8 zekere decentralisatie: de Algemeene Rijksarchivaris, hoewel in de richtlijnen als eenige deskundige genoemd, tot wien men zich in archiefzaken om raad kan wenden, bemoeit zich alleen met de rijks archieven, de gemeentearchieven worden overgelaten aan de Pro vinciale Inspecteurs, Ook de nieuwe positie van Dr. j. Kalf zou aanleiding kunnen geven tot conflicten; deze wil evenwel geen be moeiing met archieven en zoo blijft de Algemeene Rijksarchivaris toch adviseur. Mr. A. P. van Schilfoaarde vraagt, of bij verplaatsing van gemeente archieven, welke zich in Rijksarchiefgebouwen bevinden, ook gemeente besturen en Gedeputeerde Staten geraadpleegd moeten worden. Mr. Bijlsma antwoordt, dat ook hier contact gezocht moet worden, waarbij de Provinciale Inspecteurs kunnen worden ingeschakeld. Op voorstel van Jhr. Mr. H. J. L. Th. van Rheineck Leyssius verklaart Mr. Bijlsma zich bereid een bijeenkomst van Provinciale Inspecteurs onder zijn leiding bijeen te roepen. Eenige, door andere sprekers gestelde vragen, welke meer be trekking hebben op bepaalde gevallen, worden door den voorzitter en Mr. Biilsma beantwoord. Na de pauze zetten Dr. Moll, Mr. van Schilfgaarde en Dr. Panhuysen in het kort uiteen, wat zij te dezer zake hebben gedaan. Tenslotte verzoekt Mr. H. C. Hazewinkel de beheerders van archiefdepóts hun ervaringen op schrift te stellen ter opneming in het Archievenblad. Na de rondvraag, waarvan door niemand gebruik wordt gemaakt, houdt Mr. B. van T Hoff een voordracht, getiteld: De Nederlandsche gewestelijke kaarten en stadsplattegronden, vervaardigd door Jacobus van Deventer. Op verzoek van den voorzitter belooft spreker zijn rede uit te werken in het Archievenblad. Te 5.50 wordt de vergadering gesloten. Na afloop van de vergadering werd een gemeenschappelijke maaltijd gehouden in Restaurant Central. Vele leden bezochten ook de Cineac om daar de overbrenging van de archieven naar de kelders in het Algemeen Rijksarchief in oogenschouw te nemen. 9 Toespraak van den Voorzitter. Wat wij allen maandenlang hebben gevreesd is werkelijkheid geworden: een nieuwe Europeesche oorlog is uitgebroken. Ieder onzer heeft zijn maatregelen ter bescherming van de aan zijn zorgen toevertrouwde schatten genomen; ieder is vast besloten die tot het uiterste te blijven bewaken, overtuigd dat hun behoud daarmede het best gediend wordt. Een lichtpunt is, dat wij tegenover deze materie minder onvoorbereid staan dan een jaar geledenwij hebben gelegen heid gehad ons in te leven in wat ons te wachten kon staan en voor te bereiden wat er tegen te doen is. Niettemin blijft de toestand donker. Niemand weet wat het lot onzer verzamelingen en dat van ons zelf zal zijn. In zulke tijden is het goed ons te herinneren dat onze vereeniging een band tusschen ons allen gelegd heeft. Moge het haar gegeven zijn aan dit deel van haar roeping ten volle te beantwoorden Een ander lichtpunt in dezen tijd acht ik het, dat onze vereeniging ons tot gemeenschappelijken arbeid blijft roepen. Laten wij dit toch vooral in het oog houdenop afbraak in de wereld moet nood zakelijk opbouw volgen en dan moeten wij gereed zijn. In het donkerste jaar van den wereldoorlog heeft onze Regeering de Archiefwet tot stand gebracht; aldus moeten ook wij voortgaan met het werk dat wij onderhanden hebben, om, zoolang dat mogelijk is, naar de vol tooiing daarvan te streven. Ik begin dus met een overzicht van onze werkzaamheden in het afgeloopen vereenigingsjaar. De Index op het Nederlandsch Archievenblad zag kort na de vorige algemeene vergadering het licht; nogmaals zij allen die aan de totstandkoming daarvan hebben meegewerkt, hartelijk gedankt. De commissie voor den Gemeente lijken Archiefgids onderging eenige wijziging doordat de heer Lugard haar verliet en door den heer Formsma werd vervangen. Den heer Lugard zij hier dank gebracht voor het vele dat hij in het belang van den Archiefgids gedaan heeft. Gelijk men in het Archievenblad heeft kunnen lezen zijn de werkzaamheden nu aldus geregeld, dat de redactie van de door de beheerders samengestelde overzichten der grootere gemeentelijke bewaarplaatsen door Mr. B. van 't Hoff ver zorgd zal worden, die daarbij de medewerking van mejuffrouw M. M. Hoogenraad zal hebben, en dat Dr. W. j. Formsma het verzamelen en redigeeren van de overzichten der kleinere gemeentearchieven pro- vinciegewijs ter hand zal nemen. Mr. A. le Cosquino de Bussy zal In verband met diens afwezigheid ter algemeene vergadering slechts ge deeltelijk voorgelezen.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1940 | | pagina 10