52 53 gelijkheid voorgedaan, om een nieuwe richting in te slaan. Deze mogelijkheid bleek echter al dra beperkt De fotografie kon de drukkunst hoogstens op haar manier aan vullen met haar parallel gaan en samenwerken. Zij slaagde er allerminst in, de typo grafie de loef af te steken. De film opende weliswaar ruimere perspectieven, doch bij het opnemen en reproduceeren van grootere werken stiet men terstond op geweldige moeil.ikheden, d,e de betrokkenen nu niet direct aanmoedigden, om op dezen weg voort te gaan. y luist deze hindernissen echter brachten den Mainzer onderzoeker jOSEPH GOEBEL na een jarenlange ingespannen studie op de gedachte, een z.g. boekplaat voor foto grafische reproductie te vervaardigen. Het door hem uitgewerkte procédé heeft zich dus uit reeds gegeven factoren ontwikkeld en werd door hem microcopie genoemd. Het dunne filmplaatje, dat niet eens zoo groot is als een briefkaart, maakt op het eerste gezicht een bijna onooglijken indruk. En toch kan men met één zoo'n plaatje den inhoud van een heel boek tot een omvang van honderd vijftig bladzijden vastleggen. Uit op zich reeds verbazingwekkend feit wordt nog onbegrijpelijker, als men verneemt, dat met een speciaal opname-apparaat de scherpste verkleiningen van 1 20 toe kunnen worden gemaakt, ja. dat deze verhouding zelf de meest geschikte voor micro- copie-opnamen is bevonden. De constructie van dit apparaat vereischte tallooze proefnemingen. Het bevat een camera, waarin de grootte van het beeld en de volgorde der beeldenreeksen naar believen kunnen worden gewijzigd: een zeer bijzondere eigenschap, waardoor boeken, tijdschriften, couranten enz. van ieder formaaat kunnen worden geproduceerd. Ook kunnen er gekleurde reproducties mee worden gemaakt. Voor de reproductie van honderd bladzijden van een normaal boek heeft men slechts een kwartiertje noodig. ten procédé dus dat slechts zeer geringe kosten meebrengt! Hoe kan men nu een dergelijk verkleind opgenomen boek lezen? Het leesappa- raat, dat GOEBEL hiervoor reeds heeft uitgedacht, vormt een van de vele mogelijke toestellen, d,e op het oogenblik nog geprobeerd worden. Aangezien bij de constructie van dit apparaat aan een massafabricage voor zeer veel gebruikers gedacht moet worden is de inrichting zoo eenvoudig mogelijk gedacht, teneinde den prijs laag te houden (deze zal zich zoo tusschen de vijftig en honderd rijksmark bewegen). Men krijgt een soort cassette, die gemakkelijk in een aktentasch kan worden meegenomen. Het deksel van het doosje heeft aan den binnenkant een spiegel, dien men voor het gebruik van het apparaat moet opstellen. Het filmpje of de plaat wordt dan m een lijstje gespannen, dat naar alle kanten kan bewegen. Een lichtbron in de cassette projecteert de plaat tegen de spiegel en vandaar uit weer op tafel, vlak voor den lezer, of zoo noodig ook op den muur, bijv. bij voordrachten. Door verschuiving van den spiegel kan het beeld vergroot of verkleind worden zoodat voor ieder oog een gemakkelijk leesbare letter kan worden verkregen. Dit is op zich zelf reeds van vérstrekkende beteekenis, daar het in dit geval niet meer voor kan komen, dat iemand een boek terzijde legt, alleen omdat de gebruikte lettersoort voor zijn oog te klein is. Uit de heele reeks van opnamen, welke de plaat bevat, kan men telkens een paar bladzijden projecteeren, onverschillig welke. De bediening van het toestel is zoo eenvoudig als men zich maar denken kan. Het hierboven beschreven procédé van microcopie schakelt dus den druk geheel uit en is toch ,n staat, om gedrukte stukken in den grootst mogelijken omvang te reproduceeren. Hierbij blijft het echter niet. Het maakt bovendien, zonder dat men zich veel moeite behoeft te geven, de reproductie mogelijk van allerlei oorspronkelijke afbeeldingen en