12 Salarieering der gemeente-archivarissen en het gemeentelijk wetenschappelijk archiefpersoneel in Nederland. Op verzoek van het Bestuur der Afdeeling van Gemeente- en Waterschaps-Archiefambtenaren heb ik mij bereid verklaard gegevens te verzamelen betreffende de salarissen der gemeente-archivarissen en hun wetenschappelijk personeel. Deze gegevens heb ik, dank zij de medewerking van alle ambtgenooten op één na en die van vele gemeentebesturen in eenige weken tijds bijeengegaard en ik publiceer ze hieronder, daar ik van meening ben, dat zij door plaatsing in het Neder- landsch Archievenblad het vlugst en het gemakkelijkst onder de oogen van belanghebbenden en belangstellenden zullen komen. Als vergelijkingsmateriaal zijn ook gegevens opgenomen betref fende de salarieering van het Rijksarchiefpersoneel, van het personeel der provinciale archiefinspecties en van de burgemeesters, gemeente secretarissen en -ontvangers. De cijfers spreken overigens vrijwel voor zich zelf en wel eene vrij droevige taal. Vooral vergelijking van de salarissen der gemeente archivarissen met die der burgemeesters, gemeente-secretarissen en -ontvangers is zeer leerzaam. De salarissen dezer laatste drie func tionarissen worden, gelijk bekend, niet door de gemeentebesturen zelve vastgesteld, maar door de provinciale besturen: zij houden over het algemeen verband met de grootte der gemeente en zijn dus hooger, naarmate de gemeente in quaestie een grooter aantal inwoners heeft. De salarissen der gemeente-archivarissen echter worden in volle vrijheid vastgesteld door de gemeentebesturen zelve, die ook beslissen, of er al dan niet een archivaris zal worden benoemd en, zoo ja, of zijn werkkring volledig zal zijn of niet. Zoo kan het b.v. gebeuren, dat de maximumwedde van de archivaris van Haarlem (eene stad van ruim 140.000 inwoners) gelijk is aan de minimumwedde van de archivaris van Zutphen (eene stad van ruim 21.000 inwoners). Ik koos deze twee steden als voorbeeld, omdat in beide de archivaris eene vrouw is en beiden in het bezit zijn van het diploma van weten schappelijk archiefambtenaar der eerste klasse. Maar er zijn nog genoeg andere voorbeelden van dergelijken aardzoo is het salaris van den archivaris van Groningen aanmerkelijk hooger dan dat van dien van Utrecht, de archivaris van Dordrecht verdient ongeveer tweemaal zooveel als die van Gouda, hoewel beide betrekkingen „gehalveerd" zijn en beide functionarissen wetenschappelijk archief ambtenaar der eerste klasse zijn. De (maximum)salarissen van de burgemeesters dezer beide gemeenten bedragen resp. f 9750 en f 7325, die van de beide secretarissen resp. f 7325 en f 5850, die der beide ontvangers resp. f 5375 en f 4400. 13 Ik begin mijn overzicht met Amsterdam, de grootste gemeente, die een archivaris heeft benoemd, en eindig met Veere, de kleinste gemeente, die zich de „luxe" van een archivaris veroorlooft. Inder daad verdient ook de archivaris van Amsterdam het hoogste salaris van alle gemeente-archivarissen in Nederland (f 5500 f 7125) terwijl die van Veere het laagste salaris van allen geniet, n.l. in het geheel niets. Van eenige gradatie tusschen beide uitersten is echter zoo goed als geen sprake. Ik begin telkens met den naam der gemeente, dan volgt het aantal inwoners op 1 Januari 1940, afgerond in honderdtallen (alleen voor de gemeente Vlaardingen heb ik de getallen der gemeenten Vlaardingen en Vlaardinger-Ambacht op 1-1-1940 bij elkaar geteld, omdat daardoor Vlaardingen boven Gouda kwam te staan in plaats van andersom), daarna volgen de gegevens omtrent de salarieering van den archivaris (A), gevolgd door die betreffende die van den burgemeester (B), den secretaris (S) en den ontvanger (O). Daarna volgen nog gegevens betreffende toelagen en kortingen, waarbij ik er in beginsel van ben uit gegaan, dat alle z.g. „crisis"-kortingen nu wel zullen zijn vervallen, terwijl deze gegevens uitsluitend betrekking hebben op de archivarissen: voor de drie andere gemeentelijke func tionarissen, wier positie, evenals die van den archivaris, geheel of gedeeltelijk op de wet berust (voor den burgemeester, den secretaris en den ontvanger is die wet de Gemeentewet, voor den archivaris de Archiefwet) gelden veelal andere regelingen. Het ten slotte in de meeste gevallen volgende cijfer verwijst naar de noten. De namen der gemeenten, wier archivarissen moeten voldoen aan de vereischten van wetenschappelijk archiefambtenaar der eerste klasse zijn in hoofdletters gedrukt, terwijl de namen van die gemeenten, die inder daad tot de aanstelling van een wetenschappelijk archiefambtenaar der eerste klasse zijn overgegaan, cursief gedrukt zijn. AMSTERDAM-. 800.600 inw.j A. f 5500 - f 7125; B. f 25000; S. f 7125 f 9500; O. f 6175 f 7975. Kindertoelage van f 75.00 per jaar van het tweede kind af. ROTTERDAM-. 619.700 inw.; A. f 5600-f 6600; B. f 15600; S. f 7775 f 8775; O. f 5325 f 6825. Kindertoelage van 3% (min. f 6.60, max. f 1,50) van het derde kind af. Ongehuwdenaftrek 3°/0. 's-GRA VENHAOE-. 504.300 inw.; A. f 4825-f5925; B. f 13650; S. f 7300 f 8300; O. f5325 f6825. Kindertoelage van 3% van het derde kind af. UTRECHT-. 165.000 inw.; A. f 3515-f4990; B. f 14000; S. f8000; O. f 7000. Kindertoelage van f 100 van het derde kind af.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1942 | | pagina 10