16
Archiefbeheer.
f. Het fotografeeren van archief
stukken. Postzegels in archieven.
IV. MATERIËELE VERZORGING VAN ARCHIEVEN EN
ARCHIEFSTUKKEN.
a. Onderhoud en herstel van archi
valia. Zaponeering. Houtworm.
Materieele verzorging van archieven en archiefstukken.
17
b. Papier en inkt,
c. Brandgevaar en brandblusch-
middelen.
Overvoorde, J. C., Vernietiging van ar
chieven te Leiden [in 1566].
14 (1905—'06), 237—238.
Smit, J., Het verdwijnen van archiefstuk
ken [in vroeger eeuwen].
31 (1923—24), 5—9.
Enschedé, J. W., Het niet-duurzame van
fotografieën en de toekomstige foto
documentatie.
32 (1924—25), 83—88.
Suttorp, L. C., Een nieuwe methode voor
het fotografeeren van archiefstukken.
37 (1929—30), 107—113.
De foto-afdeeling van het Algemeen
Rijksarchief.
38 (1930—31), 46; 39 (1931—32),
223.
Smit, J. P. W, A., Postzegels in archie
ven.
31 (1923—24), 99.
Smit, J. P. W. A., Een nieuwe vijand der
archieven [nl. de philatelist].
35 (1927—28), 74.
Verslag van Dr. S. G. de Vries, Direc
teur der Rijksuniversiteits-bibliotheek te
Leiden, omtrent het te St. Gallen ge
houden congres voor de verzorging van
oude manuscripten.
7 (1898—99), 121—124.
[Besluiten genomen in de vergadering
van rijksarchivarissen in 1905 inzake
het in goeden staat houden, herstellen
en herbinden van registers.]
14 (1905—06), 142—143.
Baart de la Faille, R. D., De behandeling
van kaarten in onze archieven.
37 (1929—30), 141—150; 39 (1931—
'32), 154—170.
Kok O.F.M., David de, Kranten in de
archieven?
42 (1934—35), 80—82.
Duur der in archieven en bibliotheken
bewaarde couranten-exemplaren.
29 (1920—22), 89.
Wiersum, E., Het gevaar voor oorkon
den in eerste steenen.
34 (1926—'27), 87—92.
Martens van Sevenhoven, A. H., De ar
chieven in de door storm en watersnood
geteisterde streken van Gelderland.
33 (1925—26), 93—94.
Dresch, N. J, M„ Een archief [van het
waterschap Geestmerambacht] in een
stoomgemaal.
31 (1923—24), 143—146.
Smit, J. P, W. A., Over het herstellen
van archiefstukken.
31 (1923—24), 131—133.
Schoengen, M. A, J., Over ontsmetten en
herstellen van handschriften.
19 (1910—'11), 219—239.
[Collodium als middel tot behoud van
handschriften.]
9 (1900—'01), 112.
Verburgt, J. W., De technische verzor
ging der bescheiden, welke behouden
zijn uit den brand van het Leidsche
stadhuis.
36 (1928—29), 177—179.
Verburgt, J. W., Droging van natte ar
chiefstukken.
37 (1929—30), 151—152.
Gimberg, J,, Waterschade aan het archief
te Zutphen.
31 (1923—'24), 133—137.
Wiersum, E., Recept voor het wasschen
van prenten in de 17e eeuw.
40 (1932—'33), 150.
Beyerman, J. J., Vervoer van archief
stukken [van de Hollandsche reken
kamer naar Brussel] in de 15e eeuw.
41 (1933—34), 199.
Dozy, Ch. M., Zapon, een nieuw middel
tot behoud van handschriften.
8 (1899—1900), 85—87.
Schoengen, M. A. J„ Over het zapon.
11 (1902—03), 32—45.
Schoengen, M. A. J., Verslag van Dr.
Sello's lezing over zapon op den
„Dritten Deutschen Archivtag" te Dus-
seldorp.
11 (1902—03), 143—156.
