30
III. GENEALOGIE.
31
IV. PALAEOGRAFIE EN DIPLOMATIEK.
V. OUD VADERLANDSCH RECHT.
Het jaar nul (in: Nieuwe Rotterdamsche Courant van Vrijdag 19 December 1930
Ochtendblad B), 1930.
Zwei chronographische Probleme erlautert (in: Acta Orientalia, vol. XII pars I
blz. 2536), 1933. v
Der Anfang des susischen Jahres (in: Acta Orientalia, vol. XIII, blz. 319323), 1935
Een artikel betreffende de Chronologie uit den tijd der dertig tyrannen te Rome zal
in 1936 verschijnen in het Tijdschrift voor Munt- en Penningkunde.
Beoordeeling van. F. Leist, Urkundelehre, Katechismus der Diplomatik, Palaoqraphie,
Chronologie und Sphragistik. Zweite verbesserte Auflage (in: Museum, Maandblad
voor philologie en geschiedenis, le jaargang, No. 12, kol. 452454), 1894.
Beoordeeling van: Fr. Rühl, Chronologie des Mittelalters und der Neuzeit (in:
Museum, Maandblad voor philologie en geschiedenis, 5e jaargang, No. 2, kol. 5052)
1897.
Beoordeeling van: Dr. H. Grotefend, Taschenbuch der Zeitrechnung des Deutschen
Mittelalters und der Neuzeit (in: Museum, Maandblad voor philologie en qeschiedenis
7e jaargang, No. 2, kol. 5455), 1899.
Beoordeeling van: G. Bilfinger, Das altnordische Jahr (in: Museum, Maandblad voor
philologie en geschiedenis, 8e jaargang, No. 8, kol. 225), 1900.
Beoordeeling van: Prospero Varese, II calendario Romano all' eta della prima querra
Punica (in: Museum, Maandblad voor philologie en geschiedenis, 10e jaarqanq, No 10
kol. 369), 1903.
Beoordeeling van: Mr. S. Muller Fzn., De jaarstijlen in het sticht Utrecht gebruikt
voor het synodaal besluit van 1310 (in: Nederlandsch Archievenblad, veertiende jaar
gang, 3e aflevering, blz. 187190), 1906.
Beoordeeling van: Dr. H. Grotefend, Taschenbuch der Zeitrechnung des deutschen
Mittelalters und der Neuzeit, Zweite Auflage (in: Museum, Maandblad voor philologie
en geschiedenis, 13e jaargang, No. 4, kol. 143), 1906.
Beoordeeling van: C. Callewaert, Chronologie médiévale en Flandre.Style de Noel
blz 69—7nlei908: Neder'andsch Archievenblad, zeventiende jaargang, le aflevering,
Beoordeeling van: Pietro Taddei, L'archivista, manuale historico-pratico, en van-
A. Cappelli, Cronologia e calendario perpetuo (in: Nederlandsch Archievenblad, zes
tiende jaargang, 2e aflevering, blz. 114118), 1908.
Beoordeeling van: C. Callewaert, Nouvelles recherches sur la chronologie médiévale
1H 116) 1909 ^edeidan<^sch Archievenblad, achttiende jaargang, 2e aflevering, blz.
m ®eo°r£keling van: Dr. J. D. van der Plaats, Over den kalender. Met V tafels (in:
Nederiandsch Archievenblad, twintigste jaargang, 2e aflevering, blz. 133—135), 1911.
Beoordeeling van: H. Lietzmann. Zeitrechnung der römischen Kaiserzeit, des Mittel-
altkersc "^der Neuzeit, f.d. Jahre 1000—2000 n. Chr. (in: Nieuw Theologisch Tijd
schrift, 1935, aflevering 2, blz. 169), 1935.
Een vergeten tak van het huis van Bourbon (in: De Navorscher, 52e jaarqanq, afle
vering 4, blz. 206209), 1902.
Tc.^or,S>taiV^^?m Van herrit Thomasz (in: De Nederlandsche Spectator, No. 4, blz
ZöZy), 1906.
