134
Berichten.
verschijnen van het werk van den heer Verkooren, dat in wezen eene
regestenlijst is, geschied is. Ware dit het geval geweest, dan had
op deze studie eene inventarisatie kunnen volgen, die beleidvol aan
de oude aanpassend, juist en modern geweest zou zijn.
's-Hertogenbosch. j. P. W. A. SMIT.
Dr. Willibrord Lampen, O. F. M. De beteekenis der palaeographie
a/s wetenschap NijmegenUtrecht. N.V. Dekker en Van df. Veot
en J. W. van Leeuwen.
Met een rede over bovengenoemd onderwerp heeft prof. Lampen
onlangs zijn ambt van hoogleeraar in de palaeographie en oorkonden-
leer aan de Keizer-KARELS-Universiteit te Nijmegen aanvaard. Dit feit
verdient al dadelijk aanteekening, omdat prof. Lampen de eerste
hoogleeraar in Nederland is, die uitsluitend palaeographie en diplo
matiek zal onderwijzen. Natuurlijk worden deze vakken aan al onze
universiteiten gedoceerd, maar nooit anders dan als hulpweten
schappen van den historicus of den litterator. In het algemeen is dat
ook wel voldoende. Niettemin is het uitnemend, dat althans aan één
universiteit palaeographie en diplomatiek worden onderwezen als
zelfstandige vakken van wetenschap.
In overeenstemming met deze bedoeling heeft prof. Lampen in
zijn oratie zijn auditorium voorgelicht over de beteekenis der palaeo-
praphie als wetenschap, dus niet alleen als hulpwetenschap der
geschiedenis in den ruimsten zin. Inderdaad heeft zij als zoodanig
beteekenis en het is goed, dat daarop met nadruk wordt gewezen.
Maar men overdrijve daarin ook weer niet. Verreweg de meeste voor
beelden, die prof. Lampen aanhaalt om de waarde der palaeographie
aan te toonen, geven toch ten slotte alleen haar beteekenis aan als
hulpmiddel bij andere wetenschappen: geschiedenis, letterkunde, wijs
begeerte, godgeleerdheid. Voor alle diepere studie b.v. der middel
eeuwen spreekt dat eigenlijk van zelf. Maar het is toch goed, dat
hierop nog eens met sterke argumenten de nadruk wordt gelegd
niet alleen van den palaeographischen kant, maar ook in het alge
meen is de studie der middeleeuwsche wetenschap ten onzent wel
wat naar achteren gedrongen; onze theologische faculteiten zijn nu
eenmaal protestantsch en de belangstelling voor de middeleeuwen
is daardoor altijd wat beperkt gebleven tot de vijftiende eeuw in
Nederland. Hier heeft de universiteit van Nijmegen stellig een roeping
Inventaire des chartes et cartulaires du Luxembourg par Alphonse Verkooren
Tom. I-V. Bruxelles, 1914-1922, vgl. Ned. Archievenblad, 1920-1922, blz. 68 en
1922-1923, blz. 157.
135
te vervullen. En daarom is het optreden van prof. Lampen zeer te
waardeeren.
Enkele kleine opmerkingen. In de rede van prof. Lampen komt de
diplomatiek zoo goed als niet ter sprake: de richting van dezen hoog
leeraar ligt blijkbaar meer naar de zijde der bibliotheken dan naar die
van de archieven. Schrijfwijzen als Alcuine en Eriuoena zijn in Neder
land althans minder gebruikelijk. En onze groote middeleeuwsche
dichter heet niet Jan, maar Jacob van Maerlant. Maar dat zal prof. Lampen
zelf wel al hebben gecorrigeerd. H. BRUGMANS.
Algemeen.
D r. Th. de Visser t- Het eerste nummer van ons blad na het
overlijden van dezen eminenten Nederlander mag niet verschijnen, zonder dat daarin
met dankbaarheid wordt herdacht hetgeen Minister DE VISSER ook voor ons vak is
geweest. Het is toch tijdens het bewind van dezen eersten afzonderlijken Minister van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, dat de verschillende Algemeene Maatregelen
van Bestuur zijn verschenen, waardoor de Archiefwet eerst met recht in werking kon
treden, en tevens heeft Minister DE VlSSER, zeker ook door diens persoonlijk krach
tige medewerking, de basis gelegd voor een goede organisatie van de archieven
der Ned. Hervormde Kerk. Aan beide voor het archiefwezen zoo belangrijke zaken
zal voor altijd de naam van Minister DE VlSSER verbonden blijven. Bovendien heeft
bij de wijziging van de Archiefwet 1918 in 1928 het gezaghebbende woord van het
Kamerlid DE VlSSER er krachtig toe medegewerkt, dat ook deze zaak in goede banen
kon worden geleid.
Examens archiefambtenaar. Voor het diploma van wetenschappelijk
archiefambtenaar der eerste klasse is geslaagd de Heer Mr. W. LE MaIR, te Middel
burg; voor dat der tweede klasse de Heer H. VAN DER WERFF, te Doesburg.
Nieuwe leden van het Historisch Genootschap. - Uit den
archiefkring zijn dit jaar tot lid benoemd Mej. A. VERSPRILLE, te Leiden en de
Heeren Mr. Drs. J. BEYERMAN te Utrecht en Dr. W. FORMSMA te Zwolle.
Rijksarchieven.
Algemeen Rijksarchief. In den ouderdom van 73 jaren is overleden
Prof. Mr. E. HEERES, oud-adjunct archivaris van het Algemeen Rijksarchief, tevens
een der oprichters en tot aan zijn overlijden lid van onze Vereeniging. Wij hebben
gegronde reden te mogen aannemen, dat in de eerstvolgende aflevering van ons blad
van zéér bevoegde hand een uitvoerig levensbericht van den overledene zal verschijnen.
Rijksarchief in Noordbrabant. Bevorderd zijnde commies Mr. V.
M. L. DUMOULIN tot hoofdcommies, de adjunct-commies L. KrUYFF tot commies.
Rijksarchief in Noordholland. - |hr. Mr. B. M. DE |ONGE VAN ELLEMEET,
Rijksarchivaris, is benoemd tot Slotvoogd van de ruïne van Brederode te Santpoort.
Rijksarchief in Groningen. - De commies B. LONSAIN is bevorderd
tot hoofdcommies.
Gemeente- en Waterschapsarchieven.
Gemeente den Briel. - De Gemeenteraad heeft Dr. P. DOBBELAAR,
L.eeraar aan de R.H.B.S., tijdelijk belast met de zorg voor het archief.