68
landsche postincunabelen op het ontbreken van veel voorarbeid stuitte.
Daar in veel opzichten de postincunabelen ontstaan in den tijd
van Humanisme en Reformatie niet minder belangwekkend dan de
wiegedrukken zijn, is des te meer te waardeeren, dat in een biblio
graphic zoo volledig mogelijk de beschrijving van de in de Neder
landen gedrukte werken van het begin van de zestiende eeuw ver-
eenigd worden. Ook hier is dus de medewerking van allen, die in
staat zijn nog niet bekende postincunabelen te signaleeren, ten
zeerste gewenscht.
De meeste wiegedrukken worden in de bibliotheken bewaard.
De grootste verzameling bezit de bibliotheek van het Britsch Museum
te Londen, waar een 10.000 incunabelen, dus ongeveer 1/3 deel van
het aantal uitgaven van de 15de eeuw, aanwezig zijn. In ons land staan
de verzamelingen van de Koninklijke Bibliotheek en het Museum
Meermanno-Westreenianum, beide in den Haag, aan de spits. De
Universiteitsbibliotheken te Utrecht, Leiden, Amsterdam en Groningen
en de Athenaeum-Bibliotheek te Deventer bezitten elk eenige honder
den wiegedrukken, terwijl in de stedelijke boekerijen te Haarlem,
Arnhem en Maastricht, in de Librije te Zutphen en in verscheiden
andere bibliotheken een kleiner aantal aanwezig is.
Minder bekend is het, dat zich ook in verscheidene archiefdepöts
incunabelen bevinden. Vooreerst komt het voor, dat de achiefbibliotheek
(dus niet de archieven in de enge beteekenis van de eerste paragraaf
van de Handleiding) wiegedrukken rijk is. Zoo bevinden zich in de
onder het beheer van de archivaris staande stadsbibliotheek te
Kampen een zestal incunabelen afkomstig van de voormalige biblio
theek van de Latijnsche School.2) Tot de archiefbibliotheek te Leiden
behooren eenige oude Leidsche drukken, die in het Museum „de Laken
hal" zijn tentoongesteld. Waarschijnlijk zijn deze Leidsche drukken in
nieuweren tijd als plaatselijke curiosa verzameld. Genoemd zijn reeds
de incunabelen van de Openbare Stadsbibliotheek te Maastricht,
waarvan verscheidene uit geestelijke instellingen van Maastricht en
omgeving afkomstig zijn.
Met nadruk moet er echter op gewezen worden, dat niet zelden
wiegedrukken als gewone archiefstukken bewaard zijn gebleven. In
het voorwoord van de reeds genoemde door de Kommission fiir den
Gesamtkatalog der Wiegendrucke uitgegeven Einblattdrucke des XV
fahrhunderts kan men het volgende lezen „Nun hatte sich aber bei
69
der Inventarisierung der Inkunabeln in Deutschland ergeben, dass die
Gesamtzahl der aus dem 15 Jahrhundert auf uns gekommenen Einblatt
drucke ausserordentlich viel grosser ist, als man nach den bekannten
Sammlungen annehmen konnte. Nicht nur aus alten Bucheinbanden
tauchten an den verschiedensten Orten immer neue Stücke dieser
Art auf, sondern es fand sich auch, dass die Archive in einem
ungeahnten Umfange solche Blatter auf unsere Zeit
gerettet ha ben. Die archivalischen Nachforschungen haben
gezeigt, dass unter den gleichzeitigen geschrieben Dokumenten sich
die gedruckten Stücke ahnlichen Charakters ebenso unversehrt in den
Aktenbündeln unserer Archive erhalten haben, wie die Handschriften.
Wat hier van de Duitsche archieven gezegd wordt, geldt evenzeer
voor de Nederlandsche. Ten bewijze hiervan volgt hier een opgave
van eenige incunabelen in Nederlandsche archieven, waarbij ik dan
tevens van Nederlandsche postincunabelen melding maak. Op vol
ledigheid maakt deze lijst niet de minste aanspraak. De bedoeling
is juist door het geven van eenige voorbeelden op de mogelijkheid te
wijzen, dat men in andere archieven soortgelijke stukken kan ontmoeten.
In het Deventer archief, dat mij het best bekend is, waren be"
waard gebleven de beide muntordonnanties te Deventer en Zwolle
gedrukt, beide verband houdende met de muntovereenkomst in 1488
tusschen Deventer, Kampen, Zwolle en Groningen gesloten. Deze
beide incunabelen berusten thans in de Athenaeum-Bibliotheek. Een
andere Zwolsche druk op dezelfde muntovereenkomst betrekking
hebbende wordt in het Kampensche archief bewaard.3) Een ander
gedrukt stuk in het Deventer archief van later datum, ook op het
muntwezen betrekking hebbende, komt wellicht voor opname in de
Nederlandsche Bibliographie van 1500 tot 1540 in aanmerking. Het
is een „Valuatie ende ordonnantie van de Keizerlijke Majesteitsmunt,
gepubliceerd den eersten dach July, Anno 1539, alsmede eene overeen
komst van den Stadhouder Schenk en Ridderschap en Steden binnen
Campen, den 27 October 1539. In plano gedrukt te Campen in de
Broderstrate bij mi Peter Warnersoen 4)
Een viertal incunabelen trof ik aan in een band, waarvan de om
schrijving als volgt luidde: „Oproepingsbrieven van den Keizer tot
Men raadplege de Nederlandse/ie Bibliotheekgids, 3de druk (1931), waar ook
de gedrukte incunabelcatalogi van de Nederlandsche bibliotheken genoemd worden.
2) De archivarissen van Kampen, Zutphen, Maastricht, Leiden, Haarlem en den Haag
hebben door schrifteliike en mondelinge inlichtingen mij zeer aan zich verplicht.
De spatieering is van mij. (VAN 'T H.)
2) M E. KRONENBERG. Catalogus van de incunabelen in de Athenaeum-Bibliotheek
te Deventer (1917) nos. 206 en 207, CAMPBELL 1346 en 1334.
3! Charters en Bescheiden I 921, CAMPBELL 1335, Einblattdrucke 1055.
4) W. H. COST IORDENS: Catalogus van stukken betreffende de Munt in het
Deventer Archief. Bijlage van den Inventaris van het Deventer Archief (1870) - no. 885
sub 8. De Nederlandsche Bibliographie 1500-1540, beschrijft als no. 2102 een Utrecht-
schen druk van dezelfde ordonnantie.