62
met een rijk historisch verleden en gecompliceerde rechtsverhoudingen
een goed geordend archiefwezen als een levensnoodzakelijkheid wordt
beschouwd.
De belangrijkste Duitsche steden wisten dus wel wat zij deden,
toen zij in den loop der laaste zestig jaren er toe overgingen voor
hunne archieven geschoolde leiders aan te stellen. Aan deze ontwik
keling zou de kop worden ingedrukt, wanneer vandaag aan den dag een
stad onder den druk van financieële moeilijkheden bij het open komen
van een wetenschappelijke archivarisplaats deze niet weder zou laten
bezetten of haar geheele archief bij een ander wetenschappelijke
instelling zou voegen. De geringe besparing, die daarmede verkregen
zou worden, zou niet in verhouding staan tot de schade, welke het
gemeentebestuur zich hierdoor zou berokkenen.
Wanneer de gedachte zou opkomen om het archief ondergeschikt
te maken aan en te voegen bij de stadsbibliotheek of bij het museum,
dan zou dit te verklaren zijn uit een onvoldoende kennis van het
wezen van het gemeentearchief. Bij het groote publiek en wat merk
waardig is, ook bij menig stadsbestuur, heerscht nog steeds de
meening, dat de archieven slechts voor studie-doeleinden dienen;
in moeilijke tijden als die van tegenwoordig, zou men zich zonder
al te groote schade van die verplichtingen kunnen ontdoen. Dit is
slechts in zooverre waar, dat de archieven inderdaad naast hun
bestuursplichten ook wetenschappelijke te vervullen hebben. Wel is
waar gaan de laatste niet zoo ver buiten de dagelijksche practijk
als bij oppervlakkige beschouwing schijnt.
leder gemeentearchief, dat onder wetenschappelijke leiding staat,
is de natuurlijke centrale voor het nasporen en schrijven der stedelijke
geschiedenis. In een tijd als de onze, waarin politieke inzichten en
wereldbeschouwingen zoo tegen elkander botsen, vormt de trots
op de geschiedenis der stad, die alle burgers lief is geworden, een
geestelijke band, waarvan de zedelijk-politieke waarde niet onderschat
moet worden. Het werk door wetenschappelijke archiefambtenaren in
plaatselijke historische vereenigingen en in de door deze uitgegeven
tijdschriften, door voordrachten en door medewerking aan historische
tentoonstellingen verricht, is niet te vergeefs.
Het is geen toeval, wannaar een zoo modem gemeentebestuur
als dat van Altona aan zijn archivaris Dr. Hoffmann het samenstellen
van het schitterende werk Het nieuwe Altona opdroeg en wanneer
door hem het archief, dat uitstekend ondergebracht is in een mooi oud
patriciërshuis, tot een middelpunt gemaakt is van de plaatselijke kuituur
geschiedenis. En wat het werk van den Düsseldorfer archiefbeheerder
Dr. Wentzcke voor het levendig houden der gemeenschapsgevoelens
63
tusschen het Rijnland en het overige Duitschland beteekent, weet een
ieder, die met deze dingen vertrouwd is. Zonder hem zou het duizend
jarig feest van het Rijnland, dat alle klassen der bevolking te zamen
bracht, niet denkbaar geweest zijn.
De aanmoediging van alle locaal-historische bemoeiingen door
de archieven werkt via de historische vereenigingen weldadig op de
beoefening der plaatselijke geschiedenis op de scholen. Deze speelt
tegenwoordig een veel grootere rol in het onderwijs dan voor den
oorlog. Zonder den stevigen ruggesteun aan den wetenschappelijken
arbeid van het archief zou zij tot gevaarlijk dilettantisme worden.
Slechts door de samenwerking tusschen school en archief in overleg
met allen, die voor de plaatselijke geschiedenis werken, wordt de
synthese tusschen volksaard en geschiedkundige waarheid bereikt.
Hetzij men van bestuursstandpunt of van dat der beoefening der
plaatselijke geschiedenis het werk der Duitsche stadsarchieven beziet,
altijd dienen zij de geheele gemeenschap. Zij kunnen dit echter slechts,
wanneer de archieven hun zelfstandige plaats in het organisme van
het stadsbestuur blijven behouden. Daarbij is het noodig, dat men hun
de materieële en persoonlijke grondslagen van hun werk niet onttrekt.
De financieële kosten kunnen daarbij gehouden worden binnen een
bescheiden bestek, zooals bij de bibliotheken en musea. De archieven
krijgen hunne verzamelingen nagenoeg zonder kosten uit de gemeente
lijke registratuur en kaartendepóts. Zij hebben geen belangrijk aan
schaffingsfonds noodig. Met 1000 of 2000 mark kunnen zij hun hand
bibliotheek op de hoogte houden en het op de markt komende
materiaal in den vorm van handschriften, kaarten en prenten aankoopen.
Hetgeen zij noodig hebben zijn voldoende localiteiten, een fonds voor
wetenschappelijke publicaties, dat zich ook binnen bescheiden grenzen
kan houden, en de noodige krachten voor het ordenen en catalo-
giseeren der verzamelingen. Vóór alles hebben zij noodig een deskundig
geschoolden leider, die al naar de eischen, welke het archief stelt,
door een tweeden of derden vakman ter zijde kan worden gestaan.
Welke eischen van kundigheid gesteld moeten worden aan de
wetenschappelijke archief-ambtenaren blijkt reeds uit het voorgaande:
grondige kennis der geschiedenis en speciale kennis op het gebied
der taal- en rechtsgeschiedenis en zoogenaamde hulpwetenschappen,
vooral de oorkondenleer en palaeographie. Een reeks Pruisische,
Beiersche en andere Duitsche steden eischen daarom van hun
wetenschappelijke archiefambtenaren het afleggen van een staats
archiefexamen. Andere steden, die dezen eisch niet uitdrukkelijk voor
schrijven, hebben in de practijk hetzelfde gedaan. Berlijn was hiermede
de eerste, toen het in 1878 besloot zijn archief toe te vertrouwen