178
179
archivaris echter, waarvoor ingevolge de wettelijke eischen daarvoor bestaande, de
benoeming van een wetenschappelijk ambtenaar der eerste klasse wordt gevorderd, is
steeds achterwege gebleven met het oog op de aanzienlijke kosten. Thans doet zich
echter een omstandigheid voor, die B. en W. een oplossing dezer aangelegenheid
schijnt. De heer J. GEESINK, hoofdcommies bij het Rijksarchief in de provincie Over
ijssel, is met ingang van 1 Jan. op wachtgeld gesteld. Naar de meening van B. en W.
zoude aan den heer GEESINK met gerustheid het beheer van het oud-archief kunnen
worden opgedragen. Een dergelijke benoeming mag echter niet geschieden, dan met
machtiging van den minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen, daar de heer
GEESINK wetenschappelijk ambtenaar der tweede klasse is De minister, tot wien B-
en W. zich ter zake hebben gewend, heeft de vereischte machtiging bereids verleend.
Naar de meening van B. en W. zou het salaris van den heer GEESINK zijn te stellen
op f 1200 's jaars. Zij stellen voor met ingang van 1 Febr. 1933 den heer J. GEESINK
te benoemen tot archivaris dezer gemeente, onder genot eener jaarwedde van f 1200."
Naar aanleiding daarvan is in de Raadsvergadering van 26 Januari het volgende
gesproken
„Mevr. IIESINGA vraagt het oordeel van B. en W. over de ingekomen stukken.
De voorzitter deelt mede, dat Mr. J. J. BEYERMAN, docts. geschiedenis, diploma weten
schappelijk ambtenaar le klasse verzoekt te besluiten de voordracht aan te houden
en een gewijzigde voordracht in te dienen. Spr. meent dat de heer BEYERMAN wel
zal bedoelen ook daarop geplaatst te worden. De heer BEYERMAN acht de voordracht
niet conform de wet, art. 15, lid 2, archiefwet, daar Zwolle een wetenschappelijk
ambtenaar lekl. zou moeten aanstellen. De voorzitter licht toe, dat de wet als regel
aanneemt, dat tot archivarissen wetenschappelijke ambtenaren 1e kl. worden benoemd,
doch de wet kent ook 2e klassers. Zwolle komt in aanmerking voor een ambtenaar
Ie klas, doch de minister kan machtiging verleenen een 2e kl. ambtenaar te benoemen,
welke machtiging bereids is verleend. De heer BEYERMAN betoogt in zijn adres, dat
niet een 2e kl. ambtenaar zou moeten worden benoemd als le kl. ambtenaren
beschikbaar zijn, en verzoekt een voordracht samen te stellen van 1e kl. ambtenaren,
tegen hooger salaris of voor een beperkt aantal dagen per week. De heer Th. J. DE VRIES,
die voor wetenschappelijk archiefambtenaar studeert, zond een adres van gelijke
strekking. De voorzitter zegt, dat B. en W. niet zouden hebben voorgesteld een
archivaris te benoemen als niet de heer GEESINK beschikbaar was, die volkomen in
staat is voor het werk.De heer HAEN acht verzorging van het archief noodig en had
het beter gevonden gelegenheid te geven voor sollicitanten. Voorts is spreker tegen
stander van culminatie van functies en daarom is spr. tegen de benoeming. Spr.
adviseert sollicitanten op te roepen. De heer PETERS acht ook goede verzorging van
het archief gewenscht, doch had liever een jonge kracht. Spr. adviseert het voorste)
terug te nemen. De heer VALETON acht het thans geen tijd een archivaris te benoemen
op een salaris als een le kl. ambtenaar behoort te hebben. Spr. begrijpt dat B. en W.
de gunstige gelegenheid te baat nemen een ambtenaar te benoemen nu zulk een
goede kracht beschikbaar is. Spr. zou met den heer BEYERMAN meegaan als het ging
om aanstelling van een volledig gesalarieerd ambtenaar. Culminatie van betrekkingen
geldt hier evenmin, daar het slechts aannemen van een dienst is van iemand, die
daartoe bereid is en zoo goed in staat is voor het werk. De heer BRANDSMA sluit
zich hierbij aan, en adviseert het voorstel aan te nemen nu door bijzondere omstandig
heden Zwolle in staat is iemand aan te stellen, die het archief verzorgt, zonder dat
een volledig ambtenaar behoeft te worden benoemd, hetgeen de gemeente op groote
lasten zou brengen. De heer HOUTSMA wijst op de belangrijkheid van het Zwolsche
lees: cumulatie.
