272 bestuur (nrs. 11094—11576) beschreven, terwijl ten slotte de archives deposées van brouwers, bakkers, wevers en andere ambachtslieden, van geneesheren en zelfs van broederschappen niet vergeten worden (nrs. 11587—11947). Deze inventaris is wel een wegwijzer in de vele Leuvense dokumenten, geeft inderdaad een denkbeeld van deze oude stad en alles wat met haar verband hield. Dat de Leuvense archieven ook voor ons, Noord-Nederlanders, belangrijk zijn, gaven wij al te kennen. Maar ook wegens stukken, die ouder zijn dan 1815, verdienen deze archieven onze aandacht. In vele stukken immers komt men plaatsen tegen, die in ons vaderland gelegen zijn. Wij tekenen slechts aan: Den Bosch, Maastricht, Kerk- rade, Breda, Roermond, Heusden, Helmond, Eersel, Gorcum, Rolduc, Haarlem, Bergen op Zoom en Middelburg. Maar ook om andere redenen zijn vele stukken zeer belangrijk voor de geschiedenis van Noord-Nederland, b.v. de documents concernant la creation des nouveaux évêchés dans les Pays-Bas avec l'agréation des Etats de Brabant (nr. 4103), de uit 1549 daterende actes réunis pour prouver que Ie pays de Malines, la Hollande et la Zélande sont pays auto- nomes et ne dépendent pas de l'autorité de S.M. (nr. 1 1953), de stukken van 1678 concernant la publication de la paix entre l'Espagne, Ia France et Ia Hollande (nr. 1 1957). Men raadplege ook de nrs. 585ter vv. (dl. III, blz. 142), die belangrijk zijn voor de geschiedenis van Zeeland. Wij betreuren het, dat na de inventaris geen regestenlijst van de middeleeuwsche stukken volgt. Toch wordt dit gemis vaak ruim schoots vergoed, doordat verscheidene nummers als het ware in regestvorm gegeven zijn en dan soms nog buitengewoon uitvoerig. Wij wijzen o.a. op de nummers 225. 237, 243, 245, 1272, 1288, 1300, 1320 (meer dan twee bladzijden), 1322 (meer dan anderhalve blad zijde), 1652, 2574, 4561, 4859 en 8505. Van andere nummers als 250, 251, die in de inventaris best één nummer konden zijn, 715 722, 1395, 1553, 1556, 1558 en 2658 hopen wij alsnog regesten te krijgen, zij het in een aanhangsel van het vierde deel. Al te sober of te vaag zijn ook beschrijvingen als: 2124 2178. Cinquante-cinq actes passés devant le Conseil de Brabant. 2179 2350. Procés agités devant le Conseil de Brabant. 2381 —2385. Cing actes concernant la Chambre pupillaire. 3965. Actes divers concernant l'Université (16e—18e siècles). 4194. Divers actes concernant les couvents en général (1706 1790). Zie ook nrs. 6323 6324. Over het algemeen houdt dr. Cuvelier anders niet van soberheid 273 en beknoptheid. Wij merkten reeds op, dat de nrs. 250 en 251 best één nummer konden uitmaken. Het komt ons voor, dat verscheidene stukken bij elkaar behoren, die tans in afzonderlike nummers vermeld zijn. De verschillende „ordonnances de police" (nrs. 1562 1565) b.v. maken volgens onze bescheiden mening één nummer uit. Waarom de „acte additionnel au règlement de 1662 sur l'administration des biens de la ville de Louvain" (nr. 1655) en het „dossier concernant eet acte additionnel" (nr. 1655bis) niet in één nummer vermeld? Wij wijzen verder op nr. 3888 vv„ die alle op hetzelfde kanaal betrekking hebben, op de nrs. 1542-1545, 2032, 2037, 2103 en 2104, 1845, 1849, 1859, 1861, 1869 en 1870, 2614 en 2617, 2709 vv., 2801 vv., 3271 en 3272, 3595 3598 en 3604, 3625-3629. De nrs. 1661 en 1662 gaan over de kermis en ommeganck, maar deze onderwerpen worden, vergissen wij ons niet, nog in verscheidene andere nummers genoemd. Ook hebben wij verscheidene nummers verspreid ontmoet, waarin van belasting op bier e.d. melding is gemaakt. Boven schreven wij, dat de inventaris feitelik met hoofdstuk II begint. Dit dienen wij nader aan te tonen. Het eerste hoofdstuk geeft „généralites De nrs. 1 —37 vermelden dan „anciens inventaires généraux et notes concernant l'organisation ancienne des archives". Wij zouden deze geschiedkundige biezonderheden liever in de Inleiding, dus in het nog komende vierde deel vermeld of verwerkt hebben. Vasthoudende aan de algemeen aanvaarde omschrijving van een archief, zoals de Ecole de Chartes en de Nederlandse Vereniging van Archivarissen haar verdedigen, menen wij, dat de „chroniques et mémoires concernant l'histoire de la ville" (nrs. 38 86) toch heel zeker niet in de inventaris thuis horen. Deze kronieken zijn immers geen bescheiden, ambtshalve ontvangen bij of opgemaakt door enig bestuur of een zijner ambtenaren, voorzover deze bescheiden bestemd waren om onder dat bestuur of die ambtenaar te blijven berusten. Petri Divaei rerum Lovaniensium libri quatuor, Willem Boonen's Cort Verhael oft Memorieboeck van de Hertogen van Brabant, Oudtheden raeckende die Stad Loven, Chronycke der Stadt Loven en dergelike geschiedkundige werken moeten een plaats vinden in de bibliotheek, liefst in de bibliotheek van het archiefgebouw, dat de Leuvense archieven herbergt. Dezelfde opmerking geldt de nrs. 4238 (petite chronique du couvent de Val-St.-Martin a Louvain), 4239 (Latijnse kroniek van hetzelfde klooster) enz. Devotieboekjes zijn evenmin archiefstukken (nrs. 7171 v.). Behoort verder nr. 153 (augmentation du salaire des secrétaires de la ville de Bruxelles) tot het Leu vense archief? Nr. 1424 luidt heel kort en bondig: Joyeuse entrée d Albert et Isabelle (24 novembre 1599). Wij betwijfelen, of dit en

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1934 | | pagina 20