manuscripten, die men nu op de dunne glasachtige copieën ten allen tijde onder zijn bereik heeft. Hiermede opent zich een nog niet te overzien gebied voor de microcopie. Op cultureel terrein zal het nu mogelijk zijn, alle, meestal voor het groote publiek ontoe gankelijke schatten van archieven en bibliotheken op te nemen en algemeen bezit te laten worden, aangezien duizenden boekwerken nu zonder meer in een bureaulaatje kunnen worden geborgen. Wat belangrijke perspectieven opent dit niet voor den weetgierige, die nu in staat gesteld wordt, om persoonlijk kennis te maken met de geestesschatten van het verleden en heden, manuscripten en platen ten allen tijde in hun origineelen vorm te bekijken Het „Mik ropie-Verlag" heeft tot dit doel reeds een omvangrijk werkprogram op gesteld, dat allereerst in het opnemen van de meest beroemde Duitsche drukken, eerste uitgaven en oorspronkelijke handschriften voorziet. Met deze afbakening van het arbeidsterrein, zoo merkt HlLDEGARD WEBER' op, wordt duidelijk genoeg aangegeven, dat aan een verdringing van het boek door microcopie in geen geval kan worden ge dacht en ook niet gedacht moet worden. Zeer terecht voegt hij hieraan nog toe, dat een met smaak verzorgde uitgave moeilijk door een apparaat overbodig kan worden gemaakt. Hoe het ook zij, de nieuwe uitvinding opent in ieder geval totdusver niet betre den gebieden voor alle takken van wetenschap en in het bizonder ook voor de pae- dagogiek. Voortaan kunnen naar believen de archieven van wetenschappelijke instellingen door iederen geleerde thuis bewaard worden. Wetenschappelijke werken, waarvan het drukken te kostbaar zou zijn, kunnen nu tegen geringe kosten door de microcopie worden weergegeven. In dit verband vergete men ook het geheele gebied der techniek niet: door projectie met behulp van het leesapparaat zijn zonder meer copieën op ge voelig papier en nateekeningen mogelijk. Een doorslaggevende factor voor het practisch gebruik van de microcopie is vooral de geweldige plaatsbesparing, die vooral voor archieven, bibliotheken, instituten en industrieele ondernemingen van zeer groote beteekenis zal blijken te zijn. Zelfs voor de musici wil de microcropie de mogelijkheid scheppen, om door een speciale instelling van het leesapparaat van een filmplaat af te spelen. Wij staan hier, aldus besluit WEBER zijn interessant artikel, voor den aanvang van een ontwikkeling, die zich op alle gebieden van het cultureele leven kan doen gelden. Welke gevolgen zij in werkelijkheid zal hebben, kan eerst het toekomstig ge bruik van de nieuwe uitvinding op groote schaal ons leeren. (Maasbode, 11-10-"40) Het N e d e r I a n d s c h e Meubel. Een oproep tot archivarissen e. a. Onder de meest boeiende voort brengselen van Nederlandsche kunstnijverheid behoort het Nederlandsche meubel. De ontwikkeling van de vele typen in opeenvolgende tijdperken kan men wel in hoofdzaak nagaan aan de voorbeelden, geleidelijk in musea bijeengebracht of in verschillende boekwerken en catalogi afgebeeld. Maar verder reikt onze kennis niet. Toch is dit voldoende om tot de erkenning te geraken, dat ons meubel tot aan het einde van de 18de eeuw steeds zulke sprekende, eigen trekken is blijven vertoonen en (in zijn beste exemplaren) zo groote deugden van evenwicht, soliditeit en zorgvuldige afwerking be zat, dat een ernstige studie gewijd aan dit meubel alleszins gewettigd is. Wij kennen de namen en het werk der beste beeldende kunstenaars, architecten en plateelbakkers. Geleidelijk worden ons bekend die der beste zilversmeden en tapijt- wevers. Over klok- en vijzelgieters en damastwevers staan ons goede gegevens te wachten, resultaat van speciaal onderzoek. Maar daarnaast weten wij nog bijna niets van

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1940 | | pagina 30