42
taald. Het nut van dezen arbeid moet, althans van het standpunt
van den archivaris bezien zeer problematisch worden geacht.
Ofschoon de afschriften, voor zoover een zeer oppervlakkig onder
zoek dit kan uitmaken, wel betrouwbaar zijn, komen in de spelling
der eigennamen nog al eens fouten voor.
Toch geven de net-resolutiën, gecompleteerd door de minuut-
resolutiën, nog geen volkomen beeld van alle door de Staten ge
nomen besluiten. In de eerste plaats werden in de jaren 1626— 1679
naast de resolutie-registers nog afzonderlijke registers gehouden van
de ingekomen requesten, „apostillen op requesten" genoemd. De
griffier of een der klerken schreef den korten inhoud der ingekomen
requesten in het register en liet tusschen de verschillende requesten
de noodige ruimte, om tijdens de behandeling ter Staten-vergadering
de daarop genomen besluiten, apostillen genoemd, er onder te schrijven.
Ook werd somtijds de behandeling dezer requesten aan Gedeputeerde
Staten overgelaten. De bovengenoemde registers van apostillen zijn
meerendeels afgeschreven in de net-resolutiën, doch bij die over de
jaren 1663—1668 en 1671—1672 is dit niet geschied.
De Landdagen hadden gewoonlijk eenmaal per jaar en wel in
het voorjaar plaats, in lateren tijd werden ook meermalen najaars
vergaderingen gehouden, terwijl slechts een buitengewone vergadering
werd uitgeschreven, wanneer de omstandigheden dit noodzakelijk
maakten. In den tusschentijd hadden de Gedeputeerde Staten het
recht, de brieven aan Ridderschap en Steden gericht, te openen en
te beantwoorden „soot saken van cleyne importantie sijn."
Voorts kende men nog de Staten-resoluties bij brieven van
omzending genomen, waarover wij nog iets meer wenschen mede
te deelen, dan in den Tegenw. Staat van Overijssel2) daaromtrent
is te vinden. Wij zagen reeds, dat Gedeputeerde Staten bevoegd
waren, de brieven, aan Ridderschap en Steden gericht, te openen,
wanneer deze niet bijeen waren. Indien nu Gedeputeerde Staten niet
bevoegd waren om op die ingekomen stukken een besluit te nemen
en de zaak nochthans spoed vereischte en niet van zoo groot belang
was, om daarvoor een buitengewone vergadering van Ridderschap
en Steden bijeen te roepen, dan verzochten Gedeputeerde Staten
den drost van Salland of bij diens afwezigheid den hem in rang
opvolgenden drost het advies van Ridderschap en Steden in te
winnen bij brieven van omzending onder toezending van afschriften
van de betreffende stukken. De adviezen der Ridderschap werden
43
kwartiersgewijze en die van de drie steden Deventer, Kampen en
Zwolle ieder afzonderlijk ingewonnen. In de kwartieren Salland en
Twente geschiedde dit gewoonlijk aldus, dat de drost een brief met
de betreffende stukken, vergezeld van zijn advies, door een bode
langs de havezathen liet rondbrengen, op welken brief de edelen
dan eveneens hun advies plaatsten. Was de jvidderschap van het
kwartier toevallig bijeen of werden zij voor deze gelegenheid speciaal
bijeengeroepen, dan werd het advies bij wijze van een extract uit
de resolutiën ingebracht. In het kwartier Vollenhove daarentegen,
waar nagenoeg alle edelen in de stad Vollenhove woonden, had
steeds een vergadering der Ridderschap plaats en werd het advies
in den vorm van een extract-resolutie, soms ook per brief ingezonden.
De drie steden zonden eveneens hunne adviezen in door middel van
een extract-resolutie of somtijds door een brief. De adviezen werden
toegezonden aan den drost van Salland, die ze doorzond aan den
griffier met verzoek, uit deze zes adviezen, die bijna steeds met
elkander in overeenstemming waren, een provinciale resolutie (waar
schijnlijk met advies van Gedeputeerde Staten) te formeeren. Ook
werden de adviezen der leden dikwijls rechtstreeks aan den griffier
gezonden, die het daaruit geformeerde besluit in het register van
resolutiën opteekende onder het hoofd „bij brieven van omzendinge"
of „op de ingekomen adviezen der leden. Daar deze opteekening
echter lang niet geregeld plaats had, kan het groot aantal bewaard
gebleven adviezen mede als een aanvulling op de registers der
Staten-resolutiën worden beschouwd.
De onderwerpen, bij deze wijze van omzending behandeld, be
treffen voor een zeer groot gedeelte extra-ordinaire petities van den
Raad van State en verdragen met vreemde mogendheden. Van de
daarop bij omzending genomen resoluties werd afschrift gezonden
aan de Overijsselsche Gecommitteerden in de Staten-Generaal, ten
einde door hen in de vergadering dier Staten te worden ingebracht.
Een enkele maal vindt men een geheel buiten dit kader vallend
onderwerp bij brieven van omzending behandeld. Zoo werd o. a. in
Maart 1693 een nominatie voor het griffiersambt op deze wijze
opgemaakt.
De „omzending" door den drost van Salland geschiedde in diens
kwaliteit van voorzitter der Staten-vergadering. Was hij afwezig of
was er een vacature, dan geschiedde dit niet door den verwalter
plaatsvervangende) drost van Salland die hem alleen in zijn
kwaliteit van drost verving maar door den op hem in rang vol
genden drost. De rangorde onder de drosten was: Salland, Twente,
Vollenhove, IJsselmuiden, Diepenheim Haaksbergen en de Hoogschout
Zie de instructie van Gedep. Staten van 1593, art. X (Tegenw. Staat van
Overijssel I, 484).
2) Aldaar I, 285.