om op zijn wijze 't vraagstuk een handje te helpen, zal overigens, door zijn leesbaren vorm, niet nalaten bij de gemeentebesturen weer eens de aandacht te vestigen op hun plicht tot verzorging van de papieren erfenis der vaderen, hetgeen wel niet anders dan de plaatse lijke en gewestelijke geschiedschrijving in 't algemeen en de gemeente archieven in 't bijzonder ten goede kan komen. A. R. M. MOMMERS. In dezen nieuwen inventaris van de hand van den heer Bonder zijn verschillende op het Algemeen Rijksarchief berustende archieven beschreven. Het archief van de Algemeene Staatssecretarie, dat het grootste der archieven vormt van de geheele verzameling, bestaat in hoofd zaak uit reeksen Koninklijke Besluiten uit het regeerings-tijdperk van koning Willem 1. Meer dan in de Departementsarchieven uit dezelfde periode, wordt in dit archief van de Staatssecretarie de meest belangrijke schriftelijke neerslag gevonden van de regeeringshandelingen van den ijverigen Koning, die vrijwel geheel zelfstandig regeerde, zonder ver antwoordelijke ministers, en die de zaken ook de onbelangrijkste als regel afdeed bij Koninklijk Besluit. Grooter dan die van de ministers, was de invloed welke van den Algemeenen Secretaris van Staat uitging op den Koning. Hij toch was een functionaris, die weliswaar in de toenmalige regeerings- constellatie geen eigenlijke taak had, maar die door den typischen gang van zaken beter dan wie ook op de hoogte was van de regeeringszaken en er alle „dessous van kende en die door bijna ononderbroken contact met den persoon van den Koning, diens inzichten en beslissingen kon beinvloeden. Het afzonderijke archief, dat de Staatssecretaris vormde en dat door den heer Bonder na dat van de Algemeene Staatssecretarie werd beschreven, kan daarom ook gewaardeerd worden als een belangrijke aanvullende bron voor de kennis van de regeeringsperiode van Koning Willem I. De Staatssecretaris was bovendien gualitate qua penvoerder van den Kabinetsraad. De notulen van dezen Raad werden door hem gesteld. Zij zijn bij het archief van de Algemeene Staatssecretarie bewaard gebleven en in den inventaris van den heer Bonder als onderdeel van de bij het archief van de Staatssecretarie gedeponeerde archieven beschreven. Tot deze gedeponeerde archieven behooren voor 't overige die van een drietal „Commissies voor de Grondwetten" (ingesteld resp. bij de K. B.'s van 21.X11.1813; 22.IV.1815 en 30.1.1831) en voorts dat van de Staatscommissie tot reorganisatie der Departe menten van Algemeen Bestuur, (welke commissie werd ingesteld bij K. B. van 1 .VI111818), dat van de Staatscommissie betreffende de verhooging der in- en uitgaande rechten, van de Commissie ter bevordering van de opheffing van het „Sequester" op eenige patri- monieele goederen en domeinen in België en tenslotte een onder het hoofd „Archief van W. baron van Lynden van Blitterswiik" be schreven verzameling brieven uit de jaren 1792—1794 over militaire kwesties. Er bestaat tusschen deze laatste collectie en het archief van de Algemeene Staatssecretarie, waarbij zij is ondergebracht, geen enkel causaal verband. Onder het hoofd „Varia" werden be schreven bescheiden betreffende den ramp van Leiden (1807) en den aankoop van het „paleis" aan den Kneuterdijk (1816) door Koning Willem i.2) Het tweede groote archief van de in dezen inventaris beschreven archieven is dat van het Kabinet des Konings. Er is niet steeds een strikt onderscheid gemaakt tusschen de taak van de Staatssecretarie en die van het Kabinet des Konings en het is inderdaad ook moeilijk om precies aan te geven waar tusschen beide instellingen de scheidingslijn loopt.3). Aanvankelijk werd het Kabinet des Konings „meerder beschouwd als een gedeelte van de Secretarie van Staat en wel als een inrichting geschikt en bestemd tot de afdoening en behandeling van de personeele en bijzondere aangelegenheden des Konings en van Hoogstdeszelfs 124 De Archieven van de Algemeene Staatssecretarie en van het Kabinet des Konings met de daarbij gedeponeerde archieven over 1813-1840, aoor H. Bonder. De Ministers waren onder WILLEM I slechts gehoorzame dienaren. En het zwaartepunt van de dienende functie lag aanvankelijk nog minder bij de ministers dan bij den Algemeenen Secretaris van Staat. (Prof. KRANENBURG, Ned. Staatsrecht 1.155). De invloed van den Secretaris van Staat was zóó groot, dat hij wel eens bij den Grootvizier werd vergeleken. (LENTING/ROMEIN. Schets Nederl. Staatsbestuur, blz. 155). 125 De stukken van de in 1832 op geheimen mondelingen last benoemde com missie zijn gevoegd bij die van de bij K. B. van 30.1.1831 ingestelde commissie. 2) Deze bescheiden werden door Jhr. Mr. D. P. M. GRASWINCKEL benut voor diens artikel over „Het Paleis aan den Kneuterdijk" in het jaarboek „Die Haghe" 1937, blz. 23 vlg., en zijn te beschouwen als retro-acta van het K. B. van 16 Mei 1816, no. 1, dat in verband met den aankoop van het „Paleis" door Koning WILLEM I werd uitgevaardigd. 3) Vlg. DE BOSCH Kemper. Ned. Staatsregt, blz. 357/358.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1939 | | pagina 20