De oorsprong der familie van Borsselen van der Hooghe (in: Archief, uitgegeven
door het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, 1908, blz. 1—46), 1908.
De oorsprong der familie van Borsselen van der Hooghe. Nalezing (in: Archief, uit
gegeven door het Zeeuwsch Genootschap der wetenschappen 1909, blz. 149156), 1909.
De oorsprong der familie van Borsselen van der Hooghe (in: Archief, uitgegeven
door het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen 1913, blz. 171172), 1914.
Troonopvolging (in: Nieuwe Rotterdamsche Courant van Maandag 12 Augustus
1913, Avondblad B), 1912.
Veltman (in: Maandblad van het Genealogisch-Heraldisch Genootschap ,,De Neder
landsche Leeuw", 1918, No. 6/7, kol. 204207), 1918.
Het wetenschappelijke karakter van het Maandblad van „De Nederlandsche Leeuw"
(in: Nederlandsch Archievenblad, negenentwintigste jaargang, 2e aflevering, blz. 100
104), 1921.
Pieter van Beoosten Zweene's Remissorium Philippi (in: Maandblad van het Genea
logisch-Heraldisch Genootschap „De Nederlandsche Leeuw", 1922, No. 1/2, kol.
32—33), 1922.
Over de graven van Zutphen vóór 1190 (in: Maandblad van het Genealogisch-
Heraldisch Genootschap: „De Nederlandsche Leeuw", 1923, No. 11/12, kol. 308317),
1923.
De strijd om het hertogdom Bouillon (in: Maandblad van het Genealogisch-Heraldisch
Genootschap: „De Nederlandsche Leeuw", 1929, No. 3, kol. 6674), 1929.
Het Graafschap Hamaland en de Brunharingen (in: Maandblad van het Genealogisch-
Heraldisch Genootschap „De Nederlandsche Leeuw", 1930, No. 6, kol. 163168), 1930.
Een belangwekkend geval van stamboomvervalsching (in: Maandblad van het Genea
logisch-Heraldisch Genootschap „De Nederlandsche Leeuw", jubileum-nummer van Mei
1933, kol. 207—217), 1933.
,De paleograaf" (in: Weekblad voor de Burgerlijke Administratie van Zaterdag
8 juni 1901, No. 2712), 1901.
Handboek der Nederl. Palaeographie (in: Weekblad voor de Burgerlijke Administra
tie, jaargang 55, No. 2814 van 23 Mei 1903), 1903.
Het Handboek der Nederlandsche Palaeographie (in: Nederlandsch Archievenblad,
vijftiende jaargang, 2e aflevering, blz. 1031061907.
Historisch-diplomatische opmerkingen over oorkonden, uit te geven in het Oorkon-
denboek van het Sticht Utrecht (in: Nederlandsch Archievenblad, achtentwintigste
jaargang, 3e aflevering, blz. 150151), 1920.
Aankondiging van: H. Kantorowicz, Einführung in die Textkritik. Systematische
Darstellung der textkritischen Grundsatze für Philologen und Juristen (in: Tijdschrift
voor Rechtsgeschiedenis, Deel III, blz. 113115), 1921.
De studie van het Oud-Vaderlandsche recht en de Archieven. Rede, 14 November
1910 bij de aanvaarding van het hoogleraarsambt aan de Universiteit van Amsterdam
uitgesproken, blz. 135, 1910.
De meente van den Leusderberg (in: Verslagen en mededeelingen der vereeniging
tot uitgave der bronnen van het oud-vaderlandsche recht, Tweede deel. No. V, blz.
528—544), 1892.
De middeleeuwsche rechtsbronnen der kleine steden van het nedersticht van Utrecht.
(Werken der vereeniging tot uitgave der bronnen van het oud-vaderlandsche recht.
Eerste reeks, No. 13):
Eerste deel blz. 1423, 1892, Tweede deel blz. 1 435, 1897,
Derde deel blz. 1210, 1903.