42
groote huizen van de plantages in de nabijheid. Het is moeilijk om
te begrijpen, zegt Cruickshank, als men de rivier opvaart, dat op de
smalle modderbank, nu met bosch begroeid, eens het bestuur van
Demerary zetelde. Tien jaren later kwam het Hof bijeen in de
„Brandwagt", een zwampachtig terrein, waar nu de St. Andrews kerk
staat; nog later was het gehucht Stabroek (nu de naam van een
wijk en de markt van Georgetown) de zetel van bijeenkomst.
De notulen van het Hof in de zusterkolonie Berbice dagteekenen
van 1735. De zetel van het Bestuur was reeds een eeuw in Fort
Nassau, ongeveer vijftig mijlen hooger de rivier op en thans is er
geen spoor meer van te ontdekken.
Cruickshank brengt hulde aan ]ames Rodway voor zijn pioniers
arbeid om de losse bladen van de notulen bijeen te voegen, welke
hij in hoopen in de gouvernementsgebouwen aantrof en om elk register
in zijn duidelijke hand van een titelblad te voorzien. Wel had de
kolonie „Protector of Slaves", maar „Protector of Archives" zou
zeker even noodig zijn geweest. Registers met publicaties en procla
maties van anderhalve eeuw zijn nog in goeden staat en belangrijke
gegevens kan men aantreffen in andere over slavenschepen, slaven-
verkoop, koffieplantages (Den Amstel, Le Repentir, enz.). Dr. W. Roth
begon uit de oudere papieren ter gouvernements-secretarie een ver
zameling aan te leggen van de handteekeningen der Commandeurs,
Directeuren-generaal, en Gouverneurs der drie rivieren in chronologi
sche volgorde en Cruickshank hoopt een plaats voor deze historische
verzameling in het nieuwe museum te verkrijgen. Tot zoover een
uittreksel uit zijn interview.
Minder hoopvol stemt zijn brief, welke ik begin juli ontving,
waarin hij mededeelt naar de stukken van 1888 (zie 2) te hebben
gezocht, maar die niet te hebben aangetroffen. In de laatste 25 jaar
schrijft hij heeft een domme vernielzucht plaatsgehad. Zakken vol
oude papieren werden naar de vuilnisbelt vervoerd om vernietigd te
worden. In een brief van 28 Sept. 1911 aangehaald op blz. 119/20
van den Appendix van The Report of the Royal Commission on
Public Records: Vol II (Part 11) 1914 deelt Darnell Davis mede,
dat de papieren liggende in twee buitengebouwen van het Gouver
nementsgebouw, waaronder een aantal documenten bevattende inschrij
vingen van geboorte, enz. ten tijde toen de hoofdstad van Essequebo
en Demerary op Fort-eiland was, vernietigd zijn.
Er is dus veel verloren gegaan. Maar men kan verzekerd zijn,
dat het nu nog bestaande, in Cruickshanks handen veilig is.
FRED. OUDSCHANS DENTZ.
43
Indrukken van den Archivtag te Karlsruhe.
Door toevallige omstandigheden was ik dit jaar in de gelegenheid
den 26sten Duitschen Archivtag bij te wonen, die van 18 20 Sep
tember 1936 te Karlsruhe werd gehouden, en waaraan, gelijk sedert
verscheidene jaren het geval is, de „Tagung" van de „Gesamtverein
der Deutschen Geschichts- und Altertumsvereine" van 20 23 Sep
tember was verbonden.
Het aantal deelnemers, ook uit het buitenland, was zeer groot.
Vrijwel alle staatsarchivarissen en de meeste gemeentearchivarissen,
met vele hunner ambtenaren, waren opgekomen, in totaal niet minder
dan ongeveer 90 personen. Daarnevens was aanwezig een groot
contingent (20) archivarissen uit Oostenrijk, onder leiding van Dr. Bittner,
Ceneralstaatsarchivar te Weenen, tevens officieel afgevaardigde van
het Oostenrijksche Bundeskanzleramt, voorts een 10-tal Zwitsersche
ambtgenooten, alsmede collega's uit Zevenbergen, Tsjecho-Slowakije
(een „Sudetendeutsche") en de Baltische landen.
De meeste zittingen werden gehouden in de gebouwen der
Techn ische Hoogeschool; als Voorzitter trad op, bij ontstentenis van
Professor Brackman uit Berlijn, de General-direktor van de Beiersche
staatsarchieven, Dr. Riedner.
Verscheidene der Duitsche landen waren officieel vertegen
woordigd, meestal door hun hoogsten archiefambtenaar.
In den avond van 18 September vond de eerste kennismaking
en begroeting plaats in het restaurant Moninger. Vele der aanwezigen
kwamen uit Frankfurt am Main, waar dien dag het 500-jarig bestaan
van het stedelijk archief op plechtige wijze was gevierd met een
openbare feestvergadering in den roemruchten „Römer"' en wel in
de Burgerzaal van het Stadhuis.
De verwelkoming geschiedde op zeer geestige wijze door Dr. Baier,
directeur van het Generallandesarchiv van Baden, die in het bijzonder
de niet-Duitsche deelnemers begroette. Gelijk zulks in Duitschland
bij dergelijke groote vergaderingen, waar velen elkander niet kennen,
de gewoonte is, werden de deelnemers uitgenoodigd op de rij af
op te staan en naam en qualiteit te noemen. De avond werd verder
doorgebracht met het aanknoopen of vernieuwen van kennismakingen,
waarbij de aanwezigheid van verschillende dames-echtgenooten van
deelnemers tot aangenamen kout aanleiding gaf.
Den volgenden morgen (19 September) vond om 9 uur de offi-
cieele opening van den Archivtag plaats. Als Voorzitter trad op
Dr. Riedner uit Miinchen, een voortreffelijk redenaar, die, naast de
andere binnen- en buitenlandsche deelnemers, in het bijzonder de