24
sluit met een overschot van f 153.53. Voor spr. is deze gunstige
toestand een aanleiding geweest om de gebruikelijke toelage van
f 10.— van de Vereeniging niet te aanvaarden.
De voorzitter noodigt de heeren Mr. Dr. J. W. Verburgt en
W. N. Arntzenius uit als kasnazieners op te treden. Eerstgenoemde
deelt, na ingesteld onderzoek, mede, dat de rekening en bescheiden
zijn in orde bevonden.
De voorzitter stelt voor den penningmeester van zijn beheer
over het vereenigingsjaar 1933—1934 te ontheffen, met welk voorstel
de vergadering zich vereenigt. Aan de kasnazieners brengt spr. dank
voor hun bemoeiingen.
De voorzitter brengt in bespreking het voorstel van het vereeni-
gingsbestuur tot reglementswijziging. Het zwaartepunt van het voorstel
ligt in het facultatief stellen van het lidmaatschap der afdeelingen,
dat tot nu toe verplichtend was. Spr. heeft hiertegen bezwaar. De
kans op het bedanken voor het afdeelingslidmaatschap wordt hier
door zeer groot, wat op den duur tot opheffing der afdeelingen zal
leiden. Spr. is van oordeel, dat, aangezien de afdeelingen de materieele
belangen van alle archiefambtenaren behartigen, ook alle leden haar
geldelijk moeten steunen.
De heer Moll deelt mede, dat het voorstel is ingegeven door
het verlangen den leden gelegenheid te geven hun opvatting kenbaar
te maken. Bij zeer veel leden bestaat tegenkanting tegen de afdee
lingen. De te hooge contributie van vereeniging en afdeeling samen
schept de mogelijkheid, dat de vereeniging in ledental zal verminderen.
De vereeniging streeft een wetenschappelijk doel na. Voor de be
hartiging hunner materieele belangen moet men de leden vrijlaten in
de keuze van een vakvereeniging.
De heer Coster is het met deze zienswijze niet eens. Spr. is
overtuigd van de noodzakelijkheid van het bestaan der afdeelingen.
Den invloed van de Centrale moet men niet te gering achten. Indien
men echter de inrichting der afdeelingen te grootsch acht, dan zou
te overwegen zijn haar taak over te dragen aan commissies van de
algemeene vereeniging. De bespreking der materieele belangen zouden
dan weer belanden in de algemeene vergadering, wat spr. geen
bezwaar lijkt, daar deze weinig tijd zullen vergen, terwijl de ideëele
archiefbelangen toch reeds tot het terrein der Vereeniging behooren.
In ieder geval echter acht spr. het wenschelijk, dat, in welken vorm
dan ook, de namen der afdeelingen gehandhaafd blijven, omdat deze
meer indruk maken op de autoriteiten, dan de algemeene naam, welke
de Vereeniging draagt.
De voorzitter acht het voorstel-CosiER geen oplossing, daar de
25
contributie er niet door vermindert, doordat het lidmaatschap van
de Centrale gehandhaafd blijft.
Nadat nog de heeren Verburgt en de Goede zich tegen het
facultatief stellen van het lidmaatschap van de afdeelingen hebben
verklaard, stelt de voorzitter voor in de algemeene vergadering van
hedenmiddag, als standpunt dezer afdeelingsvergadering mede te
deelen hetgeen door hem in de inleiding tot deze bespreking is
gezegd. De vergadering vereenigt zich hiermede.
Bij de bestuursverkiezing noodigt de voorzitter de heeren C. J.
Lugard en Mr. A. van der Minne uit als stemopnemers op te treden.
Het stembureau deelt, na gehouden stemming, mede, dat de heeren
Mr. A. le Cosquino de Bussy en Dr. H. P. Coster elk met 14 stemmen
zijn herkozen. Ter vervulling van de vacature-VAN der Meer van
Kuffeler, die niet herkiesbaar is, blijkt niemand de volstrekte meerder
heid te hebben gekregen, zoodat een herstemming moet plaats vinden.
Hierbij verkrijgt Mej. O. C. Telders 9, de heer G. Lugard 3 en
Dr. W. Moll 2 stemmen, zoodat Mej. Telders is gekozen.
De drie gekozenen verklaren hun benoeming te aanvaarden.
Als voorzitter wordt bij acclamatie herkozen Mr. A. le Cosquino
de Bussy.
Verder worden aangewezen
tot plaatsvervangend bestuurslid: Dr. W. S. Unger;
tot afgevaardigde in de Centrale: Mr. A. le Cosquino de BussY,
tot vertegenwoordiger van de afdeeling bij het vereenigings-
bestuur: Dr. H. P. Coster.
Bij de rondvraag komt mr, Moll terug op het denkbeeld uit het jaar
verslag van den voorzitter omtrent een gemeentelijken Archiefgids,
waarmede hij zijn instemming betuigt. Na eenige besprekingen wordt
een commissie van voorbereiding gevormd, bestaande uit de heeren
Mr. A. le Cosquino de Bussy, Mr. B. van t Hoff en G. J. Lugard.
Besloten wordt deze aangelegenheid nog niet in de algemeene ver
gadering van de Vereeniging te brengen, maar eerst den opzet en
de aanvankelijke resultaten van de commissie af te wachten.
Met een woord van dank aan het afgetreden bestuurslid, sluit
de voorzitter te 12.40 uur de vergadering.