20 waarin zijn naam voorkomt. De mij bekende stukken, die het leven en bedrijf van onzen geograaf toelichten, zijn te vinden in het Alge meen Rijksarchief te Brussel, in het Algemeen Rijksarchief in den Haag, in de Rijksarchieven te Zwolle, Arnhem, Leeuwarden en Middelburg en in de stadsarchieven van Dordrecht, Antwerpen, Mechelen, Kampen en Keulen en tenslotte in het archief van het Hoogheemraadschap Delfland te Delft. Jacobus van Deventer heeft zijn leven en zijn werken eveneens getrouwelijk over het Noorden en het Zuiden verdeeld. Hij is geboren in Deventer of althans in de omgeving van Deventer. Al spoedig is hij naar Brabant getrokken. Misschien is hij te identificeeren met „Jacobus lantmetere de Mechlirtia", dus Jacob de landmeter uit Mechelen, die 31 Augustus 1523 als student in de Leuvensche Uni versiteit werd ingeschreven Daar zal hij zeker innig contact hebben gehad met Gemma Frisius, een beroemd medicus, tegelijk een vermaard mathematicus en geograaf2). Deze op het eerste oog wonderlijke combinatie van kundigheden was toen ter tijde normaal3). Voor een goede uitoefening van het medisch beroep werd een grondige wis kundige kennis noodig geacht. Het uitoefenen van het medisch beroep gaf een finantiëele grondslag aan het bestaan, daar het beoefenen van de wiskunde nu eenmaal moeilijk lucratief te maken is. In dezen tijd werd juist door Gemma Frisius een aanvang gemaakt met een meer wetenschappelijke beoefening van de astronomie en de geografie. In 1533 verscheen zijn werkje: „Libellus de locorum describendorum ratione In dit boekje wordt eigenlijk de grondslag voor een soort triangulatiemethode gegeven. Bekend is het voorbeeld, dat gegeven wordt4). Men beklimt eerst den toren van Antwerpen en meet vandaar de hoeken, die gevormd worden door de meridiaan met de richting naar de torens van Brussel, Leuven, Mechelen enz. Dan beklimt men den toren van Brussel en doet daar hetzelfde. Wanneer de afstand tusschen Brussel en Antwerpen dan bekend is, kan met behulp van de aldus verzamelde gegevens de plaats bepaald worden van de andere steden, zonder dat men naar die andere steden toegaat. Dezelfde methode kan op kleinere schaal toegepast worden bij het maken van 21 stadsplattegronden en zonder deze kennis, die omstreeks 1530 in Leuven gedoceerd werd, is de kartografische werkzaamheid van mannen als Jacobus van Deventer en Mercator, die ook in Leuven onder het gehoor van Gemma Frisius was, ondenkbaar. Opmerkelijk is, dat in de vroegste levensbeschrijving van Jacobus van Deventer van hem ook getuigd wordt„war erstlich ein Professor Medicinae, darnach Matheseos, begab sich aber fürnemlich und mit solchem fleisz auf die Cosmographey, dasz er sampt den fürnembsten Weltbeschreibern Königs Philippi mit einer Jarlichen Renthen verehrt ward." Dus ook hij was eerst praktizeerend geneesheer, daarna mathematicus en hij kwam via de mathematica en misschien via het practische landmetersberoep in de geografie terecht. Het is mij niet bekend geworden, waar Jacobus van Deventer praktizeerend geneesheer is geweest. Ik ben geneigd het eerst te denken aan Mechelen, maar onder de stadsdoctoren te Mechelen van het tijdvak wordt hij niet aangetroffen. Misschien is hij te Antwerpen, waar hij bij zijn dood goederen bezat, medicus geweest. Dit zijn echter slechts gissingen. Vasten grond krijgen wij pas onder de voeten in 1537 in welk jaar blijkens een rekeningpost door den Raad van Brabant 4 pond aan Jacob van Deventer werd uitbetaald voor een door hem aangeboden kaart van dat gewest2). Hij was dus toen nog in Brabant en wel blijkt uit verspreide gegevens, dat hij zijn hoofdkwartier had opgeslagen te Mechelen, waar zijn vrouw, Barbara Smets, ook deel had aan de levendige kartografische bedrijvigheid daar ter stede. Over „Het Mechelsche midden van kaartenmakers, Jabob van Deventer, Hendrik Terbrugoen, Peter Draecx en anderen" heeft Dr. Denucé in 1912 geschreven in zijn werk over: De Oud-Nederlandsche Kaart- makers in betrekking met Plantiin 3). Mechelen was de zetel van den Grooten Raad, het hoogste gerechtshof van de Nederlanden. Het werd toen al gebruikelijk om bij jurisdictiegeschillen en bij twisten HENRI DE Vocht Inventaire des archives de l'Université de Louvain 1426 1797 aux Archives générales dn Royaume a Bruxelles (Louvain, 1927), no. 23, p. 312 vo. 2) GEMMMA FRISIUS werd geboren te Dokkum 8 December 1508 en overleed te Leuven 25 Mei 1555. In 1528 promoveerde hij te Leuven. Zie over hem: F. VAN ORTROYBio-bibliographie de GEMMA FRISIUS, fondateur de l'école beige de géographie (Académie royale de Belgique, classe des lettres etc. Mémoires, collection in 8°, 2me série, tome XI, Bruxelles 1920) en Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek VI (1924), kolom 556 557. 3) Van Ortroy, p. 17-20. 4) Van Ortroy, p. 58. Te vinden op de achterzijde van den plattegrond van de stad Deventer, voorkomende in het stedenboek van HOGENBERG en BrAUN: Civitates orbis terrarum. Voor deze aanhaling raadpleegde ik een exemplaar met Duitschen tekst, berustende in de Universiteits-Bibliotheek te Leiden (1257 C. 15-16). In de latijnsche uitgave luidt de tekst: qui initio artem medicam professus, Mathesin deinde, et potis- simum Geographiam ita coluit, ut inter primos Philippi Regis Cosmographos, honestissima pensione annua donatus 2) Brussel, Algemeen Rijksarchief, archief rekenkamer, no. 21719, rekening 1 Oct. 1536 ultimo Sept. 1537, hiervan folio XXIV. De tekst is gedrukt door A. PlNCHART in de Messager des sciences historiques (1859), p. 278 Archives des arts etc. II (1863), p. 63. 3) Uitgaven der Antwerpsche bibliophilen, nos. 27 en 28 (Antwerpen en s-Gra- venhage, 1912 1913), deel I, Hoofdstuk IV,

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1940 | | pagina 16