161 Noord-Brabant, verschillende Burgemeesters uit het westen van Noord- Brabant, den Voorzitter en Secretaris van de Kamer van Koophandel in dit district, een vertegenwoordiger van den Garnizoenscommandant der stad e.a. Nadat de Burgemeester Mr. Drs. P. A. F. Blom (die enkele jaren achter elkaar al het mogelijke deed om bij de begrooting den Raad zoover te brengen, dat deze de noodige gelden zou voteeren, daarbij dapper bijgestaan door het Bestuur van den Ge schiedkundigen Kring „Het Markiezaat") de aanwezigen in hun diverse kwaliteiten had verwelkomd, gaf hij allereerst het woord aan den Directeur van Gemeentewerken Ir. J. van Roessel. Aan diens tech nische uiteenzetting is het volgende ontleend. Reeds in 1930 werd het plan, na bestudeering van diverse andere mogelijkheden, opgesteld, dat thans practisch ongewijzigd tot uit voering is gekomen. Door het onderzoek van die andere goed- koopere mogelijkheden is men tot de conclusie gekomen, dat het thans uitgevoerde werk, tot het meest effectieve mag worden geacht in verband met de bestede gelden. Met de ruimte moest worden gewoekerd; de beschikbare plattegrond mat buitenwerks slechts 10X9 m2. Het gebouw bevat thans met den kelder 5 verdiepingen. De kelder kostte zeer weinig, daar vooraf een aantal bestaande oude, muffe, rotte kelders tot 3 m. beneden peil moesten worden uitgebroken, om een goede fundeering mogelijk te maken. De muren werden aan de buitenzijden heet gemastiekt; in de metselspecie en het beton voor den vloer werd ceresit verwerkt.2) Tegen doorslag van water werd in de stucadoorspecie eveneens ceresit verwerkt. Op den beganen grond bevindt zich het kantoor van den Gemeente ontvanger en zijn personeel. De trap naar de eerste verdieping is afgesloten door een ijzeren hek. Op die eerste verdieping is de archivaris- en bezoekerskamer alsmede het Oud-Archief onderge bracht. De bezoekerskamer kan, met het oog op de noodige con trole, slechts via de archivariskamer worden verlaten. Om dezelfde reden bestaan de scheidingswanden tusschen de archivariskamer, de bezoekerskamer en het daarnaast gelegen archief uit glas (in staal). Behalve de rekken en teekeningenkasten bevindt zich op elke archief- afdeeling een aflegtafeltje met tabouretje, en in het trappenhuis op iedere verdieping een handwaschbakje en spiegel. De tweede ver dieping staat door middel van een branddeur in rechtstreeksche ver binding met de Secretarie; in verband met de beperking van het brandgevaar is dit de éénige dusdanige verbinding. De buitendeuren Cfr. Publieke Werken, officieel orgaan v. d. Ver. van Direct, v. Gem. Werk. Irg. V (1936), p. 147, waarin de werkteekeningen zijn gepubliceerd. 2) Vochtige plekken kwamen tot heden (Aug. 1936) niet voor.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1936 | | pagina 25