198
de indeeling ervan noodzakelijkerwijze zouden doen verstarren. Ik
mag er, wat dit punt aangaat, hier wel aan herinneren, dat de
schrijver reeds vroeger de zoogenaamde kalenderhervormers in een
in populairen vorm gegoten artikel in de Haagsche Post van repliek
heeft gediend.
Het is gelukkig, dat er meerdere schrijvers van gezag zijn, die
zich verzetten tegen de afbraak van onzen kalender. Onder hen
noem ik hier Dr. W. E. van Wijk; met opzet wijs ik hier op zijn
werk over den Gregoriaanschen Kalender omdat dit de verhandeling
van professor Fruin over de Juliaansche en de Gregoriaansche kalenders
aanvult. Terecht heeft de schrijver van het Handboek zich in dezen
beperkt tot het hoog noodige; degenen, die zich nog wat verder in
deze materie willen verdiepen, raad ik de lezing van Dr. Van Wiiks
werk aan, dat intusschen door zijn uitgebreide berekeningen en her
leidingen ik ontveins het mij niet de meesten onzer wel wat
al te technisch zal zijn.
In het tweede hoofdstuk bespreekt professor Fruin de verschillende
jaartellingen. Voor ons van bijzonder belang is de paragraaf, welke
het heeft over de anni imperii, regni enz.; de samenstellers van
regestenlijsten zullen zich de moeilijkheden, waarvoor zij zich bij de
berekening der regeeringsjaren vaak geplaatst zagen, wel te binnen
kunnen brengen. Het Handboek reikt ook hun hier de helpende hand.
Ongetwijfeld van het allergrootste belang is echter het derde
hoofdstuk, dat handelt over het jaarbegin in de Nederlanden. Met
groote nauwkeurigheid heeft de schrijver in dit hoofdstuk alle gegevens
verwerkt, welke hij in den loop der jaren, vaak met medewerking
van ambtgenooten, heeft weten bijeen te zamelen. Hij heeft hierdoor
zijn werk gemaakt tot het hulpmiddel bij uitnemendheid voor den
onderzoeker onzer middeleeuwsche archieven. Een blik in den index,
die hier noode gemist zou kunnen worden, doet ons zien, voor welk
een uitgebreid onderzoekingsveld de bewerker zich geplaatst zag.
Dat het intusschen niet mogelijk is in alle opzichten volledig te zijn,
heeft professor Fruin meer dan wie ook ingezien. Vandaar, dat hij
aan het slot van de inleiding de hoop uitspreekt, dat nieuwe vondsten
steeds zullen worden aangeteekend en, naar wij hopen, door publicatie
gemeengoed worden gemaakt.
Tenslotte een opmerking; op blz. 28 komt m.i, een kleine onjuist
heid voor, welke herhaald wordt in den index. Er wordt nl. gesproken
van „Zutphener Aiffbait", waarvoor ongetwijfeld „Zutphener Aifflait"
199
(aflaat) moet worden gelezen. Een paar drukfoutjes van weinig belang
zal de welwillende lezer reeds zelf hebben opgemerkt en verbeterd.
Ik mag hier dan wel eindigen met zoowel professor Fruin als
de Nederlandsche archiefwereld geluk te wenschen met de ver
schijning van dit hoogst nuttige werk.
D. P. M. GRASWINCKEL.
Berichten.
W. E. VAN Wl]K, De Gregoriaansche Kalender. Een technisch-tijdrekenkundige
studie, gedrukt te Maastricht door A. A. M. STOLS en uitgegeven voor rekening van
den schrijver, 1932.
Algemeen.
Rijkscommissie voor de archiefexamens. Aan Prof. Mr. R.
FRUIN is op diens verzoek eervol ontslag verleend als Lid van de Commissie, onder
dankbetuiging.
Examens. - Het diploma van wetenschappelijk archiefambtenaar der eerste
klasse hebben verworven de Heeren Drs. A. FRANK en Dr. F. BLAUWKUIP, beiden
te Amsterdam.
Rijksarchieven.
Algemeen Rijksarchief. - Op 10 |uli l.l. was het veertig jaar geleden,
dat Dr. C. C. D. EBELL zijn eerste betrekking in Rijksarchiefdienst aanvaardde. Deze
dag ging voor onzen nog altijd werkzamen oud-collega ons blad en ook deze
aflevering kan weder daarvan getuigen - niet onopgemerkt voorbij. Vele personen,
ook uit den archiefkring, deden hem van hun sympathie blijken.
Rijksarchief in Groningen. - ln onze vorige aflevering vermeldden
wij, dat de Heer B. LONSAIN met 1 Juli l.l. den dienst met pensioen zou verlaten.
Nadat de Heer LONSAIN nog gedurende de maand Juli in tijdelijken dienst is werkzaam
gebleven heeft op 31 Juli ten Rijksarchieve op hartelijke wijze het afscheid plaats gehad.
De verdienstelijke ambtenaar werd bij die gelegenheid, evenals kort geleden op
1 Februari van dit jaar, toen hij gedurende 30 jaar aan het Rijksarchief was verbonden,
toegesproken door den wnd. Rijksarchivaris Drs. I. A. BROUWER en bovendien door
den Gemeente-archivaris Dr. H. P. COSTER en namens bezoekers door Prof. Dr. I. H.
GOSSES, Mr. C. A. STAR NUMAN en Mei. M. A. DE VISSER. Drs. BROUWER heeft
voorts medegedeeld, dat het H. M. de Koningin heeft behaagd den Heer LONSAIN te
benoemen tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau.
In de plaats van den Heer LONSAIN is met ingang van 1 |uli benoemd tot
chartermeester (adjunct-commies) de Heer Drs. E. WERKMAN, te Ezinge (Gr.).
Gemeente- en waterschapsarchieven.
Gedrukte inventarissen van Gemeente-archieven. - Het
is niet onze gewoonte het verschijnen van inventarissen, voordat ze in ons blad
worden besproken, reeds dadelijk hier ter plaatse te vermelden. Een uitzondering
willen we thans maken bij het verschijnen van den lijvigen inventaris in drie deelen
van de gemeente Arnhem van de hand van Jhr. Mr. GRASWINCKEL en van den
inventaris van Zaltbommel van de hand van Dr. VAN DE VEN. Het is inderdaad een
gelukkig verschijnsel, waar bij het Rijk het drukken van inventarissen onder de tegen
woordige tijdsomstandigheden tijdelijk geheel is stopgezet, dat er nog wel gemeenten
in den lande bestaan, die gelukkig niet aldus handelen, maar, deels door particulieren