30 die een kort, goed gedocumenteerd voorwoord erbij schreef. De uitgave bevat 1 10 reproducties van Noord-Nederlandsche stedeplatte gronden, met de zg. „cartons". De Belgische uitgave is minder systematisch opgezet. Men heeft n.l. ook de nu in Noord-Frankrijk liggende steden opgenomen en verder van de steden, waarvan Van Deventer's plattegrond niet be kend -is, een andere plattegrond in de uitgave opgenomen. De Bel gische uitgave is begonnen in 1884 en pas voltooid in 1924. Deze uitgave heeft vóór op de Nederlandsche, dat bij de kaarten uitvoerige toelichtingen van archivarissen en andere historici zijn toegevoegd, ongelijk van documentatie en waarde, maar samen een uitnemende bron voor de stadstopografie. Welke is nu de waarde van deze plattegrondencollectie In het algemeen zal het niet noodig zijn voor archivarissen het belang van oude kaarten uiteen te zetten voor de topografische geschiedenis van een stad. De kaarten van Van Deventer nu zijn voor bijna alle Noord- en Zuid-Nederlandsche steden de oudste stads- afbeelding, die die naam verdient. Alleen van Amsterdam en Ant werpen en van zeer weinig andere steden zijn oudere plattegronden bekend. De kaarten van Van Deventer zijn met strategische doeleinden gemaakt. Ze zijn betrouwbaar, allen op dezelfde schaal gemaakt, dus uitstekend geschikt voor onderlinge vergelijking van verschillende steden, allen naar het Noorden georiënteerd en ook verder op dezelfde wijze bewerkt. Het is alles eigen werk van Van Deventer, wij mogen wel aannemen, dat hij de kaarten alle zelf op het terrein heeft gemaakt. Dat dit hem twintig levensjaren gekost heeft is niet zoo'n wonder, als men bedenkt, dat hij van Groningen en Appingedam in het Noorden, tot Luxemburg en Thionville in het Zuid-Oosten, tot Atrecht en Kamerijk in het Zuidwesten heeft moeten trekken om de meer dan 200 steden juist uit te teekenen. Hij kreeg als loon een jaarlijksch tractement van f 200. en bovendien f2.— per dag als hij op pad was en dan nog 20 placards per dag voor loon van gidsen en tolken voor als hij in de Waalsche provincies kwam, of voor het huren van een paard als de wegen te slecht waren om met een kar te berijden. Vergelijken wij de plattegronden van Van Deventer met een andere collectie van Nederlandsche stedenplattegronden n.l. die van 31 de in 1649 verschenen twee-deelige stedenatlas van de Nederlanden van Blaeu. Deze laatste uitgave wint het ongetwijfeld in sierlijkheid. Steeds wordt de plattegrond zóó groot gemaakt, dat een dubbel foliovel er mee gevuld wordt. Maar hiermede vervalt dan ook het voordeel van een gelijke schaal. Zoowel Amsterdam als Medemblik vullen een dubbele pagina! Ook de oriëntatie van de plannen is geheel willekeurig. En tenslotte heeft Blaeu zijn plattegronden uit allerlei bron geput; hij erkent het eerlijk in zijn voorwoord, dat de atlas geheel op gegevens, door anderen verstrekt en geheel ongelijk van waarde, berust. Indirect berusten sommige plattegronden zelfs op Van Deventer Wanneer zijn. de kaarten van Van Deventer gemaakt? Tusschen circa 1555 en 15752) en van enkele steden heeft men een nadere dateering kunnen vaststellen. Als voorbeeld noem ik Brussel3). In 1550 werd een kanaal gegraven, dat Brussel met de Schelde verbond. In 1554 werd dit kanaal binnen de muren van Brussel doorgetrokken. De kaart van Van Deventer vertoont wèl het kanaal van Willebroek buiten de poorten, maar niet het verlengstuk binnen de poorten. De kaart moet dus tusschen 1550 en 1554 zijn gemaakt. Ook de kaarten van Rotterdam en Middelburg heeft men nader kunnen dateeren. Op een enkele kaart komt een jaartal voor. Voor mededeelingen aan gaande een nadere dateering van andere plattegronden houd ik mij aanbevolen. Tenslotte nog een enkel woord over familie en afkomst van Van Deventer. Hij stierf in 1575 te Keulen kinderloos. De stukken betrekking hebbende op de verdeeling van de nalatenschap geven een reeks aanwijzingen, die licht geven over het leven van Van Deventer4). Dadelijk na zijn overlijden legde de Keulsche Magistraat beslag op zijn daar berustende goederen en eenige maanden later verzond de Magistraat op verzoek van ViGLlUS van Aytta de kaartboeken Deze bijzonderheden worden vermeld in de stukken gepubliceerd door A. PlNCHART in de Messager des sciences etc. (1859), p. 283 284, Archives des arts etc., II (1863), p. 67-68. Uittreksels bij FrUIN (inleiding), facsimileuitgave en Wieder a. w., blz. 75 76. J) In het 3de en 4de deel van het stedenboek van HOGENBERG en BRAUN (ver schenen resp. 1581 en 1588) komen n.l. een groot aantal plattegronden an Nederland sche steden voor, die kennelijk navolgingen zijn van VAN DEVENTERS kaarten. Waar schijnlijk heeft HOGENBERG in de jaren 1572-1575 deze kaarten te Keulen gecopiëerd. Blaeu en anderen hebben op hun beurt van de kaarten van HOGENBERG en BrAUN gebruik gemaakt. Zie b.v. de plattegronden van Deventer, Zutphen en Nijmegen. 2) VlGLIUS schrijft in 1570, dat VAN DEVENTER reeds 12 jaar aan de kaarten heeft gearbeid. Ook de door PlNCHART gepubliceerde stukken (vermeld in blz. 30, noot 1) geven aanwijzing, dat de opdracht omstreeks 1555 verstrekt werd. Er zijn echter ook aanwijzingen, dat VAN DEVENTER reeds vóór 1555 aan de plattegronden heeft gewerkt. 3) Ontleend aan de toelichting bij de kaart van Brussel in de Belgische repro- ductieuitgave. 4) Deze stukken zullen binnenkort in extenso worden gepubliceerd.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1940 | | pagina 21