82
ARCHIEVEN VAN DE NEDERLANDSCHE HERVORMDE KERK.
Archivaris: Dr. L. W. A. M. Lasonder (I).
KONINKLIJK HUISARCHIEF.
Directeur: Dr. N. Japikse.
OnderbibliothecarisW. P. Bijleveid.
ARCHIEF VAN HET HUIS BERGH TE 's-HEERENBERG.
Archivaris: Mr. A. P. van Schilfgaarde (I).
GENEALOGISCH-HERALDISCH GENOOTSCHAP „DE NEDER
LANDSCHE LEEUW" TE 's-GRAVENHAGE.
Archivaris: Mej. Mr. E. C. M. Prins (I).
LANDSARCHIEF TE BATAVIA.
LandsarchivarisDr. E. C. Godée Molsbergen.
Waarnemend Adjunct-landsarchivarisMr. P. C. Bloys van
Treslong Prins.
NIET MEER IN VASTEN DIENST ZIJNDE WETENSCHAPPELIJKE
ARCHIEFAMBTENAREN.
W. J. J. C. Bijleveid (II), Oud-Adjunct-archivaris der gemeente
Leiden, te Leiden.
Jhr R. A. P. Sandberg (II), Oud-Adjunct-archivaris der gemeente
Amersfoort, te Amersfoort.
Mej. C. E. C. Bruining (II), Oud-Archivaris der gemeente Alkmaar,
te 's-Gravenhage.
Dr. H. E. van Gelder (I), Oud-Archivaris der gemeente 's-Gravenhage,
Directeur van den Dienst van Kunsten en Wetenschappen te
's-Gravenhage.
Dr. J. S. van Veen (I), Oud-Chartermeester (Hoofdcommies) bij het
Rijksarchief in Gelderland, te Arnhem.
Dr. J. de Hullu (I), Oud-Archivaris aan het Algemeen Rijksarchief,
te Cadzand, belast met de regeling van het archief der gemeente
Oostburg.
PBerends (II), Oud-Hoofdcommies bij net Algemeen Rijksarchief,
te Voorburg, belast met de regeling van het archief der gemeente
Harderwijk.
83
J. C. Beth (II), Oud-Hoofdcommies bij het Algemeen Rijksarchief,
te Rijswijk (Z.-H).
Mr. A. C. Bondam, Oud-Rijksarchivaris in Gelderland, te Velp (Gld.).
Mr. J. G. C. Joosting (I), Oud-Rijksarchivaris in Groningen, te
Velp (Gld.).
P. J. Kapteyn (II), Oud-Hoofdcommies bij het gemeente-archief in
Amsterdam, te Hilversum.
A. 't Hart (II), Oud-Commies bij het Algemeen Rijksarchief, te
's-Gravenhage.
Mej. Dr. H. C. H. Moquette (I), Oud-Adjunct-archivaris der
gemeente Rotterdam, te 's-Gravenhage.
Mr. J. Acquoy (I), Oud-Archivaris der gemeente Deventer, te
Deventer.
J. Gimberg (II), Oud-archivaris der gemeente Zutphen, te Zutphen.
J. H. E. As berg (II), te 's Hertogenbosch.
GEDIPLOMEERDEN ALS WETENSCHAPPELIJK ARCHIEFAMBTE
NAAR, DIE NIET IN VASTEN ARCHIEFDIENST ZIJN
OF GEWEEST ZIJN.
1920.
A. H. Drijfhout van Hooff (II), Kapitein van de Artillerie, te Leiden.
Mej. H. H. P. Rijperman (II), Wetenschappelijk Assistente bij het Bureau
van de Commissie voor 's Rijks Geschiedkundige Publicatiën, te
's-Gravenhage.
Mevrouw J. A. Feith Dittlinger (II), te Batavia.
J. Smit (II), Onderwijzer aan een O. L. S. te 's-Gravenhage.
S. de Jong (II), Onderwijzer aan een O. L. S. te 's-Gravenhage.
J. J. Moerman (II), Hoofd eener O. L. S. te 's-Gravenhage.
1921.
H. L. van Bemmel (II), te Delft.
Mej. Mr. W. M. C. Gey van Pittius (I), te 's-Gravenhage.
H. Dommisse (II), te Maassluis.
J. van Riemsdijk (II), te Breda, belast met de regeling van het
archief der gemeente Etten.
G. Koning (II), Directeur van het Gemeentelijk Bureau voor de
Beroepskeuze, te 's-Gravenhage.
R. Brunsting (II), Hoofd eener O. L. S. te 's-Gravenhage.
N.B. Het bureau is gevestigd in het Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage.*
