127 126 die Charters gegeeven en geobtineerd waaren, hadden aangeteekend, en hier en daar enkele zeer korte elucidatien hadden bijgevoegd. En dat zij thans de Eer hadden het gemelde stuk ter Tafel van de vroedschap te brengen in dat vertrouwen, dat hun Ed.Groot-Achtb. penetreerende den ongelooffelijken arbeid, welke het aan hun Heeren Burgemeesteren gekost heeft, en tevens het uytgebreide Nut 't welk uyt dien arbeid voor de stad zal proflueeren, dit belangrijk stuk met genoegen zullen accepteeren. Dat zij Heeren Burgemeesteren bij het in ordre brengen van dit Register van tijd tot tijd huyveriger waaren geworden om hetzelve, conform de resolutie van den 5 July Iaatsleeden te doen drukken, zo om dat in hetzelve van veele zaaken gewag gemaakt word, welke niet algemeen bekend behooren te zijn, als om dat zodanige gedrukte Registers door den tijd in handen zouden kunnen geraaken van luyden, die misbruyk van dezelve zouden kunnen maaken, en dat zij dien- volgende zig verpligt vonden om aan hun Ed.GrootAchtb. te pro- poneeren niet alleen om de Resolutie van 5 July voornoemt, voor- zoveel het drukken aangaat, te mortificeeren, maar tevens te resol- veeren, dat het gemelde Register nooit zal mogen worden gedrukt. Dat niettemin, daar een zodanig Register niet gemaakt is om buyten gebruyk te zijn, van gedagten zouden wezen, dat van het zelve behoorden te worden gemaakt vyff afschriften, met oogmerk om van dezelve één te depositeeren in de charterkas, één op de secretarye, waartoe aan alle vroedschappen aldaar acces zou worden verleend, zonder dat hetzelve echter immer van het stadhuys zou mogen worden gebragt; een in de kas in het Logement in den Haag ten gebruyke van Heeren Gedeputeerden en dat voortaan altijd onder ydere Regeerende Burgemeester één zodanig register zou behoren te berusten om jaarlijks bij de verandering der Regeering met de sleutels aan derzelver opvolgers te worden overgeleeverd" 2), waarop de heeren van de vroedschap, na deliberatie, hebben: „goed gevonden en verstaan Heeren Burgemeesteren te bedanken voor de extra-ordinaire moeyte in deze genomen, en op propositie van Heeren Burgemeesteren niet alleen de resolutie van 5 July laastieden, waarbij geresolveerd was om t voorschr. Register te laaten drukken, te mortificeeren, maar tevens te resolveeren dat het gemelde Register nooyt zal mogen worden gedrukt. En is wijders op propositie van de Heer oud-Burgemeester en ordinaris-Gedeputeerde Van den Bosch goedgevonden en verstaan In de Staten van Holland, waarin Schoonhoven, als tiende der stemhebbende steden, zitting had. 2) Oud-archief Schoonhoven, inv. no. 104 vroedschapsres., d.d. 10-11-1790. om van 't gemelde Register geen vyf, maar zeven afschriften te laten maaken, om van dezelve aan de Heeren Burgemeesteren Hoola van Nooten en Scheltus ijder een afschrift present te doen tot een erken tenis van de importante moeyte waar toe hun Ed.GrootAchtb. zig wel hebben gelieven te verledigen, en van de vyf overige zodanig gebruyk te maaken, als door Heeren Burgemeesteren is geproponeerd en eindelijk om de voorschreven zeven afschriften door een vertrouwd persoon, wiens naam hun Ed.UrootAchtb. goed gevonden hebben in de Notulen te secreteeren, te laten maaken, en daar voor aan dezelve toe te leggen eens vijftig guldens, zo nogthans, dat dezelve alvorens bij eede aanneeme en belove van daarvan, nog voor zig, nog voor een ander, een afschrift te zullen maaken, en 't origineele te zullen terug geeven. Hebbende de Heeren Burgemeesteren Hoola van Nooten en Scheltus dezelve propositie en Resolutie gratieuselijk geaccepteerd. Momenteel berusten er nog twee exemplaren van dezen inven taris ten gemeente-archieve van Schoonhoven, en wel het aan den oud burgemeester Scheltus vereerde, J) en een ander, ongemerkt, exemplaar. Ook is er, volgens het verslag van den (Algemeen) Rijksarchivaris, over het jaar 1870, zoals hieronder blijkt, een op het Algemeen Rijksarchief. De door de vroedschap bedoelde vertrouwenspersoon, die de afschriften zou maken en daarvoor vijftig gulden zou ontvangen, maar wiens naam „hun Ed.GrootAchtb. goedgevonden hebben in de notulen te secreteeren," zal geweest zijn Mr. Cornelis Parker de Jong, oud-schepen en oud-vroedschap zooals ligt te bevroeden valt uit de post in de thesauriersrekening van 1791 „betaalt aan de heer Parker de Jong een rekening van schrijffdienste, bij quit. f50. 3) Andere nog bewaard gebleven oude inventarissen zijn„Inventaris van stukken door Pieter de Laat als secretaris van Schoonhoven bij zijn aftreden aan burgemeesters overgeleverd (c. 1687), 1 deel. 4) „Inventarissen van archiefstukken ter secretarie van Schoonhoven berust hebbende, 1795, 1800, 2 deelen.5) „Inventaris van archiefstukken van rechterlijken aard ter secretarie van Schoonhoven berust hebbende, 1800, 1 deel,6) Oud-archief Schoonhoven, inv. no. 104, vroedschapsres., d.d. 10-11-1790. 2) Oud-archief Schoonhoven, inv. no. 205. 3) Oud-archief Schoonhoven, inv. no. 371, thesauriersrek. 1791. 4) Oud-archief Schoonhoven, supplement, inv. no. 204'. 5) Oud-archief Schoonhoven, supplement, inv. no. 205'2. 6) Oud-archief Schoonhoven, supplement, inv. no. 22722.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1935 | | pagina 25