14 te staan, duidelijk te verstaan gegeven, hoezeer het de zorg van den provincialen inspecteur waardeert, en hoe weinig het de tijden van uitsluitende inspectie door het personeel der provinciale griffie terugwenscht. Onze Vereeniging is niet gelukkig geweest met haar verzoek aan den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen tot instelling eener commissie om eene lijst van stukken, die met duur- zamen inkt op duurzaam papier verdienen te worden geschreven, te ontwerpen. Hoewel het reguest ook door de bijeenkomst der Rijks archivarissen is gesteund, is er niets naders op gehoord. Ik vrees, dat het is gestrand in een of meer departementale bureaux, waar men er in het algemeen meer op uit is moeilijkheden uit den weg te gaan dan ze te overwinnen. Diezelfde geest blijkt ook uit de wijze, waarop een verzoek van de bijeenkomst der Rijksarchivarissen van 1928 om te bevorderen de overbrenging van de archieven van den Rijkswater staat tot 1 April 1849 naar de Rijksarchiefbewaarplaatsen, is behandeld. Hoewel nl. reeds voor eenige jaren de overbrenging dier stukken, voor zooveel Friesland betreft, heeft plaats gehad, zonder dat zulks, voor zoover bekend, tot eenige moeilijkheid heeft aanleiding gegeven, heeft het departement van Waterstaat nog geene gelegenheid gehad omtrent die schijnbaar eenvoudige zaak eene beslissing te nemen en is zij nog altijd in onderzoek. Er schijnen aan de oplossing van dit vraagstuk moeilijkheden vast te zitten, waarvan de vergaderde Rijks archivarissen geen vermoeden hebben gehad. Hoewel gelijk uit het zooeven vermelde blijkt niet altijd met goed gevolg, heeft het toch aan de medewerking van het de partement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen geenszins ont broken. Door den steun van de afdeeling Kunsten en Wetenschappen is het gelukt de archivalia, die nog onder s Rijks muntmeester be rustten, en waarop indertijd dr. Japikse de aandacht gevestigd had, voor het Rijksarchief te verwerven. Niet zonder strijd, maar toch het is gelukt. Ik had gehoopt, dat in die verzameling niet slechts wat er over is van het archief der generaals van de munt, zou worden aan getroffen, maar dat zij ook de archieven van de particuliere munt meesters uit de provinciën zou bevatten, en zoo doende niet alleen het Algemeen Rijksarchief, maar ook de Rijksarchieven in de provinciën van de overbrenging der collectie zouden profiteeren. Maar van die provinciale munten zijn geene overblijfsels in de verzameling aange troffen, wel vele stukken die tot het archief der Staten van Holland te brengen zijn, en verder ook papieren, die door Emants, Van Swinden en Kersseboom zijn bijeengebracht. Nog veel belangrijker is eene andere aanwinst, nl. die van de ver- 15 zameling Fagel, niet alleen om den inhoud dier collectie, maar vooral ook omdat de Regeering geen bedenken heeft gedragen om een aan zienlijk bedrag (f. 20.000) voor de verwerving dier archivalia beschik baar te stellen, en omdat de Staten-Generaal zwijgend in die uitgave hebben toegestemd. Zeker de verzameling is het waard, en zoo zij voor het archief verloren was gegaan en wellicht uiteengevallen, zou dit voor ons land een zwaar verlies zijn geweest; maar het verdient toch groote waardeering, dat èn de Regeering èn de Volksvertegen woordiging dat ingezien hebben en voor de verwerving der Fagel- papieren een aanzienlijk geldelijk offer hebben overgehad. Over den inhoud der verzameling uitweiden behoef ik niet; een ieder begrijpt wel, dat het archief eener familie, die een raadpen sionaris heeft opgeleverd, bij welke het griffierschap der Staten- Generaal van 1670 tot 1795 bijkans erfelijk heeft berust, en welker leden tot den vertrouwden kring van Koning Willem I zoowel in den tijd der ballingschap als na het herstel van het Oranjehuis hebben behoord, allerbelangrijkste gegevens bevat. In kerkelijke kringen blijft de belangstelling voor de archieven toenemen. De Synode der Hervormde kerk heeft besloten aan de Regeering een verzoek om subsidie te richten, ten einde dr. Lasonder eene jongere kracht ter zijde te kunnen stellen, die voornamelijk met de ordening en beschrijving der tot die kerk behoorende plaatse lijke archieven te belasten zou zijn. In de Synode der Oud-katholieke kerk heeft dr. Van de Ven op verzoek van den Synodalen raad over de ordening en het wetenschappelijk gebruik der archieven praktische wenken gegeven, welker opvolging voor de belangrijke Oud-katholieke archieven slechts nut afwerpen kan. En zoo in Israelietische kringen geklaagd wordt, dat de in 1921 door de Centrale commissie vastge stelde archiefverordening nog zoo weinig praktisch resultaat heeft gehad, dan is ook dat een teeken van de belangstelling, die in die kringen voor de archieven wordt gevoeld. Ten slotte een woord over onze internationale relaties. De alge- meene vergadering van het Comité international des sciences histo- riques, te Cambridge in het voorjaar gehouden, is er toe overgegaan eene archiefcommissie samen te stellen, waarin onder voorzitterschap van den Brusselschen gemeentearchivaris Des Marez, en het secretariaat van den heer Nabholz, archivaris van het kanton Zurich, zitting hebben afgevaardigden van Frankrijk, Duitschland, Engeland, de Vereenigde Staten, Italië, Rusland, Spanje, Oostenrijk, Griekenland, Polen, Noor wegen en Finland. Gelijk Gij ziet, is Nederland in deze commissie niet vertegenwoordigd, en ik weet van hare beraadslagingen niet meer, dan het getypte verslag er over mededeelt. Het voornaamste werk,

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1931 | | pagina 13