46 Overwegende, dat het wenschelijk is, de kerkelijke doop-, trouw en begraafboeken en de schepentrouwboeken, dagteekenend van vóór de invoering van den burgerlijken stand, en de gedeelten der zooge naamde gaardersarchieven, die aanteekeningen omtrent geboorten, trouwen, sterven en begraven bevatten, welke thans in de gemeente- hjke archiefbewaarplaatsen berusten, naar de Algemeene Rijksarchief bewaarplaats te s-Oravenhage en naar de Rijksarchiefbewaarplaatsen in de provinciën over te brengen; Gelet op artikel 19, tweede lid, van de Archiefwet 1918 {Staats blad no. 378), gelijk zij gewijzigd is bij de wet van 14 Mei 1928 Staatsb/ad no. 177); Den Raad van State gehoord (advies van 7 Mei 1929, no. 33); Gelet op het nader gemeenschappelijk rapport van Onzen Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen van 17 Mei 1929 no 2385 afdeeling Kunsten en Wetenschappen, en van Onzen Minister van Justitie van 27 Mei 1929, 1ste Afdeeling C, no. 898; Hebben goedgevonden en verstaan intrekkin9 van Ons besluit van 20 Juni 1919 (Staatsblad no. 389), te bepalen als volgt Artikel 1. De kerkelijke doop-, trouw- en begraafboeken, de schepen trouwboeken en de tot die boeken behoorende bijlagen, benevens registers van ontvangsten voor trouwen en begraven, registers van aangifte voor die beide belastingen, wekelijksche doodenlijsten, staten en verantwoordingen van de gaarders van de hun opgedragen inning van belastingen en andere tot de zoogenaamde gaardersarchieven behoorende stukken, die aanteekeningen omtrent geboorten, trouwen sterven en begraven bevatten, alle welke thans in de gemeentelijke archiefbewaarplaatsen berusten, zullen worden overgebracht naar de Rijksarchiefbewaarplaats, gevestigd in de hoofdplaats der provincie waarm de gemeente, in wier archiefbewaarplaats de kerkelijke en andere bovenbedoelde boeken en papieren berusten, gelegen is ln geval van de ten overstaan van schepenen gesloten huwelijken geen afzonderlijk register voorhanden is, maar daarvan aanteekening is gehouden in de registers van ondertrouw, zullen de laatstgenoemde registers naar de Rijksarchiefbewaarplaats, in het eerste lid van dit artikel bedoeld, worden overgebracht. 47 Artikel 2. De in artikel 1 genoemde boeken en papieren worden gesteld onder den Rijksarchivaris, die belast is met het beheer van de Rijks archiefbewaarplaats, waarheen die boeken en papieren zullen zijn overgebracht. Artikel 3. De overbrenging der in artikel 1 genoemde boeken en papieren geschiedt op de wijze en op het tijdstip, tusschen burgemeester en wethouders der gemeente, in wier archiefbewaarplaats zij berusten, en den Rijksarchivaris van de Rijksarchiefbewaarplaats, waarheen zij worden overgebracht, in gemeen overleg te bepalen, met dien ver stande, dat de overbrenging moet plaats hebben vóór 1 November 1930. Indien het overleg tusschen het gemeentebestuur en den Rijks archivaris niet tot eenstemmigheid leidt, beslist de Algemeene Rijks archivaris. Artikel 4. Van de in artikel 1 genoemde boeken en papieren, die van eene gemeentelijke archiefbewaarplaats naar eene Rijksarchiefbewaarplaats worden overgebracht, maakt de Rijksarchivaris van die Rijksarchief- bewaarplaats een inventaris in duplo op, die van eene verklaring aangaande die overbrenging wordt voorzien. Beide exemplaren worden door het gemeentebestuur, dat die boeken en papieren heeft afge geven, en den Rijksarchivaris onderteekend. Eén exemplaar wordt in de gemeentelijke archiefbewaarplaats, het ander in de Rijksarchief- bewaarplaats bewaard. Artikel 5. De kosten van overbrenging uit de gemeentelijke archiefbewaar plaatsen naar de Rijksarchiefbewaarplaatsen worden uit de ten behoeve van die Rijksarchiefbewaarplaatsen op de Rijksbegrooting uitgetrokken gelden geleden. Artikel 6. Onze Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen is gemachtigd, om aan de Rijksarchivarissen op te dragen, aan gemeenten, die een eigen archivaris en doelmatige archieflokalen hebben, van de overeenkomstig artikel 1 naar de Rijksarchiefbewaarplaatsen over gebrachte boeken en papieren de zoodanige, welke die gemeente betreffen, tot wederopzeggens in bewaring te geven, onder voor waarde, dat het betrokken gemeentebestuur zich verbinde a. de genoemde boeken en papieren zoo spoedig mogelijk, en Ned. Archievenblad 1919/1920, blz. 16 vlg.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1930 | | pagina 29