'126 mng van het actueele wordt hier verzacht en omgezet in geordende harmonie De archivaris overziet dit alles. Hij begeert niet de directe actie, maar de beschouwelijkheid. Hij wil wetenschappelijk ordenen en heeft daartoe distantie noodig. Daarom strookt het niet met zijn geesteshouding zich in te spannen voor en te verdiepen in een eng bepaalde doelstelling. Het ingrijpen in het actueele trekt alle energie naar zich toe, aangezien hierbij weerstanden overwonnen moeten worden. Vooral hij vreest om tijdens het opgaan in het directe initiatief het intellectueel overzicht te verliezen. Het ordenen, benevens het beheerschen van het voorbije op heldere en overzichte lijke wijze, komt in belangrijke mate in de plaats van het directe initiatief. Het styleeren van het verleden bevredigt hem meer dan het direct willen omvormen van het heden. Indirect doet de archi varis dat wel, aangezien hij door zijn kennis een leidsman is. In ver band hiermede wordt geen directe persoonlijke macht nagestreefd. Wel wordt een indirect overzicht en autoriteit nagestreefd, voort vloeiende uit kennis en vakmanschap. Tegenover de hem direct omringende werkelijkheid fungeert hij meer als toeschouwer dan als medespeler. Zijn eigenlijk terrein is het verleden, waarin alle persoon lijke spanningen weggeëbd zijn en waar dus al het emotioneele ver vaagd is. (Hij) is geen dynamische figuur". Heb ik te veel gezegd, toen ik opmerkte, dat in dit opstel archief en archivarissen zeer juist zijn aangevoeld? Mij althans was het een genoegen, in deze tijden zelfs een troost, daarvan kennis te nemen. Ik kom tot eenige gebeurtenissen het Nederlandsch Archiefwezen rakende. De ruil van archivalia, waarover Dr. Vollmer in de vorige algemeene vergadering belangwekkende mededeelingen deed, is, tus- schen Nederland en Duitschland, met kracht aangevat. De verbouwing van de voormalige Pieters Kazerne te Maastricht tot Rijksarchief nadert haar voltooiing. In deze tijden van beperkt vervoer en andere moeilijkheden zou het een overmoedig voorstel geweest zijn, gelijk het bestuur oor spronkelijk overwogen had, de volgende algemeene vergadering in Maastricht te houden. Nu zal de keuze dichter bij huis moeten vallen. De Rijksarchivaris in Friesland zag, laatstelijk door de vaste aan stelling van zijn inspectieambtenaar, zijn staf van wetenschappelijke medewerkers afgerond en bevestigd. Wat hij jaren lang heeft moeten missen is nu eindelijk zijn deel geworden. Aan beide ambtgenooten te Maastricht en Leeuwarden onze hartelijke gelukwenschen Wat de werkzaamheden onzer Vereeniging aangaat, het bestuur ee t allereerst getracht, in het kader der bekende circulaire van Sociale Zaken, die ik de vorige keer met U besprak, voor die onzer 127 ambtgenooten, die niet aan den slag kunnen komen, een algemeene regeling te bereiken. Helaas zonder succes. Wel heeft het Departe ment voor afzonderlijke gevallen welwillende overwegingen toegezegd; doch ook in de twee gevallen, die het bestuur bekend zijn geworden, kon geen of nog geen resultaat geboekt worden. Aan het Departe ment van Opvoeding, Wetenschap en Cultuurbescherming gaf Uw bestuur als zijn zienswijze te kennen, dat de moeilijkheden, voor verscheiden ambtgenooten door de enorme toename van den Inlich tingendienst ontstaan, slechts door uitbreiding van personeel ver holpen kunnen worden en niet door afsplitsing van bepaalde archivalia, met name de Retroacta van den Burgerlijken Stand, en plaatsing van deze onder afzonderlijk beheer. Begint men met afsplitsing, dan weet men niet waar het einde is, een einde dat ernstige ontreddering der bestaande archiefdepots tengevolge kan hebben. De samen werking met de Studieclub voor Gemeentelijke Documentatie en Secretarieorganisatie inzake opleiding voor het examen Gemeente lijke archiefverzorging" leidde tot goede resultaten. De arbeid, die onze ambtgenoot Moll hierbij verricht, wordt zeer gewaardeerd. De Oommissie voor den Gemeentelijken Archiefgids heeft er alles op gezet, om het eerste gedeelte van haar taak, een overzicht van den inhoud van die gemeentearchieven, die door een archivaris beheerd worden, ten spoedigste te voltooien. Zij heeft een nieuw schema rond gezonden en stelt zich voor, de binnen gekomen opgaven alvast uit te geven. Wie nog niet geantwoord heeft, zij met grooten aan drang verzocht, dat als nog zoo vlug mogelijk te doen. Gaat men onder een zwaren inlichtingendienst gebukt, dan zette men dien een paar dagen stop; het belang, waarom het hier gaat, rechtvaardigt dit ten volle. Thans nog eenige personalia. Bij enkele Rijks- en Gemeente archieven hebben aanstellingen in vasten dienst en bevorderingen plaats gegrepen. Aan allen, wien dit te beurt is gevallen, onze harte lijke gelukwenschen! Met ingang van 1 Januari 1941 is aan Mr. W. C. Schuylenburg wegens het bereiken van de leeftijdsgrens eervol ontslag als archivaris der gemeente Utrecht verleend. Aan zijn bij zondere verdiensten jegens archief en museum beide is bij zijn aftreden welverdiende hulde gebracht.' De combinatie archivaris en museum-directeur is niet voortgezet; tot gemeentearchivaris werd Mr. J. W. C. van Campen, chartermeester le klasse bij het Utrechtsche Gemeentearchief en derhalve in de aangelegenheden van genoemd depot doorkneed, benoemd. Ook aan Mr. Van Campen onze harte lijke gelukwenschen Twee oud-ambtgenooten zijn overleden, Dr. C. R. Vermaas, oud- Nederlcindoch Archievenblad 1941 1941 in

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1941 | | pagina 9