18 E. W. 19 De Nederlandsche gewestelijke kaarten en stedeplatte gronden vervaardigd door Jacobus van Deventer. mede, dat de heer Beyerman, omdat hij onder de wapenen geroepen is, dit verslag niet heeft kunnen uitbrengen Aan de orde is daarna het verslag van den penningmeester, die met ter vergadering aanwezig is maar schriftelijk bericht heeft, dat de geldmiddelen per afdeeling er gunstig voor staan. De voorzitter noodigt daarop Mej. Beydals en Mr. Van 't Hoff uit, als kasnazieners op te treden. Na onderzoek brengen zij verslag van hunne bevindingen uit; het blijkt dat de kas zoowel als de daarbij behoorende bescheiden in orde zijn. Na een woord van dank aan den penningmeester voor het door hem gevoerd beleid dankt de voorzitter ook de kasnazieners voor hunne bemoeiing. Vervolgens wordt overgegaan tot de rondvraag. De voorzitter wijst er op, dat verscheiden leden ongetwijfeld gaarne wenschen te weten, wat er door de beheerders van archieven gedaan wordt ter beveiliging van hunne archieven in oorlogstijd. Mej. Ruys acht het beter de besprekingen hierover tot de Algemeene vergadering 's mid dags uit te stellen, aangezien het nemen van maatregelen ter beveiliging op de agenda voorkoomt. De heer Moll stelt voor, dat ieder der aanwezigen in beknopten vorm zal mededeelen wat er reeds door hem of haar op dit gebied is gedaan. Het blijkt dat nog geen evacuatie van archieven heeft plaats gehad, hoewel door bijna alle beheerders maatregelen genomen zijn om daartoe in tijd van nood binnen den kortst mogelijken tijd over te gaan; uit enkele depóts zijn een,ge bijzonder waardevolle stukken reeds in veiligheid gebracht. De heer Moll vraagt of men gerechtigd is thans de archieven oor evacuatie voor het publiek ontoegankelijk te maken; in het algemeen blijken er geen voorstanders van evacuatie zonder dwingende noodzaak te zijn. De heer Van dër Poest Clement stelt een enquête onder de beheerders van Gemeente- en Waterschapsarchieven op dit gebied voor, waarvan het resultaat in het Archievenblad opge nomen zou kunnen worden. Allen stemmen hiermede in. De voorzitter sluit hierna de vergadering te 12.30 uur. nlaat h!|0rt BeYERMAN deejll: mii in een brief van 2 October uit zijn garnizoens plaats mede, dat hij de vergadering van de Centrale op 3 Juni niet heeft kunnen bezoeken. Het beste zal nu wel zijn te wachten tot de vergadering der Centrale in 1940 In de zestiende eeuw is de kartografie - de kunst om kaarten te maken ontstaan en tot ontwikkeling gekomen, eerst in de Nederlanden, iets later in Italië, om zich vervolgens over andere landen te verbreiden. Vóór het jaar 1520 zijn geen detail-kaarten, die dien naam verdienen, nawijsbaar. Onder de Nederlandsche kartografen van dit eerste tijdvak neemt Jacobus van Deventer een bijzondere plaats in. Door hem is voor de eerste maal het grootste deel van de Nederlandsche gewesten in overzichtelijke, kaartbeelden weergegeven. Nog belangwekkender is de reeks plattegronden van de honderden steden van de zeventien gewesten van Karel V, die als het ware een fotografische weergave zijn van die steden uit de jaren vóór den opstand. Ook voor de topografie van elke stad afzonderlijk zijn die plattegronden zeer waardevol. Met recht kunnen het leven en de werken van Van Deventer dus aanspraak maken op de belangstelling van historici en archivarissen. De naam van den geograaf doet reeds dadelijk vermoeden, dat hij in Deventer is geboren. Voor mij als archivaris van de stad Deventer was de naam en de waarschijnlijke geboorteplaats inderdaad de aanleiding om een meer diepgaande studie van Van Deventers leven en werken te maken. Het hier behandelde onderwerp valt echter geheel buiten de plaatselijke sfeer van de stad Deventer. Van Deventer kan een nationale Nederlandsche figuur genoemd worden, waarbij het adjectief „Nederlandsch" gebruikt wordt als behoorende bij de 17 Nederlandsche gewesten van Karel V en niet in de moderne beteekenis, waarbij men bij Nederlandsch aan de Noordelijke en bij Belgisch aan de Zuidelijke Nederlanden van de 16de eeuw denkt. De bronnen, die licht verspreiden over Jacobus van Deventer zijn ook gelijkelijk over het Zuiden en het Noorden verdeeld. In het archief van de stad Deventer bestaat, voor zoover bekend, geen enkel stuk, Voordracht gehouden ter Algemeene Vergadering te 's-Gravenhage 16 Sep tember 1939. Mijn voornemen is binnenkort een uitvoeriger artikel over lacobus van Deventer te publiceeren met zoo volledig mogelijke vermelding van de uitgebreide en zeer verspreide literatuur en met afdruk van een aantal, meest onuitgegeven, oorspronkelijke documenten. De voornaamste literatuur over Van Deventer wordt vermeld door Dr. F. C. WIEDER in zijn: Nederlandsche historisch-geographische documenten in Spanje; Hoofdstuk III: De topographie der Nederlanden onder Spaansche leiding; het stedeboek van lacobus van Deventer (Tijdschrift Kon. Aardrijkskundig Genootschap, 2de serie, deel XXXII (1915), blz. 145 en overdruk (met nieuwe pagi neering), blz. 67. Zie verder: Nederlandsche steden in de 16e eeuw. Plattegronden van Jacob van Deventer. Facsimile-uitgave met een inleiding van R. FRUIN, rijks archivaris ('s-Gravenhage 1916—1923).

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1940 | | pagina 15