ARCHIEVENBLAD
NEDERLANDSCH
88
1931 -1932
NUMMER 2
ORGAAN VAN DE VEREENIGING VAN
ARCHIVARISSEN IN NEDERLAND
OFFICIEEL GEDEELTE.
NIET-OFFICIEEL GEDEELTE.
J. Gimberg. T
Varia.
„Voorwerpen ten behoeve van het gemeentearchief". In
het Algemeen Folkloristisch en Dialectisch Maandschrift Eigen Volk van Wijnmaand I.I.,
staat het volgende vermeld naar aanleiding van het overlijden van een historicus
„Bij zijn ontslag (als onderwijzer) werd hij door den raad benoemd als historicus en
als zoodanig belast met het opsporen van oudheidkundige voorwerpen ten behoeve
van het gemeentearchief." S. A. W. Z.
Afgesloten 31 December 1931.
GOEDGEKEURD Bij KON. BESLUIT VAN 29 SEPT. 1891
(LAATSTELIJK GEWIjZIGD BI] KON. BESLUIT VAN 16 APRIL 1920, No. 54)
DE ABONNEMENTSPRIJS
VAN HETNEDERLANDSCH
ARCHIEVENBLAD BE
DRAAGT PER IAARGANG
F 7.50; VOOR HET BUITEN
LAND F 8.75
DEZE IAARGANG
LOOPT VAN SEP
TEMBER 1931 TOT
SEPTEMBER 1932
BIJDRAGEN VOOR DIT
TIIDSCHRIFT TE ZENDEN
AAN Dr. L. W. A. M.LASON-
DER, ALGEMEEN RIJKS
ARCHIEF TE 's-GRAVEN-
HAGE
Nieuwe leden. Het Bestuur heeft als nieuwe leden aan
genomen de Dames Dra. S. van Zanten Jut, te 's-Gravenhage en
Dra. A. J. Maris, te Arnhem en de Heeren Dr. G. Avis en Mr. Drs.
J. J. Beyerman, beiden te Utrecht en Mr. A. van der Minne te Amsterdam.
Door het overlijden van Gimberg, den oud-gemeentearchivaris van
Zutphen, heeft onze vereeniging een harer oudste leden verloren.
Gedurende vele jaren verscheen hij trouw op onze vergaderingen,
waar hij het verslag aan de Nieuwe Rotterdamsche Courant placht uit
te brengen, en hij was daardoor een bekende figuur in ons midden,
gelijk hij het meer nog was in den kring der vereeniging Gelre, die
hij van de oprichting in 1897 af als penningmeester heeft gediend.
Gimberg was in de eerste plaats Zutphenaar. Hij is te Zutphen
geboren en hij heeft zijn vaderstad nooit verlaten, maar er al zijn
krachten aan gegeven. 1 Januari 1889 werd hij, nog onderwijzer zijnde,
tijdelijk assistent-archivaris der gemeente. 1 November 1892 verwisselde
hij de onderwijzersbetrekking met die van secretarieambtenaar, waar
door hij meer in de gelegenheid kwam, zich met het oud-archief
bezig te houden. Hij is secretarieambtenaar gebleven, ook nadat hem
1 Juli 1918 de titel gemeentearchivaris was toegekend, tot aan zijn