42
Rijksarchief in de provincie Drenthe.
De kelderruimte van het archiefgebouw is scherfvrij gemaakt
door het storten van zand in de koekoeken, voorts door het aan"
brengen van eenige hooge steenen drempels beveiligd tegen het
instroomen van bluschwater; de zolder is ontruimd.
De stukken van Categorie I en 11 zijn grootendeels naar ge
noemde kelderruimte overgebracht, alleen de meest geraadpleegde
stukken dezer categorieën zijn voorloopig nog op hun plaats gelaten;
zoo noodig kunnen deze echter in zeer korten tijd mede daar ge
borgen worden.
Voorstellen zijn voorts ingediend om door netten van harmonica
gaas op het platte dak en (of) het aanbrengen van ferrocal-platen
op de bovenste roostervloer van het depot het gevaar van inslaan
van brandbommen te verminderen.
Rijksarchief in de provincie Limburg.
De belangrijkste stukken uit de Rijksarchiefbewaarplaats, d.w.z.
de charters, de cartularia en enige reeksen registers, werden met
behulp van de „Katholieke Verkenners" overgebracht naar het Stad
huis van Maastricht; daar werden zij geborgen in een voormalige
gevangeniscel, gelegen in de kelder, vochtvrij, met 2 Mr. dikke
muren en een zeer zwaar gewelf. Op de zware deur werd een slot
aangebracht; de sleutels zijn op het Rijksarchief. Regelmatig wordt
geinspecteerd of de stukken in goede conditie blijven.
Verder werden in de bewaarplaats zelf de belangrijkste archieven
of gedeelten van archieven geplaatst op de constructief-sterkste
plaatsen van het gebouw (d. i. een gothieke kerk): onder enkele
zware bogen tussen de zwaarste pijlers en in de sterkste muren.
Op zes van dergelijke plaatsen werden deze archieven in reeds
bestaande kasten of op inderhaast getimmerde rekken op elkaar
gestapeld. Daarna werd er een houten balkwerk voor getimmerd en
hiertegenaan en overheen werden zware barricades van zandzakken
door de Verkenners opgebouwd.
Reeds in September 1938 is de zoldering van het kerkgebouw,
bestaande uit vrij sterke stenen gewelven, afdoende opgeruimd en
gezuiverd van alle ongerechtigheden, zodat het gevaar van brand
bommen zoveel mogelijk gereduceerd is. Besprekingen met den Kring
leider van de Rijksgebouwendienst over het bestrijken van de dak
balken met brandwerende verf leidden tot de conclusie, dat de
daaraan verbonden kosten te hoog zouden zijn in verhouding tot
het nuttige effect, dat dit zou kunnen hebben,
43
Vanzelfsprekend is op verschillende plaatsen in het depót en op
de gewelven het nodige materiaal geplaatst tot blussing van eventuele
branden.
Hierna volgt een exposé van de maatregelen, genomen door
beheerders van verschillende gemeentearchieven (in alphabetische
volgorde).
Alkmaar.
Naar aanleiding van een schrijven van den Minister van O., K.
en W. (nr. 4770', afd. K. W., d.d. 24 Aug. 1939) inzake „bescherming
van cultureele waarden tegen oorlogsgevaren en eventueele inscha
keling van jeugdorganisaties", is door den Burgemeester dezer ge
meente op 28 Augustus een comité in het leven geroepen, met den
Gemeentearchivaris als voorzitter.
In dit comité hebben voorts zitting de Directeur van Gemeente
werken, het Hoofd van den Luchtbeschermingsdienst en een aantal
vertegenwoordigers van diverse jeugdorganisaties.
Onder de aan de zorgen van dit comité toevertrouwde „cultu
reele waarden" vallen vanzelfsprekend ook de archieven.
Middels dit comité heeft de archivaris dus ook voor het nemen
van maatregelen tegen oorlogsgevaren onmiddellijk contact met die
diensten en organisaties, welke de noodige hulpmiddelen en helpers
ter beschikking kunnen stellen.
Aangezien de gebouwen, waarin te Alkmaar het voornaamste
van wat de gemeente aan verplaatsbare kunstvoorwerpen e. d. en
ook aan archieven bezit, hoewel op zichzelf niet ongunstig gelegen,
tegen luchtaanvallen niet afdoende beveiligd kunnen worden, worden
maatregelen genomen om, indien noodig, alles zooveel mogelijk over
te brengen in schuilkelders.
Naar deze schuilkelders (bankkluizen e. d.) is op 't oogenblik
(October 1939) een onderzoek gaande. Hierbij wordt er speciaal op
gelet of deze inrichtingen 1°. veilig (tegen bomscherven, gas en
brand), 2°. droog en 3°. inbraakvrij zijn.
In het Stedelijk Museum, waar dit door bijzondere omstandigheden
(gedeeltelijke ontruiming ten behoeve van het Distributiebureau) het
eerst noodig was, worden met behulp van enkele leden van jeugd
organisaties, reeds diverse voorbereidende maatregelen genomen.
In het archiefdepót bleef alles nog op zijn plaats. Gelukkig,
daar zijn beheerder op het standpunt staat, dat zoolang geen onmid
dellijk gevaar dreigt, de dienst zooveel mogelijk gewoon en rustig
moet kunnen blijven voortgaan.