NIET OFFICIEEL GEDEELTE. STAAT VAN HET N e d e r I a n ds c h e Archiefwezen c. a. 15 Augustus 1939. RIJKSARCHIEFWEZEN. 144 nietiging en den aandrang van den Algemeenen Rijksarchivaris op een grootere bemoeiing met deze kwestie juicht hij zeer toe. Dr. Van de Ven zegt, dat hij tot zijn denkbeeld van een uit breiding der inspectie, zooals hij dat indertijd in het Archievenblad heeft uiteengezet, gekomen is door zijn droevige ervaringen op dit punt. Het is toch opmerkelijk, dat er zoo weinig voeling is tusschen de Rijksadministraties en de Rijksarchivarissen. Zoo is er in Arnhem een archiefbewaarplaats ten behoeve van de Rechtbank ontworpen zonder advies van den Rijksarchivaris. Rijksontvangers zenden hun administratie elk jaar naar Den Haag zonder dat ze weten, wat er mee gebeurt. De moeilijkheid schuilt bij de departementen van alge meen bestuur. Een oplossing zou zijn het archiefwezen onder het ministerie van Algemeene Zaken te brengen. Mr. Biilsma meent om practische redenen het laatste sterk te moeten afraden, in verband met de inlichtingen, door hem indertijd in Den Haag ingewonnen. Wat de archieven der ontvangers betreft, bestaat er wel een door het Departement van Financiën vastgestelde lijst, maar het ontwerpen van een V. V. V. lijst, vast te stellen in samenwerking met het Departement van Onderwijs en den archiefdienst, is juist een voorbeeld van de moeilijkheden, die er op dit punt bestaan; de archiefdienst stond als ondeskundige tegenover ambtenaren, die geheel op de hoogte waren van de belasting-administratie. Mr. Mommers wijst er op, dat de waarde der nieuwe archieven niet overschat moet worden, daar veel gegevens verwerkt zijn in verslagen en statistieken. Er zal een diploma worden ingesteld voor de registratoren. Voor hen zal hier, wat de gemeenten en binnenkort waarschijnlijk ook de provincies betreft, een arbeidsveld liggen. Het is vreemd, dat er geen contact bestaat tusschen de Studieclub voor Gemeentelijke Documentatie en onze Vereeniging. Spreker informeert verder, of de in te stellen commissie voor vernietigingsadviezen uit sluitend bedoeld is voor de Rijksadministraties of ook voor de pro vinciale en andere bescheiden. Mr. Biilsma antwoordt, dat hij alleen het beginsel heeft aange roerd. Over een verdere uitwerking zal hij gaarne in overleg treden met het bestuur. Dr. Coster voegt hier nog aan toe, dat er reeds contact gezocht is tusschen de Studieclub voor Gemeentelijke Documentatie en onze Vereeniging. Binnenkort zal er een mondeling onderhoud plaats vinden. Nadat de Voorzitter alle sprekers voor hun medewerking bedankt heeft, geeft Mr. Bijlsma in het kort nog een uiteenzetting betreffende den stand van het luchtbeschermingsvraagstuk, in het bijzonder over 145 de nieuwe Richtlijnen, welke van Regeeringswege zullen verschijnen. De voorzitter leest een uittreksel uit deze concept-richtlijnen voor. Bij de rondvraag informeert Dr. Moll wat het resultaat is geweest van de brieven, welke overeenkomstig het besluit van de November- vergadering aan de Ministers van Binnenlandsche Zaken en Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen zijn gezonden. De voorzitter deelt mede, dat de inhoud van de antwoorden eenigszins teleurstellend is geweest behalve dan, dat de reeds ver melde Richtlijnen in uitzicht zijn gesteld. Het bestuur heeft verder een verzoek gericht tot den Minister van Binnenlandsche Zaken om te willen bevorderen, dat de Richtlijnen voor de bescherming van gebouwen, welke door den Directeur van den Rijksgebouwendienst aan alle beheerders van Rijksgebouwen zijn gezonden, ook worden medegedeeld aan de gemeentebesturen. Te 4.45 uur wordt de vergadering gesloten. N.B. De namen van de Leden van de Vereeniging van Archivarissen in Nederland zijn gespatieerd gedruist. (I) achter den naam beteekent: in het bezit van het radicaal van wetenschappelijk archiefambtenaar der eerste klasse. (II) achter den naam beteekent: in het bezit van het radicaal van wetenschappelijk archiefambtenaar der tweede klasse. voor den naam van de instelling beteekent: dat, volgens de Beschikking van den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen van 10 November 1923 (zie R. FRUIN, De Archiefwet 1918, Derde Stukblz. 38), archiefbe heerders verplicht zijn op aanvrage archiefstukken naar die instelling uit te leenen. Algemeen Rijksarchivaris: Mr. R, Bijlsma (I). Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage. Algemeen Rijksarchivaris: Mr. R. Bijlsma (I). Algemeen Beheer. Commies: C. G. H. Bloemen (II).

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1939 | | pagina 4