124
en beurzen, is Van grooteren omvang. Hij bevat de beschrijving van
de archieven der ambachtsgilden en hierbij aansluitend de archieven
der beurzen, de archieven der schuttersgilden en het archief van de
rederijkerskamer Het bloemken Jesse,
Natuurlijk vormen de archieven der ambachtsgilden verreweg den
hoofdschotelin de Inhoudsopgave worden niet minder dan 66 gilden
opgenoemd, hoewel van vele (24) in het geheel geen archivalia
bewaard zijn. Van een enkel gilde, namelijk dat van de goud- en
zilversmeden, bevindt het archief zich in particuliere handen. In de
hoop ook dit nog eens te kunnen verwerven heeft Dr. Unger het zeer
terecht in zijn inventaris opgenomen.
In de Inleiding geeft de samensteller eerst een overzicht van de
lotgevallen der beschreven archieven, om dan achtereenvolgens kort
en zakelijk de geschiedenis te behandelen van de vier bovengenoemde
afdeelingen.
Ook van deze archieven is weer heel wat verloren gegaan
behalve de reeds lang totaal verdwenen archieven van verscheiden
gilden is in 1870 nog het geheele archief van het schuttersgilde van
St. Sebastiaan door brand vernietigdvan het archief van de
rederijkerskamer Het bloemken Jesse is nog later een privilege van
1484 zoek geraakt.
Zooals gebruikelijk heeft de samensteller alle daarvoor in aan
merking komende stukken van vóór 1574 in regest gebracht; daar
echter deze regesten grootendeels toch elders zullen worden afge
drukt, zijn zij zuinigheidshalve in dezen inventaris niet opgenomen.
De inventaris zelf is degelijk bewerkt, eigenlijke aanmerkingen
heb ik niet; alleen zou ik als hoofdbeschrijving van een nummer
geen ouden titel nemen, doch liever, zooals de heer Unger trouwens
in dezen inventaris zelf ook meermalen doet, een moderne beschrijving
geven en den ouden titel in een noot afdrukken. In de inhoudsopgaaf
had misschien met een sterretje even aangegeven kunnen worden,
van welke gilden de archieven geheel ontbreken.
Ik wensch den Middelburgschen archivaris geluk met de voltooiing
van deze inventarissen, die de lust en de gelegenheid tot bestu
deering van de Middelburgsche geschiedenis ongetwijfeld zeer zullen
bevorderen.
E. W1ERSUM.
Inventaire des Archives de ld Secrétairerie a' Etat Allemande par
Ed. Laloire, Conservateur aux Archives Générales du Roy au me. (gepu
bliceerd onder den verzameltitelInventaires des Archives de la
125
Belgique publiés sous la direction de Joseph Cuvelier, Archiviste
Général du Royaume). - Bruxel/es 1929 (7. 1930).
Wie als ondergeteekende reeds een lange reeks van jaren op
het Rijksarchief te Brussel geregeld een paar maanden 's jaars voor
historisch onderzoek komt werken, heeft wel een bizondere reden
tot dankbaarheid. Dankbaarheid zoo om het vele, dat hem hier in deze
ongekend rijke verzameling van historische documenten betreffende
ook onze eigen landsgeschiedenis geboden wordt als vanwege de
hulpvaardigheid, waarmede dit geschiedt, en de amicaliteit, waarin
de geregelde bezoeker zich aldra van de zijde der HH. archivarissen
mag verheugen. Er ontbreekt daar gelukkig een verkillende glazen
wand tusschen publiek en personeel, zooals die op ons Haagsche
Rijksarchief wordt aangetroffen. Wij Hollanders lijden toch, als genoeg
bekend, aan zoo'n overdreven zucht van afscheiding, dat zulk een
apart hokje voor den ambtenaar wel typisch Hollandsch is! Maar de
gemoedelijkheid en de gemakkelijke toenadering tot elkander als
bijvoorbeeld te Brussel bestaat, is bij ons dan ook ver te zoeken.
Deze gemoedelijkheid van omgang, dit gevoel van dankbaarheid,
hetwelk mij bezielt, mag noch kan me de oogen doen sluiten voor
het belang, dat met het wetenschappelijk gebruik dezer archiefver
zameling is gemoeid, en de critiek, die daarop met reden kan worden
uitgebracht. Integendeel moet naar mijn oordeel juist de bovenver
melde omstandigheid, die mij meer dan anderen in de gelegenheid
stelde mezelf in te werken in hetgeen er op dit hoofddépót der
Belgische archieven aanwezig en voor historisch onderzoek bereikbaar
is, me rechtvaardigen, wanneer ik terwille van de reputatie der
verzameling zelf een ongunstig oordeel zal moeten vellen over de
waarde van den hierboven vermelden inventaris. Ofschoon dit me
leed doet voor den zoo bereidwilligen heer Laloire, die vriendelijk
genoeg was me zijn inventaris „en hommage" toe te zenden en me
zelfs niet vergat als eenigen Nederlander te vermelden onder de
buitenlandsche geleerden, die in verloop van vele jaren van het thans
onder zijn beheer staand fonds voor hunne studiën hebben gebruik
gemaakt.
De thans verschenen inventaris der Secrétairerie d'état allemande
behoort tot het kader der terecht bij ons nimmermeer gedrukte,
maar in België wel zeer gebruikelijke Inventaires sommaires, die er
successievelijk van de verschillende onderdeelen van het Rijksarchief
aldaar verschenen of nog in bewerking zijn en waarvan nu bijna
25 jaar geleden een elftal zijn bijeengebundeld tot de nog altijd bij
een eerste deel gebleven uitgave der Inventaires sommaires des
Archives des anciens Gouvernements des Pays-Bas. Eigenlijk had