76
NIET-OFFICIËEL GEDEELTE.
In memoriam J. L. van Dalen (1864—1936).
Op Nieuwjaarsdag 1936 is te Dordrecht overleden de heer
J. L. van Dalen, van 1901 tot 1934 archivaris dier gemeente. Met
hem is een der laatste archivarissen van den ouden stempel heen
gegaan, een, die al dadelijk opviel door een van het gewone menschen-
type afwijkend uiterlijk en ook door eene niet minder afwijkende
geestesgesteldheid, zoowel naar de goede als naar de minder
goede zijde.
|an Leendert van Dalen werd den 24en Ju]j 1864 te Dordrecht
geboren en is dus ruim 71 jaar oud geworden.
Den 11 en juni 1883 werd hij, na in 1880 voor de „hulpacte" te
zijn geslaagd, door den Raad der gemeente Dordrecht benoemd tot
onderwijzer aan dezelfde Openbare Lagere School, waar hij leerling
op was geweest.
Na 18 jaren alleen het openbaar onderwijs te hebben gediend,
werd hij den 7en Mei 1901 (ten onrechte) door den Raad en den
18en jUni d.a.v. nog eens (terecht) door B. en W. benoemd tot
gemeente-archivaris, als opvolger van Mr. J. C. Overvoorde, die tot
archivaris van Leiden was benoemd. Deze benoeming geschiedde op
grond van zijne talenten als plaatselijk historicus: hij had n.l. in de
jaren 1888 tot 1901 onder zijn ook later bijbehouden bekende pseu
doniem Jan van de Maas in een der plaatselijke bladen een groot
aantal Dordtsche Schetsen gepubliceerd.
De eerste jaren vervulde hij naast het toen wel uittermate schraal
bezoldigde archivariaat nog eenige onderwijsbetrekkingen te Dordrecht
en Rotterdamhij was n.l. bezitter der hoofdacte en van de acten
Nederlandsch M. O. en Fransch L. O.
Als archivaris bepaalde hij zich voornamelijk tot het inventari
seeren van het stadsarchief uit den grafelijken tijd (1200-1572): de
inventaris en de bijbehoorende regestenlijst zijn resp. in 1909 en 1912
in druk verschenen. Met den inventaris van het waterschap „De Vier
Polders" (1904, 8 supplementen, 1910-1929) is dit de eenige van
zijne hand in druk verschenen inventaris. Wel heeft hij daarna nog
diverse inventarissen (o.a. dien van het stadsarchief 1572-1795)
voltooid, doch het is de vraag, of het maar niet beter is, dat deze,
gedeeltelijk ten gevolge van bezuinigingsmaatregelen, niet door den
druk openbaar gemaakt zijn. De inventaris van het stadsarchief
1200 1572 evenwel is daar om te bewijzen, dat de heer van Dalen,
77
hoewel ook in dit opzicht geheel autodidact, de kunst van het inventa
riseeren even goed, ja misschien beter verstond dan bij een „gestu
deerd" archivaris wel eens het geval is. Hoewel erkend moet worden,
dat Prof. Mr. R. Fruin, toen ter tijd Rijksarchivaris in de provincie
Zeeland, den heer van Dalen tal van aanwijzingen, ook op chrono
logisch gebied, heeft gegeven, die aan den inventaris en de regesten-
lijst in niet geringe mate ten goede zijn gekomen, blijven beide toch
zijne eigen schepping.
De heer van Dalen heeft zich veel op publicistisch terrein
bewogen. Zijne voornaamste werken zijn wel dat over de Groote
Kerk te Dordrecht en zijne bijna voltooide Geschiedenis van Dordrecht
in twee deelen. Over geen van beide werken kan het oordeel onver
deeld gunstig luiden. Zij bevatten echter beide schatten van vooral
feitelijke gegevens, die evenwel met de grootste voorzichtigheid
gebruikt moeten worden. Het gebruik van het laatste werk wordt
bovendien zeer bemoeilijkt door het ontbreken van noten met be
wijsplaatsen.
Van de Vereeniging van Archivarissen in Nederland was de heer
van Dalen lange jaren lid, tot 1934 toe.
Zijn gedwongen heengaan in 1934, na het bereiken van den
70-jarigen leeftijd, heeft zijn laatste levensjaar verbitterd en zijn einde
waarschijnlijk verhaast: hij kon zich niet verzoenen met het denkbeeld,
dat nu een ander op „zijne" plaats zat en is dan ook na zijne pen
sioneering nooit meer in het archiefgebouw geweest.
De stad Dordrecht verliest in hem eene markante figuur en een
in menig opzicht verdienstelijk burger. Zijne fouten waren voor een
aanmerkelijk deel „les défauts de ses qualités
Voor uitgebreider levensbeschrijvingen en voor verslagen der op
4 januari j.l. plaats gehad hebbende begrafenisplechtigheid verwijs ik
den belangstellenden lezer naar de groote en plaatselijke dagbladen
van 2, 5 en 6 januari 1936. I- J. BEYERMAN.
In memoriam Ds. H. Makkink.
Op Zondag 2 Februari overleed in het Centraal Ziekenhuis te
Alkmaar, waar hij slechts één week werd verpleegd, ds. H. Makkink,
Evang. Luthersch predikant en adjunct-gemeentearchivaris te Alkmaar.
Ds. Herman Makkink, die den leeftijd van 53 jaren bereikte, werd 24
juli 1882te Rotterdam geboren, alwaar hij het Erasmiaansch Gymnasium
afliep.