14
wij onzen ambtgenoot, den Rijksarchivaris in Limburg, van harte geluk
wenschen! Ook de Archivaris van Amsterdam heeft resultaat kunnen
boeken: Gedeputeerde Staten van Noord-Holland hebben bij besluit
van 15 Februari 1939 (no. 59) hun goedkeuring gehecht aan de
plannen tot verbouwing en uitbreiding van het gemeentearchief aan
den Amsteldijk. Wie zich het ietwat zonderlinge debat herinnert,
waartoe deze aangelegenheid in de vorige algemeene vergadering
aanleiding gaf, zal zich over dit slot ten zeerste verblijden. Stellig
zijn er nog andere ambtgenooten in den lande, die met soortgelijke
resultaten gebaat zouden zijn. Mogen ook zij hun beurt zien naderen,
vóórdat het lange wachten hen moedeloos heeft gemaaktDe nood
lottige brand op het huis Bergh de gastvrije ontvangst aldaar in
1935 leeft in ons aller dankbare herinnering heeft de beide archief
torens in den voorburcht gelukkig gespaard.
De „personalia tot welke ik thans genaderd ben, hebben be
trekking op het Nederlandsch archiefwezen in het algemeen èn op
onze vereeniging. Ik begin met de vermelding van het heuglijke feit,
dat de waarnemende rijksarchivarissen thans tot het verleden be-
hoorenmet ingang van 1 lanuari 1939 zijn de heeren Mr. A. Haga,
Drs. J. A. Brouwer en Dr. G. W. A. Panhuyzen tot effectieve rijks
archivarissen, resp. in Overijssel, Groningen en Limburg bevorderd.
Hun allen onze hartelijke gelukwenschen De Staatsbegrooting voor
1939 voorzag nog in eenige andere bevorderingen, waarvan ik slechts
die van de dames E. H. Korvezee en Mr. E. C. M. Prins tot hoofd
commiezen bij het Algemeen Rijksarchief wil noemen. Aan al de
bevorderden eveneens onze hartelijke gelukwenschen! De Rijksarchi
varis in Friesland werd inderdaad in den loop van dit jaar met de
benoeming van een chartermeester verblijd; ook als provinciaal
inspecteur werd hem een ambtenaar toegevoegd. 1Wij verheugen ons
van harte dat hij het werk in Friesland nu zóó kan aanvatten als
hij dat al jaren lang gewenscht heeft. Enkele gemeenten zetten, door
de benoeming van nieuwe functionarissen, de verzorging van hun
archieven voort of namen die ter hand: Zierikzee, Heerlen en Sittard.
De benoemingen zijn, zooals men dat in deze tijden helaas gewend
is, voorloopig of op arbeidscontract; laat ons hopen dat zij op den
duur tot definitieve en vaste zullen leiden, De Rijksarchivaris in
Utrecht, Jhr. Mr. B. M. de Jonge van Ellemeet, werd tot lid van den
Hoogen Raad van Adel benoemd. Onzen oud-ambtgenoot Dr. J.
DE Hullu, oud-archivaris aan het Algemeen Rijksarchief, thans weer
in zi|n geboortestreek, Zeeuwsch-Vlaanderen, woonachtig, wier ver
leden hij met zooveel liefde beschrijft, viel de late onderscheiding
van het officierskruis der orde van Oranje-Nassau ten deel. De
15
Fransche regeering benoemde Dr. A. Kessen, archivaris-bibliothecaris
van Maastricht, tot „officier d' Académie" als blijk van waardeering
van de verdiensten, die onze ambtgenoot gehad heeft ten aanzien
van de te Maastricht gehouden tentoonstelling „Het Fransche Boek",
tot wier welslagen de door hem beheerde schatten in ruime mate
hebben bijgedragen. Mr. A. C. Bondam, oud-Rijksarchivaris in Noord-
Brabant en Gelderland, herdacht op 17 Juli 1939 zijn tachtigsten
geboortedag. Van de oprichters onzer vereeniging is hij de eenige,
die nog in leven is; Uw bestuur schaarde zich gaarne bij de velen,
die hem op dien dag hun gelukwenschen aanboden.
Als nieuwe leden traden tot onze vereeniging toe mejuffrouw
P. Beydals te Rotterdam en de heeren M. P. van Buytenen, ambtenaar
ter provinciale inspectie in Friesland, te Leeuwarden, E. J. Th. A. M.
van Emstede, wetenschappelijk verzorger van het nieuw-archief der
gemeente Roermond, Drs. L. E. M. A. van Hommerich, belast met
het ordenen van het archief der gemeente Heerlen, en C. Th. Kokke
te Nijmegen. Hun allen zij een hartelijk welkom toegeroepen! Mogen
zij zich spoedig in onzen kring thuis voelen en ervaren dat onze
vereeniging inderdaad een hechten band tusschen ons allen weet te
leggen. Aan onzen kring ontvielen door den dood de oud-ambtge-
nooten Dr. P. M. E. Doppler, oud-Rijksarchivaris in Limburg, F. A.
Hoefer, oud-archivaris der gemeente Hattem en Albert Oltmans,
verbonden geweest aan de rijksarchieven in Drente en Gelderland.
Figuren van zeer verschillenden aanleg en aard, doch gelijk in liefde
voor het ambt, dat het hunne geweest is. Hun nagedachtenis zal
onze vereeniging in eere houden. Ook ging heen de heer P. Visser,
die na het overlijden van Mr. Duparc jaren lang de afdeeling Kunsten
en Wetenschappen van het Departement van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen beheerd heeft. Voor zijn persoon heb ik steeds de
grootste achting gekoesterd en zijn overlijden, na een leven van
harden arbeid, heb ik oprecht betreurd, Wat ik dan nu ga zeggen,
geldt niet voor hem doch voor ons. De bemoeiingen der Regeering voor
zoover door „Kunsten en Wetenschappen" behartigd, hebben zich
tijdens het beheer van den heer Visser en diens voorganger ontzaglijk
uitgebreid. Waren ten tijde van Victor de Stuers, naast de archieven
en de Koninklijke Bibliotheek, de musea en eenige zorg voor monu
menten de voornaamste aangelegenheden der afdeeling, nadien dijde
dit laatste uit tot kunstzorg in veel ruimeren zin. Bovendien namen
de bemoeiingen met de monumenten en de musea door de talrijke
restauraties van voorname bouwwerken en door de groote buiten-
landsche tentoonstellingen van Nederlandsche kunst zéér in omvang
en belang toe, en, wat meer zegt, het waren bemoeiingen, die veel