58
schrijvers zijn vóór 1890 vooral M., J. en j. 1. van Doorninck, P. C.
Molhuysen en W. H. Cost Jordens en in de laatste 40 jaren Dr.
C. van Slee (1843-1929), Dr. de Hullu en Dr. M. E. Houck.
Dr. Houck, de nu nog volijverige directeur van het Museum de Waag,
kan zonder overdrijving de moderne geschiedschrijver van Deventer
genoemd worden. Zijn Wandelingen door Oud-Deventer en zijn
Gids voor Deventer en Omstreken 2) zijn samenvattingen van wat over de
geschiedenis van de stad bekend is en voor een niet gering deel het
resultaat van nasporingen door den schrijver zelf in het archief ingesteld.
Men zal uit deze uiteenzettingen misschien den indruk krijgen,
dat de toestand van het Oud-Archief bijna volmaakt te noemen is.
Dit is natuurlijk hier evenmin als elders het geval en ook hier zijn
er wenschen, waarvan de vervulling zeer in het belang van het archief
zou zijn. Een tijd van crisis en noodzakelijke bezuiniging is echter
niet gunstig voor onmiddellijke vervulling van verlangens, die toe
als richtsnoer in het oog moeten worden gehouden. Het stedelijk
bestuur van Deventer heeft, zooals uit de voorgaande regelen blijkt,
reeds vaak getoond zich de verantwoordelijkheid bewust te zijn voor
zijn archieven als bewijsstukken van rechten en als bronnen voor de
geschiedenis van de stad. Ongetwijfeld zal dus ook in de toekomst
gedaan worden, wat mogelijk is, om het stedelijk archief, dat nu reeds
bijna 700 jaren oud is, tot in lengte van dagen te behouden en steeds
meer aan de beoefening van de wetenschap dienstbaar te maken.
Wij hopen, dat de archiefstukken nog lang getuigenis mogen afleggen
van het rijke verleden van de stad Deventer.
Dit artikel wil ik niet besluiten zonder met een enkel woord melding
te hebben gemaakt van andere historisch-belangrijke archieven, die te
Deventer zich buiten de gemeentelijke archiefbewaarplaats bevinden.
Genoemd zijn reeds de ook voor de stadsgeschiedenis zeer
belangrijke archieven van het Groote- en Voorster-Gasthuis. De
beschrijving van Mr. I. van Doorninck geeft een chronologische
inhoudsopgave van de bijna 1900 charters en losse stukken, waarvan
de oudste uit de 13de eeuw dateeren3). Aan het einde van den
catalogus worden beschreven de banden en bundels (blz. 759 e.v.)
en de reeds in het begin van de 15de eeuw aanvangende reeksen
rekeningen (blz. 770 e.v.).
In de consistoriekamer van de Lebuinuskerk worden de archieven
59
van den kerkeraad, de kerkvoogdij en de classis Deventer van de
Nederduitsch Hervormde kerk bewaard. Vooral van belang zijn de
handelingen van den kerkeraad, die van 1591 en die van de provinciale
Synode, die van 1586 af bewaard zijn
Het archief van de Doopsgezinde Gemeente, waarvan de oudste
stukken tot de 2de helft van de 17de eeuw teruggaan is omstreeks
1888 uitvoerig beschreven door den heer G. van Delden, welke
inventaris in 1933 is aangevuld en verbeterd door den heer Gerh.
Luoard Jr. Ook het archief van de Evangelisch Luthersche Gemeente
te Deventer werd in hetzelfde jaar beschreven door den heer Lugard,
die bereidwillig copieën van deze geschreven inventarissen voor het
Oud-Archief van de gemeente vervaardigde.
De eigenaars van al deze archieven zijn zoo welwillend naspo
ringen door tusschenkomst van den gemeente-archivaris toe te staan,
zoodat ook deze archieven door ernstige onderzoekers geraadpleegd
kunnen worden.
B. VAN 'T HOFF.
Naschrift. Eenige aanvullingen en verbeteringen van het
eerste deel van dit artikel (41ste jaargang, blz. 237 254), mogen hier
een plaats vinden.
1°. Het oudste oorspronkelijke charter van het kapittelarchief is
van 1 195, zooals op blz. 247 werd medegedeeld. De oorkonde van
1169, genoemd blz. 238 noot 2, komt in een later afschrift voor.
2°. Wat het archief van het kapittel, genoemd op blz. 247, betreft,
moet nog worden gewezen op de „Statuta ecclesiae D. Lebuini in
Daventria" en andere stukken beschreven in den door den Heer
Bruggeman bewerkten en in 1928 gedrukten Inventaris van de archieven
bij het metropolitaan kapittel van Utrecht van de Roornsch-Katho-
lieke kerk der Oud-bisschoppelijke Clerezie, blz. 497 e.v., nos. 445
454. Een inhoudsopgaaf van deze statuten is te vinden in de Lijst
der stukken uit het archief der oud-bisschoppelijke Clerezy te Utrecht
afgeschreven door Mr. j. I. van Doorninck, gedrukt in de Verslagen
omtrent 's Rijks oude archieven over 1887, X, blz. 163 e.v., waar
ook andere stukken het Kapittel van Deventer betreffende, worden
beschreven. Voor zoover de stukken niet aan de Clerezie zijn over
gedragen, worden zij nu in het Rijksarchief in Overijssel bewaard.
3°. Gerhard Dumbar senior overleed in 1744, zijn boekerij werd
in 1746 verkocht (blz. 252 vermeldt abusievelijk 1746 als sterfjaar.)
Deventer 1909, 4".
2) 3de druk, Deventer 1901.
3) Zie hierboven, blz. 54.
3) Zie het Overzicht van de kerkelijke archieven in de provincie Overijssel in
de Verslagen omtrent 's Rijks Oude Archieven XXII (1899) blz. 593 659, vooral
blz. 627-633.