34 Adres van Hendrik Jabobsz. van der Hevden, postmeester te Zeven bergen, aan de Regeering van Dordrecht, om een akte van survivance op zijn descendenten, met gunstige beschikking, 5 December 1657. Adres der Regeering van Dordrecht aan de Staten van Holland om de Schrootambten allodiaal te verklaren, met gunstige beschikking der Staten, 19 December 1601. Archief van het college van zetters der Inkomstenbelasting. Gouda. Diverse koop- en eigenbrieven, op huizenen landerijen te Gouda betrekking hebbende. Twee losrentebrieven ten name van Giisbert Pietersz. df. Lange, gedateerd 10 Augustus 1638 en 1 Juli 1644. Een privilegieboek van Gouda en een register, houdende at- schriften der stads-privilegiën. Kampen. Een drietal stukken over despijskokeri] „Liefdadigheid Maastricht. Inschrijvings- en alphabetisch register der gemeente Maastricht voor de nationale militie, 1895-1905, 88 deelen. Lotingsregister der gemeente Oud-Vroenhoven voor de nationale militie, 1895—1904, 1 deel. Indicateur der ingekomen en uitgegane stukken voor en van e alg. administratie, 1851-1914, eerste halfjaar. Met 1 deel Indicatuur speciaal betr. het armwezen, 1870-1872, 128 deelen. Klapper op den indicatuur der ingekomen en uitgegane stukken voor en van de alg. administratie, 1851—1913, (ontbreekt 1908), 48 omslagen en 14 deelen. Notulen van Burgemeester en Wethouders, 1851-1880, 15 om slagen en 29 deelen. Gemeentebegrooting, 1870-1905, (ontbreken 1871, 1872, 1877 en 1878), 33 deelen. Journaal van de Commissie voor de financiëele aangelegenheden, 1921 -1925, 1 deel. Verslagen register van het lager onderwijs in deze gemeente uit gebracht door de Plaatselijke Commissie van Toezicht, 1864-1878, 1 d0Notulenregister van de Provinciale Watersnood-Commissie (Prov Blad van Limburg 1910, no. 29), 10 Maart 1910 - 22 November 1910,1 deel. Een groot aantal archieven, aan het Burgerlijk Armbestuur toe- behoorende. Vele losse stukken in omslagen, behoorende tot het zoogenaamde nieuw-archief, werden naar het gemeentehuis teruggebracht. Schoonhoven. In 1928 werden de kerkelijke doop-, trouw en begraafboeken alsmede de registers van overledenen aan het Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage overgedragen. 35 Tholen. Van de feest-commissie eenige paperassen betreffende de opening voor het verkeer van de vaste vakwerkbrug over de rivier de Eendracht. Eenige pakketten met acten van het vredegerecht (1811-1838) werden aan het Rijksarchief in de provincie Zeeland overgedragen. C. J. WELCKER. Kleinere Bijdrage. Stemmen uit het verleden over publicaties uit archieven. Toevalligerwijze kwamen ons onlangs in De Gids van 1865 twee uitspraken van vooraanstaande mannen onder oogen, die het de moeite waard is in dit tijdschrift nog eens af te drukken, omdat ze ook voor het thans levende geslacht van geschiedvorschers, en wel in het bijzonder voor publicisten uit archiefbronnen, hun waarde nog niet hebben verloren. De eene, langere uitspraak, voorkomende in De Gids van 1865, blz. 556, is van den destijds als opvolger van Bakhuizen van den Brink pas opgetreden Rijksarchivaris Mr. L. Ph. C. van den Bergh en heeft betrekking op het zonder eenige methode afdrukken van toevalliger wijze in archieven aangetroffen gegevens over allerlei onderwerpen zonder eenig verband. De passage komt voor in een bespreking van een jaargang van Janssen en Van Dale, Bijdragen tot de oudheid kunde en geschiedenis van Zeeuwsch- Vlaanderen. Hoewel dat tijdschrift, terecht, door Van den Bergh wordt geroemd, zoo geeft het hem toch ook de volgende woorden in de pen „Maar nu nog ten slotte een woord over de inrigting dezer „Bij dragen Zij zijn verdeeld in drie rubriekenverhandelingen, oorkonden en kleinere bijdragen. Is zoodanige rubriek voor oorkonden wenschelijk in een tijdschrift? Wij gelooven het niet en wij voelen ons genoopt hier onze meening onbewimpeld uit te spreken, omdat die opname van losse stukken uit archieven ook in andere tijdschriften mode schijnt te worden en men zelfs De Navorscher met allerlei oorkonden en vonnissen opstopt, die daar zeker niet te huis behooren. Wanneer men vrijen toegang tot een of ander archief heeft, dan kost het weinig moeite daaruit een min of meer belangrijk stuk op te delven om met die ontdekking in een tijdschrift te pronken. Zoo verwerft men zich zonder moeite den naam van geschiedvorscher, maar niet ten voordeele, ja, men mag zeggen, eer ten nadeele der geschiedenis. Men moet daaraan niet illotis manibus de hand slaan. Wien het aan ernst en aan kunde ontbreekt, om niet enkel uit archivalia, maar uit

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1931 | | pagina 23