archief, dat zeker alle zorg verdient. Er is alle reden een archivaris aan te stellen en
spr. acht het niet juist geen archivaris aan te stellen als de heer GEESINK niet zou
worden benoemd, Spreker is bereid deze oplossing te aanvaarden, doch spr. zou liever
een functionaris aanstellen zooals de wet voorschrijft, en willen dat het voorstel wordt
aangehouden en dat B. en W. sollicitanten oproepen voor een behoorlijk salaris, opdat
ook academisch gevormden een kans krijgen aan het werk te komen, hetgeen beter
is dan een ambtenaar op 56-jarigen leeftijd aanstellen, die nog andere functies vervult.
De voorzitter merkt op, dat de gemeente het 24 jaren zonder ambtenaar deed, en
spr. verheugt zich er over dat het aanstellen van een ambtenaar bepleit wordt. Spr.
acht het echter gewenscht van de gelegenheid gebruik te maken die zich voordoet,
iemand als den heer GEESINK te benoemen voor f 1200. De heer PETERS acht het
niet practisch de verzorging afhankelijk te stellen van de toevallige omstandigheid,
dat een goedkoope kracht aanwezig is. Spr. stelt voor het voorstel aan te houden en
B. en W. uit te noodigen met een nieuw voorstel te komen. De voorzitter acht het
niet den tijd, nu een voorstel aan te nemen, dat er toe zou leiden een ambtenaar te
benoemen voor f 4000 of f 5000. De persoon nu door B. en W. voorgesteld, heeft
veel meer waarde dan een jonge pas beginnende kracht, want hij kent geheel Zwolle
en het archief. Dit is ook veel beter dan iemand aan te stellen, die hier kan komen
met het doel zoo spoedig mogelijk weg te gaan.-Mevr. TlESINGA zal in verband met
de buitengewone omstandigheden voor het voorstel van B. en W. stemmen. - De heer
FRANSEN begrijpt de bezwaren van hen, die sollicitanten willen oproepen, doch nu
zulk een bekwaam man beschikbaar is als de heer GEESINK, zal spreker voor het
voorstel van B. en W. stemmen, al adviseert spr. in het voorstel niet te spreken van
archivaris, doch b.v. van aanstelling van iemand tot hulp bij het archief. - De heer
LeUSINK zegt dat spr. voor het voorstel van B. en W. zal stemmen en verzoekt den
raad beter voor te lichten omtrent de ingekomen adressen. Dit is de strekking van
het voorstel van den heer PETERS. De heer HOUTSMA begrijpt niet, waarom aanhouden
dan noodig is. Het voorstel PETERS wordt verworpen met 16 tegen 11 stemmen. Voor
de Soc. Dem. behalve de heer BODEN, voorts de heeren HAEN, OOSTERWIJK en
HOUTSMA. Het voorstel van B. en W. wordt z. h st. aangenomen, waarna de heer
GEESINK wordt benoemd met 21 stemmen en 6 blanco.
Kerkelijke archieven.
Eerekanunnik L. BOOGMANS. - De Bisschop van Haarlem heeft
Pastoor I.. BOOGMANS, Archivaris van het bisdom Haarlem en Conservator
van het Bisschoppelijk Museum aldaar, benoemd tot eerekanunnik van het Hoog
waardig Kapittel.
Raadpleging van archieven.
Commissie van 's Rijks Geschiedkundige Publicatiën. Bij
Kon Besluit van 3 Maart is benoemd tot Lid van gemelde Commissie, Mr. R. Bl]LSMA,
Algemeen Rijksarchivaris, te 's-Gravenhage.
Bureau van de Commissie van s Rijks Geschiedkundige
Publicatiën. - Naar aanleiding van het op de Staatsbegrooting voor 1933 gedane
voorstel tot inkrimping van het personeel met een onderdirecteur zie onze vorige
aflevering bl. 85') - zijn zoowel in de Tweede als in de Eerste Kamer schriftelijk en
mondeling opmerkingen gemaakt, die we hier in extenso doen volgen.
Inmiddels is hieraan gevolgen gegeven en is aan Dr. J. G. VAN DILLEN op diens verzoek met
ingang van 1 Januari 1933 eervol ontslag verleend als onderdirecteur.