60
acten der gemeente te bewaren. Deze vormen een belangrijk eigendom
der gemeente, voor welker behoud en raadpleging door middel van
catalogi de gemeentebesturen zorg te dragen hebben ingevolge de
ministerieele beschikking van 3 Maart 1832.
De plaats daarvoor is het archief, want het archief is in de
eerste plaats bestemd voor de belangen van het bestuur.
Dit voornaamste doel van het archief komt voort uit zijn eigen wezen.
De gemeente-archieven bevatten de getuigenissen van den arbeid
der besturen van vele eeuwen, die in oorkonden, contracten, notulen
boeken, kaarten, enz., na te gaan is. Terwijl alles, wat dagelijks
noodig is, bewaard wordt in de registratuur, neemt het archief alles
over, dat voor de loopende zaken gemist kan worden, uitgezocht
met het oog op de blijvende waarde der stukken.
Daarom moet iedere grootere Duitsche stad een instantie hebben,
welke heeft uit te maken, wat van de massa papier, in den loop der
jaren door de verschillende diensten beschreven, vernietigd kan worden
of bewaard moet blijven. Op deze plaats moet de beteekenis van
het materiaal van twee gezichtspunten uit beoordeeld worden: van
juridisch en van historisch standpunt. Niets mag verloren gaan, dat
ooit als bewijsmiddel voor de gemeente kan dienen en evenmin
wat in de toekomst als historische bron kan gelden. Want evenals
uit oorkonden, acten, enz. de geschiedenis ontstaat, dienen diezelfde
stukken als de belangrijkste bronnen voor de geschiedschrijving.
De vraag vernietigen of bewaren doet zich bijna dagelijks voor
tegenover de steeds grooter wordende massa stukken. De juiste
beantwoording er van vereischt een kennis, die van de practisch
werkzaam zijnde gemeenteambtenaren niet verwacht mag worden.
Nog heden ten dage lijden besturen en wetenschap er onder, dat
vooral in de eerste helft der 19e eeuw in vele steden door te ijverige
ambtenaren op dwaze wijze vernietigd werd, en het is een helaas
niet te bestrijden waarheid, dat het in menig middelmatig groote of
kleine gemeente, die geen archiefambtenaar heeft, nog niet veel beter is.
Reeds het werk van het archief, de systematische ordening en
catalogiseering, vooral onontbeerlijk in de gemeenten, waar een regi
stratuur ingevoerd werd, is uit den grond van de zaak verschillend
van den registratuur-arbeid, evenals van de zuiver wetenschappelijke
instellingen: bibliotheken en musea. Het archief moet niet alleen
ontvangen, doch ook geven, leder tamelijk wel bewaard gebleven
stadsarchief telt onder zijn stukken archivalia, die tot in de middel
eeuwen terug gaan. Deze vormen onschatbare bronnen voor de ver
houding der stad ten opzichte harer bezittingen, rechten, enz. en
zijn daarom van oudsher zorgvuldig bewaard. De stedelijke archieven
61
zijn geen nieuwe vindingenbijna overal gaan zij terug op den oorsprong
van het Duitsche stadsleven. Eerst de 18e en 19e eeuw, toen de staat
met harde hand in het recht der steden ingreep, hebben de oor
spronkelijke waarde en daarmede de waardeering der oude privilegiën
verminderd. Het zou echter verkeerd zijn, wanneer men aan die oude
archiefstukken alle aanspraken op rechtsbevoegdheid ontzeggen zou.
Zij kunnen integendeel niet alleen in privaatrechterlijke, doch ook bij
openbare publiekrechterlijke geschillen beslissenden invloed op de
rechtspraak uitoefenen.
Prof. Brackmann geeft dan twee voorbeelden, waaruit blijkt, dat
de archieven een belangrijk aandeel leverden tot het winnen van
eenige zeer belangrijke processen, en gaat dan voort, met te zeggen,
dat al komen dergelijke belangrijke processen weinig voor, een dergelijk
gewonnen proces in staat is de gedurende tientallen van jaren voor
het archief gemaakte kosten goed te maken. Er zal nauwelijks een
stad zijn, waar niet meer dan eens een proces liep over den eigendom
van een stuk land of van een gebouw, over weg-, bosch- en water
rechten, over kerkelijke en andere zaken, dat door het raadplegen
van het archief tot een goed einde werd gebracht. Het hooge aanzien,
dat de Berlijnsche stads-archivaris Dr. Clauswitz en Archivdirektor
Dr. Markgraf te Breslau, genoten, berustte voor geen gering deel
op de voor hunne steden uit de archieven samengestelde rechterlijke
rapporten.
Zal het stadsarchief in dit opzicht tot zijn recht komen, dan moet
het onder deskundige leiding staan. Het is uitgesloten, dat een nog
zoo kundige registratuur-ambtenaar de hoedanigheden bezit, welke
behooren tot een behoorlijk archiefbeheer. Evenals het uitgesloten
is, dat een advocaat beschikt over palaeographische, taalkundige en
rechtshistorische kundigheden, die noodig zijn bij de voorbereidingen
van een proces, waarbij het er om gaat moeilijke oorkonden en acten
uit het grijze verleden te begrijpen en uit te leggen.
Het beantwoordt aan deze plaats van het archief ten dienste
van het stadsbestuur, wanneer het, zooals in een aantal groote steden,
bij het algemeene bestuur ingeschakeld en onmiddellijk onder B. en
W„ resp. in Zuid Duitschland den gemeenteraad of ook onder den
Burgemeester geplaatst wordt. Hier en daar heeft de Burgemeester
zich ook bezig gehouden met het archief als een blijk van belang
stelling die hij zelf voor deze instelling heeft. In Munchen is het
archief een zellstandige dienst, terwijl in Breslau en Freiburg archief
commissies bestaan, waarin de archiefbeheerders zitting hebben en
een stem uitbrengen. Deze vormen van organisatie bewijzen, dat in
groote steden met hun zeer verdeeld en vertakt bestuur of in steden