20
lengte van jaren zullen getuigen van zijn onvermoeide belangstelling
voor de zaken van vereeniging en archiefwezen. Het Bestuur zal U,
zooals gij weet, voorstellen Mr. H. C. Hazewinkel tot redacteur te
benoemen. Mocht de vergadering de keuze van het Bestuur bekrach
tigen, dan zal naar onze overtuiging het redacteurschap van het
Nederlandsch Archievenblad wederom in goede handen zijn.
Van onze beide voorgenomen uitgaven: de Archiefgids en de
Index op het Archievenblad goede tijding.
Wel is te betreuren dat de Archiefgids voor zooverre de Rijks
archieven betreft tot tijdelijken stilstand is gekomen. Maar hieraan
zijn omstandigheden schuld, die wij niet bij machte zijn te veranderen.
Wat echter de gemeentelijke Archiefgids betreft, in de laatst ver
schenen aflevering van het Archievenblad hebt gij kunnen lezen, dat
groote vorderingen zijn gemaakt en het einde in zicht schijnt.
Ook de Index op het Archievenblad is, naar de vrijwillige bewerker,
de Heer Sigal, meldt, nagenoeg voltooid. Slechts de lexicografische
ordening en een laatste revisie moeten nog geschieden. Maar ik stel
mij voor dat binnen enkele maanden, misschien zelfs weken, met
drukken zal kunnen begonnen worden.
Behalve ons betreurd Eerelid hebben wij nog vier leden verloren.
De Heeren Knappert, oud-archivaris van Haarlem en Blonden, oud
archivaris van Maastricht hebben voor het lidmaatschap bedankt. De
Heeren Makkink en Hollestelle zijn resp. op 2 Februari en 23 juli
van dit jaar overleden. De eerste, in vroeger jaren getrouw bezoeker
onzer Vergaderingen, heeft kort voor zijn dood nog moeten zien
hoe de door hem bekleede functie werd opgeheven. De Heer Holle-
stelle is slechts zelden in ons midden geweest. Hij was van 1 October
1911 tot 1 Januari 1936, dus bijna 25 jaren, gemeente-archivaris van
Tholen. Wij herdenken beide dooden met eerbied.
Drie leden traden toe, nl. Dr. A. H. M. C. Kessen, archivaris van
Maastricht, de Heer C. J. F. Slootmans, die aan het Gemeente-archief
van Bergen op Zoom verbonden is en de Heer C. G. H. Bloemen,
adjunct-commies aan het Algemeen Rijksarchief. Ik heet hen welkom
in onzen kring.
Is dus ons ledental met twee teruggeloopen, toch verkeert de
Vereeniging in een gezonden toestand. Het is dus met vertrouwen,
dat ik zoo straks het voorzitterschap zal overdragen aan mijn opvolger
en het valt te voorzien, dat wij over vijf jaren onder gunstige om
standigheden het vijftigjarig bestaan onzer Vereeniging zullen kunnen
vieren.
W. MOLL.
21
Afdeeling van Rijksarchiefambtenaren.
Verslag van de Negentiende afdeelingsvergadering, gehouden
den 19den September 1936 in het Stadhuis
te Dordrecht.
De voorzitter opent de vergadering, welke door tien leden wordt
bezocht, met de mededeeling, dat er in het afgeloopen jaar niets
bijzonders is gebeurd. Men moet onze afdeeling echter als een
„slapende waakhond" beschouwen, van wien activiteit kan worden
verwacht, zoodra dit noodig is. Bovendien is het voortbestaan der
afdeeling van belang in verband met het feit, dat de voorzitter, die
de afdeeling in het Bestuur der Vereeniging van Archivarissen ver
tegenwoordigt, in laatstgenoemd college een adviseerende stem
uitbrengt en genoemd Bestuur door de vertegenwoordiging van beide
afdeelingen van vijf op zeven leden wordt gebracht.
Na den leden te hebben verzocht zich ven hun zitplaatsen te
verheffen, memoreert de voorzitter in enkele gevoelvolle woorden
het verlies, geleden door het overlijden van Prof. Fruin. Voorts wordt
met vreugde herdacht de verloving van Prinses Juliana met Prins
Bernhard van Lippe-Biesterfeld.
Uit het verslag van de penningmeesteres blijkt, dat de financiën
in goeden toestand verkeeren. Het saldo, dat het vorig jaar f 59.22
bedroeg, is nu tot f 66.80 gestegen.
Bij de bestuursverkiezing wordt in de plaats van Jhr. Mr. H. J.
L. Th. van Rheineck Leyssius, die niet herkiesbaar is, tot bestuurslid
gekozen Dr. A. L. Heerma van Voss. Voor het geval laatstgenoemde,
die afwezig is, zijne benoeming niet mocht aannemen, wordt Jhr. Mr. D.
P. M. Graswinckel als zoodanig aangewezen. Het nieuw-benoemd
bestuurslid wordt tevens bij mondelinge stemming tot voorzitter
uitverkoren, nadat de vergadering het bestuur had gemachtigd om
van artikel 12 van het Huishoudelijk Reglement af te wijken.
De plaatsvervangende bestuursleden, Mr. A. Haga en Dr. G. W.
A. Panhuysen, worden bij acclamatie herkozen.
Als naar gewoonte wordt de nieuw-gekozen voorzitter aange
wezen tot vertegenwoordiger in het Bestuur der Vereeniging van
Archivarissen.
Drs. R. D. Baart de la Faille wordt herbenoemd als vertegen
woordiger in de Centrale van Hoogere Rijksambtenaren,
Bij de rondvraag krijgt de Heer Baart de la Faille het eerst het
woord. Hij deelt mede, dat de voorzitter der Centrale, de Heer
De Korver, de vergaderingen van dit lichaam zoo voortreffelijk leidt,