154
Hier zijn geplaatst die deelen der boekerij, die niet dagelijks behoeven
te worden geraadpleegd. Tevens dient deze ruimte als wachtkamer
voor de bezoekers.
Van uit dit vertrek komt mert in de kamer van den archivaris,
die een niet al te groote, doch voldoende ruimte biedende werk
kamer heeft gekregen, waarvan de wanden alle zijn ingericht tot
berging van boeken, terwijl bovendien een ruime kast in den muur
is ingebouwd voor het plaatsen van de correspondentie, als anderszins.
In de gang voert een gemakkelijk begaanbare trap naar de
eerste verdieping. Hier vindt men aan de straatzijde de groote
leeszaal voor het publiek; een viertal groote en hooge vensters
zorgen hier voor een helder en aangenaam licht. Tevens is deze
zaal bedoeld als werkkamer voor een tweetal ambtenaren. Hier
achter bevindt zich de kamer van den chartermeester.
Op den zolder, die geheel is afgeschoten en beveiligd tegen
brandgevaar van buiten, is een vertrek ingericht als sorteerkamer,
waarbij aansluit een ruime werkkplaats voor den binder.
De gemakkelijke trap, die door het geheele gebouw loopt, voert
van deze verdieping naar de oude poort: het archiefdepot. Aan
vankelijk is de poort op alle verdiepingen van het nieuwe gebouw
door doorgangen ermede verbonden. De bedoeling hiervan is dat,
door binnen afzienbaren tijd een lift aan te brengen in een der
zijtorens, die aan het nieuwe gebouw aansluit, de verbinding tot
stand zal komen die de ambtenaren zal ontslaan van het beklimmen
der moeilijke en zeer hooge torentrap.
Moge dit laatste niet lang meer op zich laten wachten, opdat
ook zij, die reeds een kwart eeuw hun beste krachten hebben
gegeven aan de bewaring en verzorging der Overijsselsche archieven,
er mogelijk nog eenige jaren van kunnen profiteeren.
j. GEESINK.
De „Archivberatungsstelle" der Pruisische Rijnprovincie.
Onder den titel „Provinciale Archiefinspectie in Pruisen" heeft
Jhr. Mr. D. P. M. Graswinckel in den vorigen jaargang van dit blad
(blz. 187 vlg.) o. m. gewezen op de oprichting, met ingang van 1 April
1929, eener „Archivberatungsstelle" in de Rijnprovincie, waarmede het
Provinciaal Bestuur aldaar beoogde, zich het lot van alle niet tot de
staatsdepats te Diisseldorf en te Koblenz behoorende of aldaar ge
deponeerde archieven zooveel mogelijk aan te trekken. Een eveneens
in 1929 opgericht blad, dat vanwege den Landeshauptmann der Rijn
provincie wordt uitgegeven, is het Nachrichten-Blatt für rheinische
155
Heimatpflege, waarin naast musea, monumentenzorg, natuur- en land
schapsbescherming ook de „Archivberatung" haar orgaan vindt. Ik
wil er daarom de aandacht van de lezers van het Archievenblad op
vestigen en in het bijzonder wijzen op aflevering 9/10 van den eersten
jaargang, die geheel gewijd is aan het archiefwezen in de Rijnprovincie.
Die aflevering bevat, na voorwoorden van den redacteur van het
tijdschrift en van den Generaldirektor der Pruisische staatsarchieven, een
uitvoerig artikel van de hand van den leider der Beratungsstelle
Dr. W. Kiskv over den aard der werkzaamheden van die instelling en de
archieven, waarmee zij aanraking zoekt. Vervolgens geeft Dr. B. Vqllmer,
de directeur van het Staatsarchief te Diisseldorf, eenige beschouwingen
over „Archiv und Heimatmuseum". De Düsseldorfer stadsarchivaris
Dr. P Wentzcke voegt er nog een kleine bijdrage over het archief
wezen in de Rijnprovincie aan toe. De dan volgende, ook voor de
Nederlandsche buren waardevolle, overzichten van den inhoud der
beide staatsarchiefdepots in het Rijnland zijn bewerkt resp. door den
oud-directeur van dat te Diisseldorf, Dr. O. Redlich, thans aan de
Beratungsstelle verbonden, en door Dr. E. Schaus, directeur van het
Staatsarchief te Koblenz. Ook van de adelsarchieven in het Rijnland
wordt een overzicht geboden, van de hand van Dr. W. Kisky. De
aflevering sluit met een afdruk van het door de Archivberatungsstelle
uitgegeven Merkblatt für die Besitzer von Archivalien, een catechismus
in 15 artikelen ten dienste van de bezitters en beheerders van archieven.
We moeten niet gering denken over het arbeidsveld der Archiv
beratungsstelle. Een archiefwet, die de beheerders van gemeente
archieven aan toezicht onderwerpt, ontbreekt. De ressorten der beide
staatsdepots in de Rijnprovincie zijn zoo uitgestrekt en de staats
archieven zelve zoo belangrijk, dat de staatsarchivarissen naar ver
houding veel minder dan ten onzent in de gelegenheid geweest zijn
om zich met de niet aan den Staat behoorende archieven te bemoeien.
Wel zijn er, vooral te Koblenz, vele plaatselijke archieven in de
staatsdepots opgenomen, maar hun aantal is toch in vergelijking tot
het verbijsterend groote geheel van weinig beteekenis. Daarbij bedenke
men, dat in Pruisen de lokale rechterlijke en notarieele archieven
niet tot de staatsarchieven behooren en dat er evenmin kerkelijke
registers van doop, trouw, enz. in de staatsdepots zijn opgenomen.
Ook over de archieven der „Deich- und Wegverbande" heeft de Staat
geen zeggenschap. Vóór den grooten oorlog is er, in opdracht van
de vereeniging voor „Rheinische Geschichtskunde", in de Rijnprovincie
hard gewerkt aan het inventariseeren van niet tot de staatsarchieven
behoorende archieven, doch deze inventarisatie is zeer summier,
heeft nog niet op de helft daarvan betrekking gehad en heeft zoo