126 het feit, dat voor 500 jaar de Zweedsche Rijksdag voor de eerste maal bijeenkwam, 2°. de vermelding van een studiereis, op rijkskosten ondernomen door den Rijksarchivaris L. M. Baath naar België en Nederland, met het doel een inventaris te maken van de in die landen aanwezige stukken betreffende het verblijf aldaar, in den winter van 1654 op 1655, na haar abdicatie, van Koningin Christina, op welke reis Baath het algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage en het gemeente archief te Amsterdam bezocht. Ten slotte vestigt ref. de aandacht op de uitvoerige bespreking, die de Algemeene Rijksarchivaris wijdt aan een bijeenkomst van Noordsche archivarissen te Stockholm, op uitnoodiging van Zweedsche zijde, in verband met het aldaar terzelfder tijd vergaderende congres van Noordsche geschiedkundigen. Niet alleen uit de Skandinavische landen waren afgevaardigden aan wezig, maar ook uit de Finsch-Esthnische, die immers, gedurende de nieuwe geschiedenis, onder Skandinavischen, vooral Zweedschen invloed, gestaan hebben. De op het programma voorkomende lezing van den Finschen Rijksarchivaris Blomstedt over de verhouding tus- schen archieven en in bibliotheken berustende handschriftenverzame lingen zal zeker belangrijk geweest zijn. In de afdeeling „artikelen over archiefwetenschap" vermeldt ref. wederom een bijdrage ovan den Rijksarchivaris P. Samzelius aangaande een legatiearchief: Ater- vunna de/ar av ett svenskt beskickningsarkiv (terugverkregen deelen van een Zweedsch legatiearchief). In 1823 berichtte de Zweedsche zaakgelastigde hier te lande, Hamilton, aan den minister van Buiten- landsche Zaken te Stockholm, dat een Antwerpsche koopman, Snijers genaamd, door bemiddeling van den Nederlandschen minister van Binnenlandsche Zaken de Zweedsche legatie had trachten over te halen van hem een verzameling archivalia te koopen, die een deel had gevormd van het archief der Zweedsche legatie te Parijs, een omvangrijke collectie, dateerende uit de 17e en 18e Eeuw, van het hoogste belang voor de Zweedsche en in het algemeen, de West- europeesche geschiedenis, wanneer men de nauwe samenwerking, op staatkundig en militair gebied, tusschen de beide landen gedurende dien tijd in aanmerking neemt. Terecht schreef dan ook Hamilton naar Stockholm, naar aanleiding van dit aanbod: „la correspondence avec la mission de Paris embrasse tout". Sniiers, die geen uitsluitsel wenschte te geven aangaande de herkomst van zijn bezit, noemde een koopsom van 20.000 Fr., maar bleek, na lange onderhandelingen, met 4000 Fr. genoegen te willen nemen, tot welk bedrag ten slotte 127 de koop gesloten werd, nadat de Zweedsche minister van Buiten- landsche Zaken, bang, dat Sniiers tijdens de onderhandelingen zijn verzameling geheel of gedeeltelijk aan een derde zou verkoopen, overigens tevergeefs, de hulp van de Nederlandsche ministers van Buitenlandsche Zaken en Justitie had ingeroepen, ten einde op de collectie gerechtelijk besiag te leggen. De verzameling, die nu een deel vormt van de afdeeling „Gallica" in het Algemeen Rijksarchief te Stockholm, is niet intact. Immers, in 1831 verwierf het Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage van D. J. van Ewiick splinters van datzelfde legatiearchief, uit denzelfden tijd dateerende. Hoe deze stukken in Van Ewiick's bezit zijn gekomen is Samzelius onbekend; zij berusten nog steeds in het Nederlandsche depot. Ten slotte vestigt ref. de aandacht op een lezenswaardig stuk van den Rijksarchivaris S. Hedar, getiteldOffentliga handlingar hos Stockholms kryddkramare, hökare och krögare" (publieke acten bij Stockholmsche kruideniers, spekslagers, en caféhouders). Een Koninklijk besluit van 27 April 1695 verbood het verduisteren en te koop bieden van publieke acten en bedreigde met zware straffen zoowel dief als kooper. Uit de archieven der verschillende rechterlijke colleges vertelt Hedar op onderhoudende wijze van de talrijke diefstallen, vaak van zeer belangrijke stukken, die in den loop van de 18e eeuw in archiefdepots gepleegd zijn. 1936. In de afdeeling artikelen over archiefwetenschap bespreekt de Rijksarchivaris H. Brulin de lotgevallen van de schriftelijke nalaten schap van Alexander Erskein. Erskein was een in Greifswald in Pom- meren geboren Schot, die in 1628, zooals zoovele buitenlanders in die tijden, in Zweedschen dienst trad, gewichtige militaire en diplo matieke functies heeft waargenomen, en zooals zoovele hoogeplaatste Zweedsche staatsdienaren in die oorlogsjaren, een hartstochtelijk verzamelaar was van boeken, archivalia en handschriften, die hij niet altijd door koop in bezit kreeg. Een aanzienlijk gedeelte van de kanselarijarchieven te Praag en Weenen, die belangrijke stukken bevatten betreffende de geschiedenis der Nederlanden, bijv. rapporten van Requesens aan den Keizer, heeft hij weten te bemachtigen. Een beschrijving van het nieuwe, ruime en goedgebouwde „lands- arkiv" voor de vier Noordelijke kustprovincies te Harnösand met photo's en plattegronden besluit de mededeelingen van dit jaar. W. VAN EEDEN. Dit congres is een van de vele uitingen van het cultureele Skandinavismer' dat na 1864 het politieke Skandinavisme heeft vervangen. VAN EWIICK heeft verschillende functies waargenomen; behalve, van 1818 tot 1832, chef van de afdeeling O., K. en W., was hij, na de Grondwetsherziening van 1848, voorzitter van de staatscommissie tot het ontwerpen van een wet op het H. O. Nederlandsch Archievenblad 1937—1938 9

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1938 | | pagina 17