88
89
Belangrijke aanwinst voor de archiefverzamelingen.
Het gemeente-archief is dezer dagen verrijkt met een zeer bijzondere collectie van
genealogischen en heraldischen aard, afkomstig van den 18de eeuwschen Rotterdam-
schen notaris Hartman de Custer (1687.1760. Deze notaris, die was geparenteerd aan
tal van Rotterdamsohe regentenfamilies, had een zwak voor geslacht- en wapenkunde,
aan de beoefening waarvan hij een goed deel van zijn vrijen tijd moet hebben besteed.
De vele registers in folio, in perkamenten banden, die thans op het archief be
rusten, leggen een welsprekend getuigenis af van 'smans toewijding en van zijn zorg,
om de vruchten van zijn jarenlange nasporingen in weiverzorgden vorm aan het nage
slacht over te leveren. Op papier, dat eeuwen zou kunnen trotseeren, calligrafeerde
hij zijn stamreeksen en liet deze door een stadgenoot, die de teekenst-ift vaardig han
teerde, den schilder Jan Daniel Bisschop, op passende wij-ze met felkleurige wapens
verluchten.
De ,,clou" van de verzameling is de „Voorpoor-te tot de kennisse der Heraldiek",
een in fraaien leer.en stempelband gebonden inleiding tot de wapenkunde, waarin ge
streefd is naar een groepsgewijze indeeling der wapens op grond van den aard der
figuren en emblemen, waaruit ze opgebouwd zijn, en waarvan het doorbladeren door
de levendige kleuren der goedgeteekende wapens een lust voor de oogen is.
N.R.Ct. 27 Nov. 1941.
Schiedam. In 1941 is te Schiedam een tentoonstelling gehouden, die onze
aandacht verdient.
In het kort wil ik vertellen, hoe deze Schiiedamsdhe tentoonstelling „Stad en
Streek" werd voorbereid en ingericht. Eind Mei 1941 wendde zich tot mij de secretaris
van de afdeeling Schiedam van het A. N. V., verzoekend aanwezig te willen zijn bij
een bespreking, waartoe ook de conservator van het Stedelijk Museum en de directrice
van de Openbare Leeszaal waren uitgenoodigd. In de daarna gehouden bijeenkomst
werd mededeeling gedaan van het plan van bet A. N. V. om een tentoonstelling te
organiseeren, om de heemkunde-gedachte te bevorderen.
De ter bijeenkomst genoodigden verklaarden zich bereid mede te werken. Omdat
het woord „heemkunde" waarschijnlijk het puibliek niet zou pakken, werd besloten aan
de tentoonstelling den naam „Stad en Streek" te geven. Het doel was „belangstelling
en liefde te wekken voor de stad en omgeving, voor het eigene daarvan, waarbij onder
het eigene werd verstaan datgene wat kenmerkend is in haar geschiedenis en ontwik
keling". Het Stedelijk Museum, in zijn nieuwe behuizing, bleek de aangewezen plaats
om de tentoonstelling te houden. Is niet een Stedelijk Museum, althans zijn locale
afdeeling, reeds een permanente heemkundetentoonstelliog? Diverse stukken van den
Museuminventaris, die betrekking hadden op het bedrijfsleven van Schiedam in vroeger
dagen, de haringvisscherij, de kuiperij, de flesschenmakerij, de scheepsbouw en vooral
de jeneverindustrie, werden in een van de Museumzalen opgesteld. Een bijzonder
aardig onderdeel vormden de vijftien door den schilder Schmiermann vervaar
digde tafereelen, die de verschillende stadia van de jeneverbereiding weergaven van
het zaaien van het graan af tot het verwerken van den moutwijn in de distilleerderij
tot jenever toe. Natuurlijk waren ook de Sdhiedamsche -brandersmolens vertegenwoor
digd door een model en een kaart, waarop de ligging van de molens, die in grooten
getale in Schiedam in werking zijn geweest en aan de stad een karakteristiek silhouet
hebben gegeven in voorbije dagen, precies was aangegeven.
De Openbare Leeszaal leverde enkele plaatwerken met afbeeldingen van Schie
dam en omgeving, benevens een paar boeken, die ten archieve zóóveel geraadpleegd
waren, dat zij voor tentoonstelling minder geschikt waren.
