86
Het Algemeen Rijksarchief en het Skandinavische
archiefwezen.
II. Denemarken.2)
87
IV. Zweden.
dit viel Winckler reeds op, die Arische goden ontdekte; hiervan
maakte ook Oldenberggewag, maar daarmee hield het niet op:
ook t Babylonische pantheon is vertegenwoordigd; de indruk wordt
gekregen, dat er nog wel wat op te helderen zal zijn met betrekking
tot de verschillende panthea; in alle gevallen een terrein, dat zeker
met de grootste toewijding zal onderzocht worden.
Bergen op Zoom, Februari 1937.
Mr. Dr. P. A. F. BLOM.
(Supplement.)
II. Publicaties van archivalia.
1Kancel/iets Brevbéger vedrfirende Danmarks indre Forhold,
i Uddrag, 1633-1634, (registers van uitgegane brieven in het archief
der kanselarij, betreffende binnenlandsche zaken, in uittreksels), negen
tiende deel, verschenen in het jaar 1936.
Van 1632 af zullen de uittreksels der brieven, in verband met
de toeneming van het aantal stukken, niet meer over een tijdperk
van vier, maar over een tijdperk van twee jaar per deel worden
afgedrukt. Bronnen zijn de registers van het kanselarijarchief. Een
uittreksel begint met de omgerekende dateering, waarna volgt, tusschen
haakjes, de plaats van uitvaardiging, dan komt het excerpt, en ten
slotte wordt de plaats genoemd, waar het afschrift in deel en bladzijde
der registers te vinden is, of waar men, zoo de registers ons in den
steek laten, de minuten of origineelen kan aantreffen. De brieven
raken uitsluitend binnenlandsche aangelegenheden; evenwel, herhaal
delijk worden Nederlandsche personen en zaken genoemd Karel van
Mander en Hans Steenwinkel3), bestellingen van Hollandsche boomen
en heesters voor de koninklijke parken, geschenken van den koning,
Christiaan IV, in geld, aan de Luthersche gemeenten in Middelburg
en Amsterdam voor het bouwen van kerken. Merkwaardig is een
gesloten brief, 1634, 7 April, Skanderborg, aan den Senaat der
Kopenhaagsche Universiteitde koning heeft kort te voren een
Die Religion der Veda, blz. 15.
2) Zie Nederlandseh archievenblad 1933/1934, 1 en 2/3.
3) Zie voor deze beiden, resp. schilder en bouwmeester, het Deensche Biogra-
phiscn woordenboek en prof. SLOTHOUWERS dissertatie.
O. 1. Compagnie opgericht, er is gebrek aan schepen en bemanning,
de zaken gaan vrij goed. De geadresseerden worden vriendelijk ver
zocht onder de geestelijkheid, voor zoover zij vermogend zijn, personen
bijeen te roepen, en hen aan te manen hun geldelijke bijdragen ten
behoeve der O. I. C. te verhoogen. Het origineel berust in het
Senaatsarchief, een afschrift is niet in de registers opgenomen.
C. Meddelanden fran Svenska Riksarkivet 1934 (mededeelingen
uit het Zw. R. A.), verschenen in het jaar 1936.
1934. Evenals de vorige mededeelingen zijn ook deze in drie
groepen verdeeldjaarverslag, correspondenties van archiefambte
naren en de gebruikelijke groep, omvattende kleine inventarissen,
ordeningen en beschrijvingen en artikelen over archiefwetenschap.
In dit nummer noteert ref. een belangrijke bijdrage van de hand
van den Rijksarchivaris P. Samzelius Ett beskickningsarkiv pa villo-
vagar (een legatiearchief op dwaalwegen). In 1890 meldde deZweedsche
gezant in Rome, Bildt, aan zijn chef, dat hij in het bezit gekomen
was van archivalia, „Carte Svedese'over de jaren 1851 —1866, een
tamelijk omvangrijke collectie, die blijkbaar eens deel had uitgemaakt
van het legatiearchief. Bij toeval was deze verzameling ontdekt door
den bibliothecaris der Universiteit te Lund, Tegner, in de Koninklijke
Bibliotheek te Rome, waar zij sinds eenige jaren onder genoemden
titel berustte. De K. B., - die de stukken onmiddellijk tegen ver
goeding2) afstond had ze voor 150 lire gekocht van een winkel
bediende, Aducci, die ze weer van zijn patroon, een spekslager,
cadeau had gekregen. Deze man had zeker reeds een tijd lang een
gedeelte der verzameling als pakpapier gebruikt, maar toen Aducci,
niet analphabeet, hem, die niet kon lezen en schrijven, er-op had
attent gemaakt, dat in de stukken Cavour's handteekening voorkwam,
had hij de papieren schielijk weggegeven, omdat hij bang was, dat
zij een vloek op zijn negotie zouden laden. De bibliothecaris wilde
ze eerst niet van Aducci koopen, maar nadat de legatie hem ver
zekerd had, dat de stukken wel resten van waardelooze vernieti
gingen zouden zijn, heeft hij ze aangeschaft, maar, om welke reden
dan ook, niet gekatalogiseerd. Van Bildt zijn ze, via het departement
van Buitenlandsche Zaken, naar het Zweedsche R. A. verhuisd. Ver
moedelijk zijn, zoo luidt Samzelius' poging tot verklaring, tijdens de
talrijke verplaatsingen van het legatiearchief, van Napels via Turijn
Zie Nederlandsch archievenblad 1933/1934, 1 en 2/3.
2) DAHLBERO'S bekend werk Suecia antiqua et hodierna.