36 Rijksarchief in de provincie Utrecht. Op den zolder van het archiefgebouw zijn eenige kisten met zand, emmers, zwabbers en schoppen geplaatst. In het gebouw zelf zijn wat zandbakken, eenige gasmaskers en een gummi-jas aanwezig. De in den steenen vloer bestaande gaten voor de vroegere centrale verwarming en de glasplaten voor de verlichting in de kelderruimte, zijn weggemetseld. In de kelders voor zoover voor Rijksberging bestemd zijn planken gelegd op stapeltjes baksteenen om het optrekken van vocht te verhinderen. Daartusschen staan eenige open blikken met ongebluschte kalk. Of daarmede het vocht voldoende geweerd wordt is echter twijfelachtig: aan het Departement is daartegen spoedige voorziening gevraagd. Naar de kelders zijn groote hoeveelheden der belangrijkste archivalia overgebracht, n.l. alle stukken, waarvan aangegeven is, dat ze het eerst voor redding bij brand in aanmerking komen, o.a. het geheele archief van den Burgerlijken Stand, alle doop-,trouw- en begraaf- boeken en gedeelten van de Staten-archieven en van die der kapittelen. Van deze laatste is alleen dat van Oudmunster vooralsnog uitgezonderd, omdat de archivaris aan de bewerking daarvan bezig is. Het ligt echter in de bedoeling dit mèt een partij charters en rechterlijke stukken van het Hof in veiligheid te brengen, als de nood aan den man mocht komen. De archivalia zijn op de planken gestapeld, zoodat ze zij het dan ook met wat meer moeite toch weer naar boven gebracht kunnen worden en het archief voor het publiek niet heeft behoeven gesloten te worden. Ten slotte kan nog medegedeeld worden, dat voor een aantal uiterst belangrijke stukken eenige bergruimte beschikbaar is in den aan hoogere eischen van veiligheid beantwoordenden kelder der Uni versiteitsbibliotheek. Rijksarchief in de provincie Zeeland. Onder het hoofdgebouw liggen twee ruime middeleeuwsche kelders, welke door den Rijksgebouwendienst geschikt bevonden werden voor noodberging van archiefstukken. Een doorgang verbindt de twee ruimten. De ingang, eenige jaren geleden ontdekt en geopend, ligt aan het Abdijplein. Steeds werd aangenomen, dat de Noord-Oostelijke zijwand grensde aan de zoogenaamde Kleine Wacht, die naar het Oosten een uitgang heeft. Toen echter een doorgang in dezen wand werd gemaakt, teneinde een complex met twee uitgangen te verkrijgen, ontdekte men een derden kelder, die, nadat een betonnen vloer was 37 gelegd, mede zeer geschikt was als bergruimte. Tusschen dezen kelder en de Kleine Wacht werd een opening gemaakt, afsluitbaar met een deur, aan beide zijden bewapend met ferrocalplaten. Een dergelijke deur sluit thans ook den ingang op het Abdijplein af. Langs de wanden van de drie kelders zijn houten stellingen geplaatst en in de ruimten is electrisch licht aangebracht. Toen in het eind van Augustus met de opberging van de voor naamste stukken moest worden begonnen, was het werk aan de kelders niet voltooid. De Polder Walcheren heeft welwillend een deel van de te bergen kisten met stukken tijdelijk in de kluis opgenomen, terwijl ook een gedeelte verhuisde naar de kelders van de Provinciale Bibliotheek. Het laatstgenoemde deel is nog ter plaatse, de in de Polderkluis gedeponeerde stukken zijn overgebracht naar de kelders van het Rijksarchief. Een lijst met doorloopende nummering geeft een volledige over zicht van de geborgen bescheiden. Zij noemt alle charterverzamelingen, het archief der Abdij, de oudste grafelijke rekeningen, belangrijke gedeelten van de rechterlijke archieven, het archief van Prelaat en edelen, het Staten-archief, talrijke kaarten, het archief van Reimers- waal, vele aanwinsten, alle retroacta van den Burgerlijken Stand en de voornaamste collecties, welke bij het Rijksarchief in bewaring zijn. Voor eiken kelder zijn tableaux opgemaakt, correspondeerend met de stamlijst. Ten behoeve van de Agenda, de tienjarige tafels van den Burgerlijken Stand, de indices op de Statennotulen en de andere stukken, die voor den dagelijkschen dienst niet kunnen worden gemist en dus alleen bij uitersten nood worden geborgen, is het grootste gedeelte van den derden kelder beschikbaar gehouden. Voorde bescherming van het geheele Abdij-complex, met inbegrip dus van het Rijksarchiefgebouw, is een plan in bewerking. Rijksarchief in de provincie Overijssel. De genomen maatregelen laten zich het best verdeelen in twee groepen: 1° die rakende het gebouw en 2° die rakende de archieven. Wat de eerste groep betreft, is volstaan met den zolder die, ver moedelijk reeds bij de restauratie in 1898, van een tegelvloer is voor zien te ontruimen en aldaar bakken met zand en schoppen te plaatsen. De Rijksgebouwendienst zal voorts nog maatregelen nemen om het brandgevaar in de goot langs het dak tot een minimum te beperken. In een der torens is gelijkvloers nog een stellage getimmerd ten einde in geval van nood een aantal archivalia van de bovenste (3de) verdieping een veiliger bewaarplaats te kunnen geven. Opgemerkt zij voorts, dat een waterleiding met brandslangen aanwezig is tot op

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1940 | | pagina 24