12 beschouwingen over gemeentearchieven". Met mejuffrouw Kersbergen ben ik het eens, dat het voornaamste bezwaar tegen het plan van den heer Van Emstede is, dat het in het geheel geen rekening houdt met wat er in de verschillende provincies door toedoen van de inspecties op het gebied van ordening en inventarisatie van gemeente archieven reeds gebeurd is, en ik onderschrijf haar meening, dat men eerder er naar moet streven de mogelijkheden, die in het bekende K. B. van 6 September 1919 verscholen liggen, ten volle uit te buiten of, zoo mogelijk, nog uit te breiden, „zoodat in alle provincies Gede puteerde Staten beschikken over een inspecteur met een of meer deskundige archiefambtenaren". (Overdruk p. 18.) In de voordracht van mejuffrouw Kersbergen wordt verder een goed overzicht gegeven van het werk der provinciale inspecties in de verschillende provincies, zoowel ten aanzien van het oud- als van het nieuw-archief. Ook wordt daarin, naar het mij voorkomt, zeer juist het verschil tusschen het werk van den archivaris en dat van den „registrator", den ver zorger der jongste, loopende archieven, gekenschetstde eerste verricht „restauratie", de tweede „nieuwbouw". Dit verschil brengt mede, dat er bij beide partijen niet altijd het juiste begrip voor elkanders arbeid is, hoewel de noodzakelijkheid daarvan zonder meer in het oog springt. Om bij ons archivarissen te blijven: het nieuw- archief van heden is oud-archief van morgen; inzicht hoe dit gevormd wordt, is voor ons van groot belang. Daarom dienen m. i. alle moge lijkheden om tot een beter begrip van elkanders arbeid te geraken, met beide handen te worden aangegrepen. Zulk een mogelijkheid nu doet zich voor bij de aangelegenheid waarvoor straks Uw aandacht zal worden gevraagd en die ik U verzoek vooral ook onder dit licht te willen bezien. De Studieclub voor Gemeentelijke Documentatie, die men als het genootschap der registratoren mag beschouwen, heeft besloten over te gaan tot het instellen van een examen ter ver krijging van een diploma van bekwaamheid in de gemeentelijke archiefverzorging, alsmede tot het ter hand nemen van de opleiding tot dat examen. Het ligt in de bedoeling aan de a.s. candidaten ook eenige kennis van de oudere archieven bij te brengen en het is hiervoor dat het bestuur der Studieclub contact met onze vereeniging gezocht heeft, opdat van onzentwege voor de gewenschte voor lichting inzake de oudere archieven gezorgd wordt. Het belang hiervan is gemakkelijk aan te toonen. De archieven van de 19e eeuw, waar mede de registratoren in de practijk het meest in aanraking zullen komen, staan dichter bij de oudere archieven dan bij de registratuur. Doordringing met de beginselen der archiefleer, zooals die voor ons gelden, zal hen bijv. weerhouden van het z.g. om- of terugwerken 13 van 19e eeuwsche archieven, waaraan meer dan één registrator zich in het vuur van zijn eersten ambtsijver Bezondigd heeft. Ik hoop dan ook dat de samenwerking tusschen Studieclub en onze vereeniging tot stand komt. Onze oud-ambtgenoot Dr. Mr. J. W. Verburgt heeft op de in 1938 gehouden bijeenkomst der Waalsche kerken in Nederland een voordracht over de archieven dier kerken gehouden, die ook in het Archievenblad gedrukt is. Hij bepleitte het instellen eener com missie met de opdracht een plan uit te werken met betrekking tot 1°. de bewaring dier archieven, 2°. het opsporen van stukken be- hoorende tot de archieven van opgeheven Waalsche kerken en 3°. de inventarisatie der archieven van het Waalsche kerkgenootschap in het algemeen en van iedere gemeente in het bijzonder. Onnoodig te zeggen dat wij onzen oud-ambtgenoot bij zijn streven alle succes toewenschen, en dat ieder onzer, waar mogelijk, hem gaarne hulp zal bieden. Wat het Landsarchief te Batavia aangaat, een verordening, gelijk onze vereeniging die in haar adres aan den Gouverneur-Generaal bepleit heeft, is nog niet vastgesteld. Intusschen is het Landsarchief, blijkens het verslag van den Landsarchivaris over 1938, nader geor ganiseerd. In de daarvoor benoodige uitbreiding van personeel is door de benoeming van een adjunct-Landsarchivaris en een charter meester voorzien. Wij wenschen onzen overzeeschen ambtgenoot met een en ander van harte geluk. Te betreuren valt slechts, dat voor de genoemde betrekkingen geen oproep in Nederland geplaatst is. Zonder twijfel toch zouden Nederlandsche archiefambtenaren, al dan niet reeds in functie, gesolliciteerd hebben. Uit het verslag dat onze op Ceylon werkzame ambtgenoote, mejuffrouw M. W. Jurriaanse, heeft uitgebracht blijkt, dat de inven tarisatie der Hollandsche archieven van Ceylon in overeenstemming met de daarvoor in Nederland door de „Handleiding" gestelde regels kan geschieden. Een feit dat ons niet anders dan verheugen kan. Van het meer algemeene tot het bijzondere overgaande, noem ik U allereerst het goede nieuws, dat uit Maastricht tot ons kwam. Dank zij het Werkfonds is daar een uitbreiding van het Rijksarchief in zicht gekomen, waarvan de plannen ruim 20 jaar lang in over weging zijn geweest. Een uitbreiding, die een verbouwing, een restau ratie en een nieuw-bouw omvat en die tot resultaat zal hebben, dat archivalia, personeel, dat van de inspectie inbegrepen, en publiek gelijkelijk gebaat zullen zijn. Zelfs zijn voorzieningen tegen lucht- en oorlogsgevaar ontworpen. Voorwaar een schoon resultaat, waarmede

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1940 | | pagina 12