172
Bisschop Godfrieds testament en een charter voor
St. Maarten te Emmerik.
een uit drie deelen bestaand werk. over de geschiedenis van Venetië
geschreven, waarvan een exemplaar door hem werd aangeboden aan
Mussolini, uit dankbaarheid voor de gastvrijheid, welke hij genoten
had in de archieven van Venetië, waar hij het materiaal voor zijn
werk heeft opgespoord.
Het archief van Venetië, een merkwaardig centrum, waar men
naast brieven van Titiaan en van Italiaansche vorsten en doges, ook
huishoudelijke afrekeningen van Paolo Veronese of liefdesmissives van
Casanova kan vinden! Heel de geschiedenis van Venetië en zij is
oud en bewogen is in documenten samengevat.
Sow jet-Rusland.
In de Nieuwe Rotterdamsche Courant van Zaterdag 14 (avondblad)
en Zondag 15 April (ochtendblad), vinden wij een artikel van Inter
viewer „Hoe Rusland Sow jet zijn groote kunstschatten
verkwanselde", waarin zeer ongunstig nieuws over de Russische
archieven wordt medegedeeld.
De schrijver had een onderhoud met Mevrouw T. W. Tsiernavin,
gewezen adjunct-conservatrice der Ermitage te Petrograd en ex-
conservatrice van andere Russische musea en archieven, die met haar
man, Prof. A. Tsjernavin, en hun minderjarigen zoon verleden jaar uit
het concentratiekamp van Solefki gevlucht is en na 22 dagen rond-
dolens vol ontbering eindelijk in Finland kwam.
Dat Rusland zijn schilderijen en andere kunstschatten verkoopt
om de berooide geldmiddelen te stijven is zoo slim niet; immers
deze kunstschatten komen daardoor in Westersche musea en in tal
van particuliere verzamelingen terecht, waar hun aanwezigheid waar
schijnlijk op hooger prijs wordt gesteld dan in het land, waar zij zich
tot dusverre bevonden. Maar wat te denken van het ontstellend feit,
dat archieven en bibliotheken zijn opgerookt"
Na de revolutie was een commissie ingesteld, welke opdracht
kreeg de organisatie der verzamelingen in de vroegere Keizerlijke
paleizen en musea ter hand te nemen. Het kunstbezit der Sowjet-
Unie had zich bovendien door „nationaliseering" van tal van particu
liere collecties uitgebreid. Dit alles moest gecatalogiseerd en te zamen
in eenige groote musea ondergebracht worden. Hoewel vrouwen
van bekende communisten, als Nathalie Ivanofna Troski Troski s
vrouw en mannen als Loenatsiarski zich aan het hoofd stellen van
dien arbeid om den rijken oogst van grootsche scheppingen van
beroemde kunstenaars, welke door verlichte geesten in het oude
Rusland, waren verzameld, tijdens de revolutie getracht hebben zoo
veel mogelijk te redden, natuurlijk is toch veel verloren gegaan.
173
Toen er geen papier meer te koop was om de slechte tabak tot
cigaretten te rollen moesten de archieven en bibliotheken het ontgelden.
Het papier, dun of dik, moest daarvoor dienen en geleverd worden
door de archieven en bibliotheken, waardoor op deze wijze heel wat
kostbare archivalia, manuscripten en boeken door de Russen werden
„opgerookt".
Juist in dien tijd werd mevrouw Tsiernavin benoemd tot conser
vatrice der archieven van het lustslot Pavlofsk. Zij trof de archieven daar
in de grootste wanorde aan, verspreid over den vloer van het vesting
gebouw Bip en het is aan haar te danken, dat zij de daar aanwezige
archieven, evenals in het paleis Gatsjina, heeft kunnen redden en
ordenen. Het zijn thans de eenige archieven, die na de bolsje
wistische revolutie in hun geheel bewaard zijn gebleven.
Alle andere archieven, zooals die der beroemde paleizen Tsarkoe,
Oranienbaum en Peterhof, zijn zoo goed als geheel en al vernietigd
of „opgerookt".
Voorts vertelt mevrouw Tsiernavin tal van bizonderheden over
hetgeen er met de kunstverzamelingen geschiedde.
De École des Chartes.
In een zeer lezenswaardig artikel vertelt GeneviEve Beauchesne in
de Echo de Paris van 27 Januari j.l. en volgende nummers van de
^es Chartes te Parijs. Zij verdeelt haar stof in de volgende
rubrieken: 1. Lobjet et Ie but, 2. Administration, 3. Le travail char-
tiste, 4. Les femmes a i'ecole, 5. La vie a I ecole en 6. Conclusions.
M. C. S1GAL.
De onder de aanduiding bisschop Godfrieds testament nu zo
langzamerhand bekend geworden belangrijke giftbrief van deze bis
schop, in het O.B.S. afgedrukt onder no. 499, is ons in originali over
geleverd. Hij is geschreven op een groot vel perkament door een
laat 12e eeuwse hand. De schrijver heeft de nodige zorg aan zijn
produkt besteed. De hoofdletters b.v. zijn met spesiale zorg getekend
en springen in de tekst duidelik naar voren. Een zegel is niet aanwezig,
wordt in de tekst trouwens ook niet aangekondigd. Wel zijn er
onderaan in het perkament 2 insnijdingen te zien, maar het is niet
na te gaan, of het stuk ooit werkelik bezegeld is geweest.
'1 Rijksarchief in Utrecht.