Tenslotte het Gemeente-archief. Om te beginnen werden verschillende oude
stadsplattegronden ter beschikking gesteld, die een goed beeld geven van de ontwik
keling van Schiedam van visschersstadje tot industriestad. Ook verschillende andere
nummers van den topographischen atlas (afbeeldingen van vroegere kasteel-en in de
omgeving van de stad, van de voormalige poorten, van patriciërshuizen aan de grach
ten, van typisch-Sclhiedamsche plekjes vonden er een plaats. Uit de archiefbibliotheek
had ik een keur van Schiedamiana tevoorschijn gehaald, die werden uitgestald op
enkele groote tafels. Een litteratuurlijst over Schiedam en zijn geschiedenis heb ik ten
behoeve van de bezoekers laten stencylen. Velen hebben er een meegenomen. Hebben
die velen ook belangstelling getoond door nadere studie over Schiedam's verleden of
heeft hun -interesse niet langer geduurd dan -den duur -va-n hun bezoek aan de tentoon
stelling? Laten wij hopen, dat mijn eerste veronderstelling juist is, al moet ik eerlijk
heidshalve vermelden, dat -behoudens een enkele uitzondering de meeste archiefbezoe
kers toch de voorkeur geven aan de retroacta van den burgerlijken stand. Ook enkele
archiefstukken werden geëxposeerd: het oudste keurboek, opengeslagen -bij de oudste
keur op de haringvisscherij, een gaarlboek van het giildegel-d van dé branders, een
contract van participanten van een hrandersmoïen, een certificatieboe-k van den aan-
gebrachten haring, een in een blad van een Middeleeu-wsch missaal ingebonden kohier
van de verponding, en ook de oudste rol van crimineele zaken. Onder elk nummer had
ik een korte toelichting geschreven. Het was werkelijk opmerkelijk, met welk een, ik
zou -haast zeggen, eerbiedige belangstelling vele bezoekers deze getuigen van het ver
leden hebben bekeken en met welk een interesse nadere inlichtingen werden gevraagd.
Aan de tentoonstelling, die drie weken heeft geduurd, was nog een aardige
attractie ver-bonden: de bezoekers konden een -bezoek brengen aan den molen „De drie
koomb-loemen' een van de weinige oude Scoie-damsche brandersmolens, die nog
intact zijn.
Als mijn -totaalindruk van de tentoonstelling „Stad en Streek" moge ik opmerken,
dat zij zeer zeker geslaagd mag worden genoemd en dat -het aantal bezoekers wel aan
de verwachtingen heeft beantwoord. Alleen was de tijd van voorbereiding wat kort;
misschien waren nog enkele excursies mogelijk geweest.
Wanneer ik aan heemkunde denk, komt mij in de herinnering een lezing van
D r. C. D. J. Brandt op het philologencongres te Utrecht in 1937, toen bij de ge-
dachtenwisseling .Monseigneur Van -Gils en referent met grooten nadruk wezen op
het belang van heemkunde voor het geschiedenisonderwijs, het belan-g van tochten
door de stad en omgeving, het bezoeken van tentoonstellingen als te Schiedam „Stad
en Streek' er een geweest is. Kortom men moet het niet laten bij het schoolboekje,
men moet er op uit gaan. Dit geldt tenslotte ook voor volwassenen. Het doel van
tentoonstellingen als „Stad en Streek" te Schiedam was leerend, zeker, maar alleen om
liefde te wekken voor de sta-d en haar omgeving, voor het platteland, voor geheel ons
land, een liefde, die wij kunnen verdiepen door belangstelling te vragen voor het
verleden.
A. VAN DER POEST CLEMENT.
Archieven van de Neder d. Hervormde Kerk.
De Algemeene Synode van dezen zomer -heeft dn bet leven geroep-en een Com
missie ter behartiging van de belangen van de archieven der Nederlandsche Her
vormde Kerk, van welke Commissie sedert door de Algemeene Synodale Commissie
een Reglement is vastgesteld.
Tot led-en van de Commissie -heeft de Synode benoemd Prof. D r. J. -N. Bak
huizen van den Brink te Leiden, J h r. M r. B. M. de Jonge van El le m e e t
en Prof. D r. M. J. A. de V r ij e r, beiden te Utrecht.
De Archivaris D r. L. V/. A. M. Lason-der heeft in -de Commissie een raad
gevende stem.
Tot Voorzitter is benoemd Prof. D r. J. N. Bakhuizen van den Brink,
tot Secretaris-Penningmeester J'hr. Mr. B. M. de Jonge van Ell e meet.