124 tusschen den schrijnwerker Frederiks uit Gouda en Hermannes de Gidts uit Schoonhoven, waarbij eerstgenoemde de kast zou maken, maar de Gidts een knecht „zal stellen die wanneer zij 't goedvinden 't werk altoos zal kunnen nazien en ook er aan werken." De kast zou verder vervaardigd worden conform de gemaakte teekening, van buiten van eiken-, van binnen van grenenhout, met een gebroken kap, versierd met het stadswapen, alles voor f 250.-, af te leveren op 1 November 1789, met een boete van f 3.- voor eiken dag, waarop zij na dien tijd klaar zou zijn. Nog heden ten dage is deze kast op de secretarie in gebruik, vertoonende, behalve het gesneden wapen van Schoonhoven tevens die van de be.de burgemeesters Mr. Dirk Hoola van Nooten en Mr. Jacobus Scheltus, die zich voor het op orde brengen der archivalia „uyt den woesten bajard, in welke dezelve lagen" zooals zij hetzelf uitdrukten, zoo veel moeite hadden Qegeven. 5 Juli 1790 brachten deze heeren in de vroedschap het volgende relaas uit over hun werkzaamheden, hetwelk tevens voorstellen be vatte aangaande de verder in dezen te nemen maatregelen „Heeren Burgemeesteren hebben gecommuniceerd, dat zij eindelijk alle de charters van de stad uyt den woesten bajard in welke dezelve lagen, hebben te voorschijn gebragt en geleezen, dat veele voorname stukken hadden gevonden in mandens en doozen door eikanderen, en op plaatsen, waar men dezelve nooyt zoude zoeken, dat diverse stukken zodanig waren vergaan, dat niet meer leesbaar waaren, ten- welken einde hun Ed.GrootAchtb. eenige vertoond hebben. Dat hun Ed. alles, wat van eenig belang was, hebben gesorteerd en op een concept-register gebragt, vertoonende daarvan provisioneel het concept-register. Wijders dat hun Ed. alle de charters van eenig belang ,n de daar toe gemaakte kas hadden gelegd op hunnen datum, vertoonende hetzelve aan de vroedschap, en eindelijk dat hun zeer veele stukken van minder aangelegenheid hadden doen plaatsen onder hunne respecten in loquetten op de secretarye. Dat hun Ed. ook hadden gevonden een kist met oude papieren, behorende tot de oude weeskamer en dezelve nagezien hebbende! weder hadden doen plaatsen op de secretarye. Dat hun Ed ook hadden gevonden een kist met de resolutieboeken en ioopende papieren, behoorende aan de Crimpenrewaard, tot het jaar 1735 :r/elfS|het cachet van de waard, en dezelve geexamineerd hebbende ook weder hadden doen plaatsen op de secretarye. J) 2\ Oud-archief Schoonhoven, inv. no. 3 burgemeesterskamer, d.d. 18-9-1789 van de Kr m°° J met Dordrecht en Gouda zeggingsschap in het bestuur college aannmpenerwaard en stelde van oudsher twee hoogheemraden in het dijks- 125 Dat hun Ed. tot dien ongelooflijken arbeid meer dan één jaar hadden besteed, dog ook nu de satisfactie hadden van te durven zeggen, dat er wijnig steden zullen gevonden worden, in welke de charters in zodanige ordre zijn, en geproponeerd 1) om het Register nadat hetzelve geheel zal zijn in ordre gebragt, te laten drukken, met allegatie van ijder stuk, waar het gedrukt off geregistreerd te vinden is, en teevens met opgave van zodanige charters van de stad, welke elders gemeld worden, dog in originali niet voorhanden zijn, en een ijder vroedschap altijd een exemplaar te geeven. 2) dat nooijt aan eenige leden van de vroedschap zal vrijstaan om eenige van deeze charters met zig naar hunne Huyzen te neemen, maar dat zij dezelve willende examineeren, aan hun door Heeren Burgemeesteren daar toe occasie zal worden bezorgd op het stadhuys. 3) om te examineeren of er ook middel zou zijn om de man- keerende charters van dese eeuw (waarvan hun Ed.Groot-Achtb. een lijst vertoonden) terug te bekomen De vroedschap bedankte de heeren voor hun moeite en ver- eenigde zich geheel met het voorgestelde. 2) 10 November daaropvolgende kwam het slotrapport, waarin o.a., om daarin aangevoerde redenen, het voorstel om de inventaris te doen drukken, ingetrokken werd en dat in zijn geheel als volgt luidde: „Heeren Burgemeesteren hebben gecommuniceerd, dat het register op alle de charters, handvesten en Privilegiën van de stad, bij hun gemaakt, en waar van zij reets de ruuwe schets bij hun rapport van den 5 July deses jaars aan hun Ed.Groot-Achtb. hadden vertoond, thans geheel in ordre is; dat zij bij het in ordre brengen van dat belangrijk stuk hadden gemeend hetzelve tot eene zodanige vol komenheid te moeten brengen, als hunne krachten toelieten, en dat zij dus op het gemelde register niet alleen hadden gebragt alle zodanige charters, als nog daadlijk aanweezig zijn, en in de Charterkas op hunnen datum leggen, met bijvoeging, waar dezelve hier ter steede geregistreerd, en bij welken schrijvers dezelve te leesen zijn, maar dat zij tevens daarop binnen den tweeden plicque hadden geplaatst alle zodanige charters, als zij in de publieke registers geregistreerd, off bij Mieris en anderen schrijvers gedrukt gevonden hadden, met betrekking tot deeze stad, en dat zij verder bij yder stuk onder de graaflijke Regeering, de Graaven en de Graaflyke Huysen, en onder de Staatsregeering naderhand de Heeren Stadhouders, onder welke Oud-archief Schoonhoven, inv. no. 104 vroedschapsres., d.d. 5-7-1790. 2) Oud-archief Schoonhoven, inv. no. 104 vroedschapsres., d.d. 5-/-1790.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1935 | | pagina 24