74 structie bevatten. Dit geldt voor eenige eigendomsbewijzen en rente brieven, waarin de opsteller door partijen laat oorkonden, dat zij ten overstaan van het gericht eene rechtshandeling verricht hebben. Dit nu is de zaak op den kop gezet. Een officieele instantie kan eene rechtshandeling in een oorkonde vastleggen, terwijl partijen dienaan gaande eene verklaring kunnen afleggen. Het omgekeerde strijdt met het hierin bestaande woordgebruik. Het merkwaardige is, dat goede en verkeerde redactie door elkander voorkomen, terwijl een enkele maal (b.v. Reg. no. 35) het werkwoord oorkonden gebruikt wordt, wanneer een particulier een eenzijdige verklaring aflegt over eene door hem aangegane verbintenis. In de regestenlijst zijn ook brieven opgenomen (nos. 117, 118, 120 en andere). Waarom deze brieven in den inventaris beschreven zijn onder no. 9, Requesten met bewijs stukken ter zake van het jachtrecht en andere stedelijke rechten, is niet duidelijk, De index bevat evenzeer afwijkingen van het in deze bestaande gebruik, dat alleen personen- en plaatsnamen klappert. Ik noteerde terloops: Archidiaken R. 177. Bedoeld is de aartsdiaken van Twente, die echter onder „Twente (aartsdiaken van)" tevergeefs wordt gezocht. Huizen en straten zijn niet vermeld onder den naam der plaats, waar zij gelegen zijn, doch zelfstandig geklapperd, evenzoo kerkelijke instel lingen, b.v. Kanunniken, Kapittel. Waarom Dr. Formsma in deze van het bestaande gebruik is afgeweken, wordt niet gemotiveerd. Dit zou te belangrijker zijn geweest, omdat b.v. onder Twente en Utrecht wel een aantal functionarissen worden vermeld. Bij Twente wordt zelfs het zegel afzonderlijk geïndiceerd, ofschoon elders hiervoor het be kende sterretje wordt toegepast. Aan het werkje is een kaartje toegevoegd ter verduidelijking van de verschillende grenzen van gericht, gemeenten, marken en kerspelen. Het is jammer, dat dit zoo nuttige hulpmiddel in de inleiding niet de noodige toelichting heeft verkregen. Het spijt mij uitermate, dat ik in het bovenstaande zoo vele aan merkingen heb moeten maken, want ik heb de overtuiging, dat vele dezer tekortkomingen bij een nauwkeurige revisie vóór den druk onder vangen hadden kunnen worden. „Polissez-le et le repolissez" heeft eens een Fransche dichter tot raad gegeven. Het is een woord, dat ook op archiefinventarissen kan worden toegepast. A. j. VAN DE VEN. 75 Berichten. Verzoek van de redactie. - Bijdragen voor de volgende aflevering van het Archievenblad worden gaarne voor 15 Maart 1940 ingewacht. Algemeen. Algemeen Rijksarchief. Bevorderd tot commies de heer A. BeïTINK, bibliothecaris. Examencommissie. Prof. Dr. H. BRUGMANS, die van den aanvang af tot voor kort van deze commissie deel heeft uitgemaakt, is te Amsterdam op zeventigjarigen leeftijd overleden. Examens archiefambtenaar. Voor het diploma van wetenschappelijk archiefambtenaar der eerste klasse zijn geslaagd de heeren M. P. VAN BUVTENEN te Leeuwarden en H. A. M. SCHURINK te Venlo. Onze gezantschapsarchieven te W a r s c h a u. loen, vrij kort voor de eindphase van den strijd om Warschau intrad, die leden van het diplomatieke corps welke daar op hun post waren gebleven, tegelijk met hen, die deel uitmaakten van de buitenlandsche kolonies, die gelegenheid kregen om de Poolsche hoofdstad te verlaten, was het natuurlijk alleen mogelijk het hoog noodige mede te nemen. Dit gold zoowel voor de diplomaten als voor de ongeveer 1200 overige buitenlanders, waaronder ook de Nederlandsche kolonie. Allicht zullen dus verschillende menschen die tengevolge van de zeer bijzondere omstandigheden, allerlei in hun woningen of op hun kantoren in Warschau moesten achterlaten, zoodra zulks kan, terug willen keeren om orde op hun zaken te stellen. En tevens, voor zoover zij voor goed naar elders zouden vertrekken, om dan voor over brenging van hun have en goed, althans ten aanzien van wat daarvan nog is overge bleven, zorg te dragen. Dit geldt uit den aard der zaak insgelijks voor de diplomaten en niet te vergeten ook voor de gezantschapsarchieven, enz. Vandaar dat, naar ons ter oore komt, het voornemen bestaat dat Mr. W. j. G. baron GEVERS, die tot bovenvermeld vertrek toe, in de Poolsche hoofdstad zijn taak bleef vervullen - hij was gezantschapsattaché, doch kreeg, toen hij na het vertrek de leiding van de legatie in de Poolsche hoofdstad had, den persoonlijken titel van gezant schapssecretaris naar Warschau zal terugkeeren, o.m. om voor het verzenden of overbrengen van de archieven van het gezantschap te zorgen. Omtrent het tijdstip waarop dat zal kunnen gebeuren, zal echter nog met de autoriteiten in Berlijn, waar Mr. GEVERS thans tijdelijk vertoeft, overleg gepleegd moeten worden. Hun medewerking voor een dergelijk bezoek is thans uit den aard der zaak noodig, doch waarschijnlijk zullen zij deze wel verleenen, zoodra zulks in zekere rust en veilig heid zal kunnen geschieden. Ook al, aangezien zich in de archieven mede wel het een en ander zal bevinden, dat voor henzelf van belang is, doordat immers ons gezantschap ook belast was met de tijdelijke behartiging van de in Polen woonachtige Duitschers. (N. R. C„ 1 Oct. 1939). Koninklijk H u i s - A rc h i e f. - Met machtiging van Hare Majesteit de Koningin werd de heer STEUR, gewezen leeraar in de geschiedenis en daarna volontair bij het Algemeen Rijksarchief, met ingang van 1 September 1934 aangesteld als tijdelijk wetenschappelijk assistent bij het Koninklijk Huis-Archief. In die hoedanigheid ver-

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1940 | | pagina 43