wordTLtht" me' k°S,e'' Va" inVO'de™9 "d
22
dat iedereen met z„„ voorstellen accoord gaat, zoodat debat uitblijft.
Heer van Embden vraagt, of de afdeeling niet kan
worden opgeheven. De voorzitter antwoordt hierop, da? he, van
elang is dat onze afdeehng blijft bestaan om de redenen, welke
ij m het begin der vergader.ng heeft uiteengezet, De Heer Baart de
Faille wijst er ter verdediging van het bestaansrecht der afdeeling
nog eens op dat bij het centraal overleg van de Regeering met hare
ambtenaren aheen ,ets kan worden bereikt door vereenigingen, welke
b" een der Centrale', zijn aangesloten. Zoodoende is vroege toch
ook een en ander bereikt.
Nadat tenslotte de secretaris nog de medewerking van de leden
heeft gevraagd voor adresopgave in geval van verhuizing, waarvan
vergaderfrKj Stdlen' de voorzi«er de
Afdeeling van Gemeente- en Waterschaps-
archiefambtenaren.
MEDEDEELING VAN HET BESTUUR.
M ePLC l- .Van den Penningmeester. - De leden, die hun
zaulltn d P 96 OV6r 1936~ 1937 f Z5° n°S niet hebbe" betaald,
TmTJ1937u7uTeStui aan ZiCh verp,ichten' ind-n zij hem vóór
Maait 193/ het bedrag willen toezenden hetzij door storting op of over
saving naar postrekening 92296 der Nutsspaarbank te Middelburg
(met verme dmg vanten behoeve van afd. gemeente- en waterschaps
archie ambtenaren), hetzij door toezending aan Dr. W. S. Unger te
Middelburg en het bewijs van storting of overschrijving als kwitantie
wdlen beschouwen. Na Maart 1937 zal over de nog niet betadde
Verslag van de achttiende Afdeelingsvergadering op Zaterdag
19 September 1936 in het Stadhuis te Dordrecht.
Aanwezig 21 leden.
De voorzitter Mr. A. le Cosquino de Bussy opent te 10 uur v.m
verlangd 9.aat' na 9econstateerd te hebben, dat niemand
ngt de reeds m het Archievenblad verschenen notulen te hooren
dezen over tot het Uitbrengen var, zijn jaarverslag. De heer Moll
verzoekt hierna den voorzitter zijn verslag ter publicatie in het
Archievenblad te willen afstaan, wat deze gaarne toezegt
23
De penningmeester rapporteert vervolgens over de geldmiddelen.
De inkomsten hebben bedragen incl. het saldo f 285.73, de uitgaven
97.68, zoodat het saldo bedraagt f 188.05.
Deze gunstige toestand heeft hem ertoe gebracht, evenals vorige
jaren geschied is, de jaarlijksche toelage van f 10 uit de kas der
Vereeniging niet te aanvaarden. Twee leden waren in gebreke ge
bleven hun contributie te betalen. Voor het ééne lid had men zijn
redenen tot niet-betaling geaccepteerd, het andere lid was ondanks
herhaald aandringen niet tot betalen bereid gevonden.
De voorzitter noodigt den heer Regt en Mej. Van Hattum uit
als kasnazieners op te treden. Na onderzoek deelt eerstgenoemde
mede, dat kas en bescheiden in orde bevonden zijn en stelt voor
den penningmeester te dechargeeren, waartoe de vergadering besluit.
Aan de orde is dan de verkiezing van een bestuurslid in de
plaats van Mr. A. le Cosquino de Bussy, die aftreedt en niet her
kiesbaar is. De heeren Vermaas en Lugard vormen het Stembureau.
Uitgebracht worden 19 stemmen, waarvan 11 op den heer Coster,
4 op den heer Van 't Hoff en 4 op vier verschillende personen.
In de hoop, dat de heer Coster zijn benoeming wel zal willen
aanvaarden, wordt hij bij acclamatie tot voorzitter gekozen.
De voorzitter verzoekt de secretaresse den heer Coster zijn
benoeming mede te deelen.
Als plaatsvervangend bestuurslid blijft Mej. Ruys gehandhaafd.
De heer le Cosquino de Bussy blijkt bereid als afgevaardigde in de
Centrale de Afdeeling te blijven vertegenwoordigen.
De heer Unger deelt naar aanleiding van het verslag van den
voorzitter mede, dat in Tholen, na het heengaan van den vorigen
archivaris, de archiefbelangen aan den gemeente-secretaris zijn opge
dragen tegen een geringe vergoeding, op voorwaarde, dat hij deze
in zijn vrijen tijd zal behartigen, hetgeen toch een eigenaardige
constructie is. De vraag wordt gesteld of de Afdeeling mogelijk
stappen kan doen om in een voor de archiefbelangen zóó schadelijke
regeling verandering te doen brengen. De heer Moll merkt op, dat
z.i. de toestand inderdaad zeer onbevredigend is, maar dat een
eventueele actie hiertegen op den weg van het bestuur der Ver
eeniging ligt.
Bij de rondvraag is het de heer Moll, die in zeer waardeerende
woorden de speciale qualiteiten van den aftredenden voorzitter
herdenkt en hem voor het gevoerde beleid dank zegt.
De heer Hazewinkel leest een door hem ontvangen brief van den
teekenaar Rensburg- voor. Deze verzoekt daarin te willen bevorderen,
dat hem een rijkssubsidie verleend zal worden, dat hem in staat