46
47
Deze verbouwing van de voormalige Pieterskazerne tot Rijksarchief is uitgevoerd
door een Maastrichtschen aannemer naar het ontwerp van Ir. De LUSSANNET DE LA
SABLONIÊRE te 's-Gravenhage.
^VerZ'et men ^eze verbouwing en de nieuwe deelen die erbij gekomen zijn, dan
blijkt al aanstonds welk een groote verbetering hier voor het Rijksarchief verkregen
is, vooral will de tegenwoordige behuizing in de voormalige Franciskanerkerk, eveneens
aan de Pieterstraat gelegen, zeer bekrompen was.
Beschikte men allereerst in de oude behuizing niet over scherfvrije kelders, in
den nieuwbouw is daarmede terdege rekening gehouden met het opbergen van kostbare
oorkonden en cartularia (perkament-copieën) welke dan zoo spoedig mogelijk daarheen
zullen worden overgebracht. In het nieuwe deel van het Rijksarchief zullen verder
worden ondergebracht oude rechterlijke bescheiden, stukken betrekking hebbende op
vroegere heerlijkheden en archieven van kloosters en kapittels in Limburg.
Bij dezen nieuwbouw heeft tevens de bedoeling voorgezeten, de fraaie 15-eeuwsche
kloostergang van het voormalig Franciscanerklooster te behouden door een goede
restauratie. Doordat echter deze gang de vorige eeuw gediend heeft als pakhuis bleek
het materiaal zoo te zijn vergaan, dat restauratie niet wel mogelijk bleek. Alleen heeft
men den hardsteenen onderkant weten te behouden, alsmede een aantal pilaren,
waarop geheel in stijl van het oude een spitsbogenvorm is aangebracht, zoodat het
geheel, vooral als aansluiting naar de aangrenzende kerk, zeer geslaagd mag genoemd
worden.
Het plan is verder, om een betere concentratie te krijgen van belangrijke
archieven t.z.t. het Feilzusterklooster, dat aansluit aan den nieuwbouw van het Rijks
archief, te verbouwen en in te richten als Gemeentearchief, hetgeen vooral uit weten
schappelijk oogpunt, daar het Gemeentearchief van Maastricht nog kostbaarder en
oudere stukken bezit dan het Rijksarchief voor Limburg, een groote verbetering zou zijn.
Maasbode, 18-9-'40.
Gemeente-archieven.
Amsterdam. - Met ingang van 1 Juli 1940 is de heer S. HART verhoogd
tot den rang van adjunct-commies.
Met ingang van 1 September 1940 is de commies Mej. S. DUPARC eèrvo|
ontslag verleend.
Middelburg. lengevolge van het bombardement van Middelburg en den
daarop gevolgden brand van het Stadhuis is het gemeente-archief, oud- zoowel als
nieuw archief, met uitzondering der registers van den Burgerlijken Stand sinds 1810
en een deel der bevolkingsregisters verloren gegaan.
O s s. Alhier is op 12 September 1940 in den ouderdom van 56 jaar over
leden de heer J. M. CUNEN, archivaris der gemeente.
Schied.'am. - Alhier is op 1 1 October 1940 op 71-jarigen leeftijd overleden
Dr. C. R. VERMAAS, oud-archivaris der gemeente.
Utrecht.- De Gemeenteraad heeft Dr. W. C. SCHUVLENBURC op zijn verzoek
wegens het bereiken, van de leeftijdsgrens met ingang van 1 |anuari 1941 eervol
ontslag verleend als gemeente-archivaris, en heeft in zijn plaats tot archivaris benoemd
Mr. W. C. VAN CAMPEN, chartermeester Ie klasse aan het gemeente-archief.
De terugkeer van Nederlandse lie archiefstukken.
