
reeds bestaande plattegronden van Blaeu en anderen. Ten aanzien
van de dateering bieden deze kaarten weinig moeilijkheid. Als het
jaartal niet op de kaart vermeld wordt zijn er wel steeds archivalische
gegevens, die de dateering helpen bepalen.
De achttiende eeuw is, ook voor de stedeplattegronden, aan
vankelijk geen tijd van bloei. Er was weinig aanleiding voor nieuwe
kaarten, de bevolking nam niet toe, stadsuitbreidingen waren niet
noodig. De meeste Nederlandsche steden waren omstreeks 1880,
toen weer een nieuwe ontwikkelingsperiode inzette, niet grooter dan
omstreeks 1680! De kaarten van de achttiende eeuw kunnen dan
[18], nos. 81 -85 en 86-93
Onder deze titel beschreven door A, C. D. N. in de Nieuwe Rotterdamsche
Courant van 31 December 1939.
2) Ik mocht een fraai exemplaar in atlasvorm bewonderen in het bezit van
JHR. MR. F. A. GROENINX VAN ZOELEN te Zwolle, afstammeling van een der Rotter
damsche regenten, die met een exemplaar van de kaart van „DE VOU" vereerd werd.
3) Zie hierboven blz. 108.
Nederlandsch Archievenblad 1941 1942
9