44 van Hasselt. Het verwalterschap was een zuivere vorm van last geving en verviel dus door den dood van den lastgever. Een aardig voorbeeld hiervan vonden wij in de brieven van omzending, 30 April 1709 rondgezonden door den drost van Vollenhove, daar de drost van Twente kort tevoren gestorven en die van Sailand blijkbaar afwezig was. De drost van Vollenhove had de stukken, bestemd voor de edelen van Twente, aan den verwalter-drost van Twente gezonden. Deze liet de stukken bij de verschillende havezathen circuleeren onder aanbieding van zijn excuses, aangezien zijn kwali ficatie tot deze omzendinge door het overlijden van den drost van Twente was geëxpireerd. De vraag, wanneer deze wijze van besluiten door middel van brieven van omzendinge is ingevoerd, is niet met zekerheid te beant woorden. Een bepaald besluit in dezen is mij niet bekend. De oudste der bewaard gebleven adviezen dateeren van 1649, maar het register van resolutiën geeft van dit geval geen opheldering. Daarentegen wordt in de resolutiën van Gedeputeerde Staten van 3 Februari 1653 melding gemaakt van de verschijning van Johan van der Beeck, ge committeerde van Overijssel ter Staten-Generaal in de vergadering van Gedeputeerde Staten, alwaar hij verzoekt wegens den vereischten spoed „de adviezen der leden" in te winnen over de concepten van eenige verdragen, door de Staten-Generaal met Frankrijk e. a. te sluiten, terwijl in een ingekomen brief van de Gecommitteerden ter Generaliteit van 5 Juli 1654 voor het eerst voor zoover mij bleek de uitdrukking „bij brieven van omzending in te winnen" gebruikt wordt. Bezwaren tegen dezen vorm van besluiten te nemen, die ver moedelijk langzamerhand is binnengeslopen, konden moeilijk bestaan, aangezien er vrijwel steeds eenstemmigheid over de op deze wijze behandelde voorstellen was. Indien de resultante der verschillende adviezen niet overduidelijk was, werd somtijds nog een ontworpen concept-resolutie bij brieven van omzending aan de leden om advies gezonden, terwijl het tenslotte altijd nog mogelijk was, een verga dering van Ridderschap en Steden bijeen te roepen. Juist de daaraan verbonden groote kosten schijnen mede een reden te zijn geweest, om de boven omschreven wijze van besluiten te nemen zoo dikwijls toe te passen. A. HAGA. 45 Officieele aanmoediging van het tewerkstellen van ondeskundigen bij ordenen en beschrijven van archieven. Het op zich zelf zeer loffelijke streven om de werkloosheid onder „hoofdarbeiders" (hiermede worden „intellectueele werkloozen be- doeld„hoofdarbeiders" is fout, vgl. daarnaast „hoofdopzichter „hoofdconducteur", enz.) te bestrijden heeft het Departement van Sociale Zaken er toe gebracht om aan de gemeentebesturen een brief te zenden, waarin tal van werkzaamheden worden opgesomd, die door de genoemde werkloozen zouden kunnen worden verricht. Daaronder bevinden zich tal van werkzaamheden, die inderdaad, zij het ook meestal onder deskundig toezicht, aan zoodanige personen kunnen worden opgedragen en zelfs bevinden zich daaronder eenige werkzaamheden, die aan archiefbewaarplaatsen plegen te worden verricht, b.v. het „ordenen en opplakken van courantenknipsels, perso nalia, enz. aan het gemeente-archief" en „het vervaardigen van alpha- betische klappers (bedoeld zullen wel worden alphabetisch-lexicogra- phische klappers) op de bevolkingsregisters van 1816—1861". Minder fraai is echter, „dat mir nichts, dir nichts" ook de volgende werkzaamheden worden genoemd: „ordenen archief en bibliotheek „inventariseeren van het oude archief" en de eenigszins raadselachtige bezigheden" vordenen stukken bureau waterschapsarchieven en „or denen doopregisters van de Waalsche kerk'. Het lijkt mij wel zaak, dat door de provinciale inspecteurs der gemeente- en waterschapsarchieven tegen dit „loslaten van ondes kundigen op onze archieven wordt gewaakt en in voorkomend geval wordt opgetreden. Mr. J. J. BEYERMAN. Berichten. Vergelijk Tegenw. Staat van Overijssel, I, 286 288. Verzoek van de redactie. Bijdragen voor volgende aflevering van het Archievenblad worden gaarne tijdig ingewacht. O v e r ij s s el. Bij beschikking van den waarn. Secretaris-Generaal van het Departement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen is met ingang van 1 October 1940 als adjunct-commies bij het Rijksarchief in deze provincie in vasten dienst aan gesteld Mr. H. L. HOMMES, thans tijdelijk als zoodanig werkzaam. Limburg. De verbouwing van de voormalige Pieterskazerne te Maastricht tot Rijksarchief begint al flink haar voltooiing te naderen. Met het metselwerk en beton- gieten van den nieuwbouw is men thans gereed, zoomede met het herstel en bijbouwen van het overige deel, gelegen aan de Begijnenstraat. De laatste hand wordt nu gelegd aan de inwendige afwerking van het Rijksarchief, hetgeen naar men hoopt in het begin van het volgende aar voltooid zal zijn.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1940 | | pagina 26