164
165
V Op onderhoudende wijze vertelt, aan de hand van het dagboek van HEDWIG
Elisabeth Charlotte Karei X11I's Koningin Dr. K. E. W. Strootman het een
en ander over hem en dezen tijd in Van Vasa tot Bernadotte (1923)
censuur afgekeurd werk moesten jaren lang bewaard worden, tot
dat zij eindelijk, voorzoover niet door vocht bedorven, konden ver"
kocht worden. In het achtste hoofdstuk noemt Bergh de „auskultanten",
jongelieden van adel, die tot 1750, toen het universitair onderwijs werd
hervormd, in het Rijksarchief studeerden, voor zoover de plaatsruimte
het toeliet, met de bedoeling om, na beëindiging hunner studiën, in
de kanselarij geplaatst te worden. Ook vertelt hij van de weten
schappelijke onderzoekers, die als historiographen de stukken in het
archief gebruikten voor de voltooiing hunner geschiedwerken, zooals
Daniël Heinsius de bovengenoemde Pufendorf en Lagerlöf, en
Olof von Dalin, de geestige verteller van Sagan om hastenhet
verhaal van het paard, een in de geest der Mutsen geschreven
zinnebeeldige geschiedenis van het Zweedsche volk in den „Stor-
hetstid". Het kleine tweede deel verhaalt de geschiedenis van het
Rijksarchief gedurende de jaren 1837 tot 1846, toen )arta Liljegren
als bestuurder was opgevolgd. Door Bergh's overlijden in 1919 is een
voltooiing tot 1918 achterwege moeten blijven.
6. Lokalförvaltningen i Sverige 1520—1632 (1917—1923). De
Rijksarchivaris J. A. Almquist geeft hier, met ambtenaarslijsten en
biographisch woordenboek, zooals gebruikelijk is, een overzicht over
het plaatselijk bestuur in de verschillende Zweedsche landschappen
(Östergötland, Vestergötland, Dalarne enz.) gedurende de regeeringsjaren
der eerste Vasakoningen, van de moorden te Stockholm in 1520 tot
het optreden van Christina.
Van de talrijke, omvangrijke en belangwekkende publicaties van
archivalia, door het Algemeen Rijksarchief in den loop der tijden
uitgegeven, bezit de bibliotheek ten onzent niets. De jaarverslagen
noemen o.a. den afdruk van de „registratur",2) register van uit de
kanselarij uitgegane brieven, aangelegd onder de regeering van
koning Gustaaf 1 van 1520—1560, van de protokollen van den Rijks
raad van 1621 af, en van de handelingen van den Zweedschen
Rijksdag van 1520 af.
Overzien wij nu het geheel der beide groepen van deze
nieuwe reeks mededeelingen, dan maakt het wel, door zijn veel
soortigheid, in het eerst een verbijsterenden indruk. Wij vragen ons af,
Hij is wel nooit in Zweden geweest; eenig geschiedwerk van zijn hand is
niet in druk verschenen. Zie het Nederlandsch Biographisch Woordenboek, II, kol. 554.
2) In het Zweedsch beteekent registratur register, in het Noorsch en
Deensch inventaris; register heet in het Noorsch en Deensch K o p i b og en Brevbog,
inventaris in het Zweedsch förteckning.
of het, ter wille van de overzichtelijkheid, niet beter geweest ware
de jaarverslagen - en dan ook die alleen, zonder de correspon
denties te vereenigen met kleine inventarissen tot een rubriek
„mededeelingen", en de groote inventarissen, maar dan ook alle,
bijv. die der zeer belangrijke familiearchieven tusschen 1630 en de
reductie, in een tweede rubriek „inventarissen van familiearchieven",
die men ook inderdaad is begonnen (zie Bil 2), onder te brengen.
De rest der belangwekkende publicaties had men kunnen uitgeven
in een rubriek „inlichtingen", en, in een „archievenblad", dat Zweden,
wat te betreuren is, niet bezit.
C. Meddelanden fran Svenska Riksarkivet 1926, 19271928, 1929,
1930, 1931, verschenen in de jaren 1927 tot en met 1932.
D. Skrifter utgivna av Svenska Riksarkivet (geschriften uitge
geven door het Zw. R.A.)
C. 1926. In het algemeen gedeelte van het jaarverslag komt
de vraag weer ter sprake, of, en waar, Norrland een „Landsarkiv"
zal krijgen; in Stockholm voelt men het meest voor een „Landsarkiv"
te Harnösand voor alle „lan" (provincies) in dat uitgestrekte gewest,
maar Jamtland moet dan een afzonderlijk, „lansarkiv" krijgen in Öster-
sund. In het bijzondere gedeelte vermeldt men, onder het hoofdstuk
aanwinsten, den koop, nagenoeg geheel met steun van particulieren,
van de belangrijke AzzoLiNO-verzameling. Kardinaal Decio Azzolino
was krachtens ex-koningin Christina's Gustaaf U's dochter
testament bij haar dood in 1689, universeel erfgenaam van haar
geheele nalatenschap. Na het uitsterven der Azzolino's kwamen
Christina's papieren in het bezit der verwante Pianetti's, met wier
toestemming de Rijksarchivaris E. Nygren in 1923 te Empoli in hun
villa de stukken had geïnventariseerd. Na de gewone rubriek „Hand-
lingar rörande arkivvasendet" (correspondenties van archiefambte
naren met autoriteiten en onderling, die, naar ref. in B 1 opmerkte,
toch wel ongedrukt hadden kunnen blijven) volgt in de afdeeling
ordeningen en beschrijvingen een uitvoerige en belangwekkende
beschouwing over de lotgevallen der verzamelingen van den in 1756
als „landshövding" te Falun gestorven Nils Reuterholm, van zijn zoons
en vooral van zijn kleinzoon Gustaaf Adolf den „grootvizier", intimus
van Gustaaf Ill's broer Karel den lateren Karel XIII en tijdens
diens regentschap van 1792 tot 1796 man van grooten invloed, ook