Houlbert, C., Les insectes ennemis des
livres. Bespr. door J. Th. Oudemans.
12 (1903—04), 118—121.
Muller Fz., S., Houtwurm en boekenwurm.
24 (1915— 16), 58.
Muller Fz., S., Houtworm en boekenworm.
25 (1916— 17), 62—63.
Fruin, R., Houtworm. [Ook in charters.)
23 (1914—'15), 73.
(Zie ook onder Ille.)
Eischen voor het gebruik van papier en
inkt. [Schrijven van het Bestuur van
de Vereeniging van Archivarissen in
Nederland aan den Minister van On
derwijs, Kunsten en Wetenschappen].
36 (1928—29), 61—62.
Dozy, Ch. M., Papieronderzoek.
6 (1897—'98), 120—126.
Het papieronderzoek langs mechanischen,
microscopischen en chemischen weg.
[Verslag van een lezing gehouden te
Rotterdam in een vergadering van de
Vereeniging tot Bevordering van Fa
briek- en Handwerknijverheid door J.
Stufkens Lz.].
I (1892—93), 61—65.
Met een aanvulling op blz. 84.
Muller Fz., S., Japansch papier.
II (1902—03), 103—104; 13 (1904—
'05), 66—67.
De oorsprong van het papier.
21 (1912—13), 154.
Papierfabricage [in de Middeleeuwen].
20 (1911— 12), 160.
Middel om papier te bewaren voor ver
gaan.
19 (1910—'11), 140.
Dozy, Ch. M., Mededeelingen; twee re
cepten. [Herstel van verweerd papier
en leesbaar maken van oud schrift.]
4 (1895—96), 79—80.
Fremery, J. de, [Middelen tot verhelde
ring van verbleekt schrift.]
7 (1898—99), 59—60.
Dozy, Ch. M., [Zwavelammonium en
andere middelen tot verheldering van
verbleekt schrift.]
7 (1898—99), 60.
Zwavelammonium ter verduidelijking
van verbleekt schrift],
6 (1897—98), 142.
[Leesbaar maken van verbleekt schrift
door fotografische copiëering.]
5 (1896—97), 44.
[Photographie als middel om onduidelijk
schrift te verhelderen.]
11 (1902—03), 142.
[Leesbaar maken van verbleekt schrift
door middel van Röntgenstralen.]
9 (1900—'01), 62; 10 (1901—02), 62.
[Een recept voor duurzame inkt.]
9 (1900—'01), 170.
Duurzame inkt.
24 (1915—'16), 172—173.
Inktpotlooden en archiefstukken.
36 (1928—29), 142.
Smit, k, Een zeventiende-eeuwsch inkt-
recept.
34 (1926—27), 117.
„Om goedt zwart atrement oft inct te
maecken[Een 16e-eeuwsch recept.]
16 (1907—08), 185.
(Zie ook onder Ille.)
Brandgevaar voor gebouwen en getim
merten. [Koninklijk Besluit van 30 De
cember 1924 (Stbl. no. 620).]
32 (1924—'25), 163.
Inrichting archiefbewaarplaatsen. [Be
scherming tegen brandgevaar.]
39 (1931—32), 87.
Meurs, P. A, N. S. van, De maatregelen
ter voorkoming van brandgevaar in de
Eerste Kamer [behandeld],
25 (1916—'17), 166—171.
Waller Zeper, S. A., Brand naast het
rijksarchief te Leeuwarden.
36 (1928—'29), 118—122.
Rijksarchief in Friesland. [Vragen van
een Eerste-Kamerlid aan den Minister
inzake den brand naast de Kanselarij
te Leeuwarden.]
36 (1928—29), 196.
Brandgevaar voor oude gemeentearchie
ven. [Naar aanleiding van een brand te
Grave.
11 (1902— 03), 101—102.
Morren, Th., Gevaar voor archiefstukken.
15 (190607), 130—131.
[De gevaarlijke ligging van het Haagsche
gemeente-archiefgebouw in den Raad
besproken.
15 (1906—07), 131—133.