Groote voldoening is op haarplaats. - Een medewerker schrijft
ons: De mededeeling van den leider van het „Deutsche Archivamt in den Nieder-
landen", Staatsarchivdirektor dr. B. -VOLLMER, op de onlangs gehouden vergadering
der Vereeniging van Archivarissen in Nederland, waarbij deze een belangrijken ruil
van archiefstukken tusschen Nederland en Duitschland in uitzicht stelde, is in Neder-
landsche archiefkringen met levendige voldoening vernomen. Deze voldoening werd
nog vergroot toen ook de mogelijkheid van verwerving van archivalia, die in Belgische
en Fransche depóts berusten, waartoe reeds lang pogingen zijn gedaan, werd aange
kondigd. Een ruilovereenkomst, die ook onder vroegere verhoudingen had behooren
te slagen en op den langen duur misschien ook wel zou zijn gelukt, zal nu, door de
gewijzigde staatkundige verhoudingen, in versneld tempo haar beslag krijgen. Van de
instemming uit archiefkringen, die dezen op objectieve en wetenschappelijke motieven
gebaseerden ruil steeds hebben nagestreefd, is men uiteraard zeker. Maar ook andere
Nederlandsche belangstellenden mogen zich overtuigd houden, dat Nederland bij den
voorgenomen ruil meer heeft te winnen dan te verliezen, zoo men dit laatste woord
in dit verband zou willen gebruiken.
Wat toch is het geval?
Zooals ieder, die zich even rekenschap geeft van de vaderlandsche geschiedenis,
volkomen zal beseffen, zijn in den loop der tijden gebieden, die oorspronkelijk tot
Nederland behoorden, daarvan los geraakt, doch ook omgekeerd zijn deelen van
Pruisen aan Nederland gekomen. Het na den opstand aan Spanje gebleven deel van
Opper-Gelre bv. kwam in 1713 aan Pruisen; tot Kleef behoorden verschillende stukken
oorspronkelijk Geldersch gebied. Tengevolge van het Congres van Weenen nu zijn
belangrijke gedeelten van Opper-Gelder, Gulik en Kleef aan Nederland afgestaan en
gevoegd bij de provinciën Gelderland, Noord-Brabant en Limburg. Daardoor zijn zoowel
in het Pruisische archiefdepót te Dusseldorp als in de Nederlandsche in Gelderland
en Limburg archivalia gekomen, die betrekking hebben op tegenwoordig, voor beiden
buitenlandsch gebied. Maar ook op andere wijze zijn oorspronkelijk Nederlandsche
archivalia in vreemde depóts geraakt. Zoo wordt in het Geheimes Hausarchiv der
v.m. Beiersche koningen te München een verzameling van 243 charters aangetroffen,
loopende over de jaren 1107—1529, die afkomstig zijn van de graven en hertogen
van Gelre en Zutfen, die de laatste hertog van Gelre, toen hij in 1543 zijn land aan
KAREL V moest afstaan, apart gehouden had om ze misschien nogeens tot staving
zijner landsheerlijke rechten te kunnen laten dienen en die door voortdurende ver
erving zijner nakomelingen tenslotte in Beieren zijn beland. Zoo bevinden zich te
Dresden archiefstukken betreffende het bestuur over Friesland, welke daar door de
hertogen AELBRECHT en GEOROE VAN SAKSEN, die tusschen 1498 en 1515 het lands
heerlijk gezag over dit gewest hebben bekleed, terecht zijn gekomen. In de woelige
jaren der 16e eeuw hebben met name Benedictijner Kloosters hun archieven naar
Duitsche abdijen overgebracht; zoo bezit die te Fulda zeer belangrijke archivalia van
het klooster te Dokkum, welke destijds door den abt zelf daar vandaan zijn gehaald,
en bewaart het stadsarchief te Frankfort aan den Main het zgn. Provincie-archief van
de orde der Carmelieten.
Dat ook in België zich tal van Nederlandsche archivalia bevinden is algemeen
bekend; het feit, dat ons land daarmede van de Bourgondische heerschappij tot 1579,
en daarna nog van 1815—1830, vereenigd is geweest, is hiervan de voornaamste
oorzaak en geeft tevens de gereede verklaring. Zoo berusten te Brussel o.a. in het
Algemeen Rijksarchief, ingelijfd en zelfs ingebonden bij de bekende Papiers de I' Audience,
de in 1585 bij de overgave van Antwerpen buitgemaakte stukken, behoorende tot het
archief der Staten-Generaal, waarop Nederland gegronde rechten kan doen gelden.
In het staatsarchief te Hasselt bevinden zich schepenen-archieven van plaatsen in
Nederlandsch Limburg, in die te Gent en te Antwerpen Kloosterarchieven van Noord-
nederlandsche herkomst, evenals trouwens in het Rijksarchief te Brussel. En hoewel