46
storm over de Scheldestad gegaan. De Spaansche furie in 1576 had
de stad reeds een knak gegeven en de inneming door Parma in 1585
met de daarop gevolgde sluiting van de Schelde maakten voor meer
dan 200 jaar een eind aan de handelsbloei van de stad, die jarenlang
ook het cultureele centrum van de Nederlanden geweest was.
De handel èn de cultuur verplaatsten zich naar de Noordelijke
gewesten. Ook Guicciardini s beschrijving van de Nederlanden onder
ging den invloed van deze veranderingen en het is geen toeval, dat
de volgende uitgaven bijna alle in het Noorden werden gedrukt en
dat ook het zwaartepunt van de tekst en de afbeeldingen van het
werk van de Zuidelijke naar de Noordelijke gewesten werd verplaatst.
In 1609 verscheen de eerste Amsterdamsche uitgave (D.) De tekst
was belangrijk vermeerderd door Petrus Montanus. Voor de land
kaarten en de afbeeldingen van steden werden nieuwe koperplaten
gegraveerd, maar de meeste plattegronden (niet alle, zooals Boele ten
onrechte schrijft) waren getrouwe navolgingen van de vroeger ver
schenen uitgaven. Alleen een nauwkeurige vergelijking met de Plantijn-
gravures brengt kleine verschillen aan het licht. Zoo waren de nieuwe
gravures iets kleiner van formaat. Maar wat de kaartinhoud betreft
is bij deze plattegronden geen verschil te ontdekken. Nog in de
uitgave van 1648 worden b.v. Deventer en Zutphen afgebeeld zonder
de omstreeks 1600 aangelegde vestingwerken!
Maar toch werden enkele plattegronden vernieuwd! Voor een
nieuwe afbeelding van Amsterdam werd van de vogelvlucht-opname
van Pieter Bast gebruik gemaakt. Ook van Dordrecht krijgen wij
een andere plattegrond met de huizen in opstand geteekend. Op een
prospect van Dordrecht door P. Bast in 1596 vervaardigd zien wij
de stad van de overzijde van de Merwede in dezelfde richting (naar
het Zuiden) liggen. Wij vermoeden, dat Bast ook een plattegrond
van Dordrecht heeft vervaardigd, waarvan nu geen exemplaar bekend
is, en dat deze plattegrond voor de afbeelding in de nieuwe uitgave
van Guicciardini als voorbeeld gebruikt is. 2)
47
Voor Haarlem werd Thomas Thomasz' „Grondt Conterfeytinghe
der Stadt Haerlem, anno 1578", waar de stad is afgebeeld na de
verwoestingen tengevolge van het beleg van 1573 en den stadsbrand
van 1576 nagevolgd met weglating van het jaartal!
Voor de nieuwe kaart van Alkmaar werd kennelijk gebruik ge
maakt van de fraaie door C. Drebbel gegraveerde kaart. Van deze
kaart, die blijkbaar niet in Drebbels dagen werd gepubliceerd, wordt
nog heden de koperplaat in het Gemeentearchief bewaard. Een af
druk van de kaart vindt men in een in 1747 over Alkmaar verschenen
geschiedwerk en eenige jaren geleden heeft de Alkmaarsche Ge
meentearchivaris een beperkt aantal nieuwe afdrukken van die kaart
laten vervaardigen. De kaart van Middelburg vertoont de rondom de
stad aangelegde nieuwe omwalling.
De andere nieuwe stadsafbeeldingen in deze uitgaven zijn meest
„historieplaten waarop de krijgsgebeurtenissen hoofdzaak zijn. De
koperplaten deden meest voor alle Noord-Nederlandsch folio-uitgaven
dienst. De aanvullingen en wijzigingen, voor zoover ze Noord-Neder-
landsche steden betreffen, zijn in bijlage 3 vermeld.
De belangrijkste aanvulling was wel de uitvoerige beschrijving
van de stad Gouda door den rector Traudenius in de uitgave XII en
volgende en de fraaie kopergravure van die stad, met het jaartal
1612 in Amsterdam gegraveerd door Claes Jansz. Visscher op grond
van teekeningen van den landmeter Hendrick Cornelisz. Vosz. in uit
gaven XI en volgende.
De laatste folio-uitgave van Guicciardini's werk in de Noordelijke
Nederlanden verscheen in het vredesjaar 1648. Ongeveer tegelijkertijd
zagen Blaeu s fraai-uitgevoerde stedenboeken van de Vereenigde en
van de Koninklijke (Zuidelijke) Nederlanden het licht. Het is begrij
pelijk, dat daarnaast aan nieuwe folio-uitgaven van Guicciardini's be
schrijving geen behoefte meer bestond. Ondertusschen waren ook al
uitgaven in kleiner formaat verschenen, goedkooper om aan te schaf
fen en gemakkelijker in het gebruik. De duodecimo-uitgaven met veel
kleine plattegronden lijken wel bedoeld te zijn voor reizigers en men
kan er voorloopers van de moderne reishandboeken zien.
Voor ons doel, een bijdrage te geven voor dateering van oudere
stadsplattegronden, hebben deze uitgaven slechts weinig beteekenis,
zoodat wij met enkele opmerkingen kunnen volstaan.
In de langwerpig-kwarto-uitgaven (E.), die in de jaren 1613-1641 te
Arnhem en Amsterdam het licht zagen, vindt men geen plattegronden,
maar Wel vele prospecten van Nederlandsche steden. Het zijn aller
aardigste plaatjes, die ook nog in onzen tijd als wandversiering hun
waarde hebben. Maar vraagt men, wie die afbeeldingen vervaardigd
Over PlETER Bast, die omstreeks 1600 van een reeks steden prospecten en
plattegronden vervaardigde, geef ik meer bijzonderheden in het vervolg van dit artikel
Over de beide prospecten en de plattegrond in vogelvlucht van Amsterdam zie
I u i "/?oiRq\ ui iSt m het e'nde der zestiende eeuw. Amstelodamum, 16de
jaarboek (1918), biz. I -101 met een verkleinde reproductie van de bij GUICCIARDINI
voorkomende navolging van de plattegrond van BAST.
2\ f6" ,Yerklleinde reproductie van dit prospect in P. L. MULLER Onze gouden
eeuw deel II (Leiden z. j.), blz. 20-21. Ook Dr. C. P. BURGER |R„ veronderstelt in
znn zooeven aangehaald artikel, blz. 38. dat er ook een plattegrond van Dordrecht
door HETER BAST gegraveerd bestaan moet hebben. Tot heden kan men echter geen
exemplaar aanwijzen!